Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Los en vast. Jaargang 1869 (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Los en vast. Jaargang 1869
Afbeelding van Los en vast. Jaargang 1869Toon afbeelding van titelpagina van Los en vast. Jaargang 1869

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.82 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.75 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Los en vast. Jaargang 1869

(1869)– [tijdschrift] Los en vast–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 389]
[p. 389]

Middelbaar onderwijs voor meisjes.

Vierentwintig stellingen.

Bijaldien 't in de orde is, dat een bezadigd Hollander niet vroeger over eene quaestie praat dan nadat het onderwerp in 't buitenland een paar jaar op de lijst gestaan heeft, dan is het middelbaar onderwijs voor meisjes iets, waarover wij kunnen gaan handelen. Men zou zelfs kunnen zeggen, dat het hoog tijd wordt.

 

Dat het middelbaar onderwijs voor meisjes niets gemeen heeft met hetgeen een deftig Hollander emancipatie, blauwkouserij en soortgelijke noemt, blijkt overtuigend uit de namen van hen, die zich de zaak van dit onderwijs voornamelijk aantrekken. 't Zijn geen geëmancipeerde dames, maar mannen van ervaring op een naburig gebied.

 

Er is iets ridderlijks in de wijze, waarop deze zaak door die mannen wordt ter harte genomen. Hunne leus is: 't Goed recht van het vrouwelijk gedeelte der natie.

[pagina 390]
[p. 390]

De omstandigheid dat het middelbaar onderwijs voor meisjes niet voldoende geregeld werd in de wet van '63, is misschien verklaarbaar, doch een reden te meer om die wet ten spoedigste aan te vullen.

 

Het aanvullen van de wet van '63 is de eenige regeling, welke het beginsel van 't goed recht der vrouw ongeschonden laat. Onder den naam van middelbaar onderwijs mag men de meisjes geen school van uitgebreid, zelfs niet van uitgebreid ‘uitgebreid lager onderwijs’ geven.

 

Indien men onze meisjes niet reeds dadelijk kan geven wat haar toekomt, omdat finantieele bezwaren dit onmogelijk maken, zoo behoort men liever te wachten dan de zaak van den aanvang af te bederven.

 

't Recht van de meisjes is, dat zij evenals de jongens nieuwe scholen krijgen, gebouwd op den grondslag van het middelbaar onderwijs, omdat een volkomen nieuwe regeling de beste waarborg is voor een gezonde inrichting.

 

Ons lager en ons uitgebreid lager onderwijs mogen bovendien niet vermengd worden, of ook maar verbonden, met inrichtingen volgens eene andere methode dan die bij 't lager onderwijs proefondervindelijk bewezen is goed te zijn.

 

't Groote onderscheid tusschen lager onderwijs en middelbaar onderwijs ligt voornamelijk in de methode, die bij het meededen van kundigheden gevolgd wordt.

 

Hoe meer het middelbaar onderwijs alle leden der maat-

[pagina 391]
[p. 391]

schappij omvat, die het behoeven en verlangen; des te zuiverder zal het eigenaardige zijner methode aan 't licht komen.

 

Het middelbaar onderwijs zal eerst dán blijken geen professioneel onderwijs te zijn, als de professie meer op den achtergrond treedt.

 

Dit zal geschieden wanneer het middelbaar onderwijs ook genoten wordt door meisjes, die in den regel geen professie zoeken en boven de professie steeds aan het leven in den gehuwden staat de voorkeur zullen geven.

 

't Middelbaar onderwijs voor meisjes zal in de eerste plaats meer ontwikkelde vrouwen opleveren.

 

De man, die voor den dagelijkschen omgang met een ontwikkelde vrouw bevreesd is, gaat zeker ook liever met domme dan met verstandige mannen om.

 

Een ontwikkelde vrouw behoeft niet op te houden eene vrouw te zijn, zoomin als een ontwikkeld man tot nog toe iets anders dan een man geworden is. Waren onze meer ontwikkelde mannen engelen of halve goden -, de quaestie zou moeilijker wezen!

 

't Is een dwaalbegrip dat een ontwikkelde vrouw niet langer geschikt zou zijn voor kinderkamer of keuken. Men kan even goed beweren, dat er door onze moeders geen jurkjes meer vervaardigd worden sinds 't gebruik van de naaimachines algemeen geworden is.

[pagina 392]
[p. 392]

't Is niet beleefd dat de mannen zoo bang zijn voor de ontwikkeling van de vrouw. Alsof de lieftalligheid en zachtaardigheid der vrouw deugden zijn, die geen licht kunnen velen!

 

't Onderscheid tusschen een middelbare school voor meisjes en een dito voor jongens moet niet gezocht worden in den omvang der leerstof alleen, maar voornamelijk in de wijze waarop zij wordt aangebracht. Dit brengt niet zoo zeer een verandering in de methode zelve, als wel een nieuwe nuance.

 

Indien het programma van 't middelbaar onderwijs voor jongens te groot is voor de meisjes, dan ligt het voor de hand daarvan 't overtollige te schrappen. Desgelijks kan men er andere vakken op plaatsen. De groote zaak is: dat men 't genoemde program ten grondslag legge.

 

De bewering dat men op die manier 't geheele lesprogramma zou kunnen veranderen, ofschoon in de praktijk niet veel meer dan een absurditeit, is in beginsel volkomen juist... Maar 't middelbaar onderwijs staat of valt niet met een lesprogramma!

 

't Essentieele van 't middelbaar onderwijs voor meisjes ligt in de eigenaardige behandeling van de vakken die onderwezen worden, welke die ook mogen zijn. Indien men b.v. op een middelbare school voor meisjes de kookkunst wilde onderwijzen, zou men 't zeker anders doen dan op een school voor keukenmeiden.

 

De vraag of men, bij 't onderwijs, de voorkeur moet geven

[pagina 393]
[p. 393]

aan een idealistische, dan wel aan een realistische richting, is een onjuiste. Men kan wiskunde zeer idealistisch onderwijzen en bij de letterkunde een uitsluitend realistische methode volgen. Een en ander gebeurt reeds hier en daar op de Hoogere Burgerscholen voor jongens.

 

De vraag of een meisje aanleg heeft voor wiskunde, is een van die waarover een Molière met succes een Comedie zou kunnen schrijven; vooral wanneer ze opgeworpen wordt door mannen die zich beroemen, dat zijzelf nooit recht achter 't fijne van de mathesis hebben kunnen komen. Zoo zijn er!

 

Vragen als vele der bovenstaande zijn minstens voorbarig, en voorbarige vragen doen in den regel geen ander effect dan dat ze den tegenstanders wapenen in handen geven tegen 't beginsel. Men zij dus voorzichtig!

 

Wordt vervolgd als de quaestie wat verder gevorderd is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken