Lust en Gratie. Jaargang 4

[p. 94]

Medewerksters

Judy Grahn (1940). Geboren in Chicago en opgegroeid in New Mexico. Ze woont nu in Oakland, Californië. De indrukken van haar werk als, onder andere, serveerster, vleesinpakster, dienstmeisje en secretaresse en haar ervaringen in het ‘gewone leven’ verwerkt ze in haar poëzie. Haar vijf verhalende gedichten ‘Edward the Dyke and Other Poems’, ‘The Common Woman’, ‘She Who’, ‘A Woman is Talking to Death’ en ‘Confrontations with the Devil in the Form of Love’, zijn gebundeld in The Work of a Common Woman, St. Martin's Press (New York) 1978 (ook verschenen bij de Diana Press, 1977), De inleiding van Adrienne Rich bij deze bundel is afgedrukt in Bloed, Brood en Poëzie, essays van Adrienne Rich, Sara (Amsterdam) 1985.

An Hauser (1918). Rekenwonder met ijzersterk geheugen voor namen en telefoonnummers, dat ook van pas komt tijdens het bridgen. Telepathisch vermogen tot het innen van (abonnements)gelden. May-moeder.

Maaike Meijer (1949). Werkt bij Algemene Literatuurwetenschap en Vrouwenstudies aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Bezig aan een proefschrift over Nederlandse dichteressen vanaf 1935: een voorstudie, ‘M. Vasalis en het interpretatiekader van de mystiek’, verscheen in Forum der Letteren, december 1986. Maakte eind 1986 samen met Annettje Dia Huizinga de bloemlezing uit Nederlandse vrouwengedichten, Dit maakt ons ademloos bij haar geluid, Sijthoff (Amsterdam). Begin 1987 samen met Jetty Schaap de bundel Historiography of women's cultural traditions, Foris (Utrecht), papers van het gelijknamige onderdeel van het symposion ‘Language, Culture and Female Future’, gehouden te Utrecht in 1986.

Ankie Peypers (29-9-1928, Amsterdam). Poëzie: ‘Zeventien’ (1946), ‘Oktober’ (1951), ‘Taal en teken’ (1956), ‘Woorden als jij’ (1963), ‘Binnenland’ (1967), ‘Tussen tekst en uitleg’ (1968), ‘Drempel van ontheemden’ (1971), ‘Over Derwisj en het nabije westen’ (1974), ‘Verzamelde gedichten’ (1976). Romans: Geen denken aan (1961; bekroond met de Anne Frankprijs 1962), Tussentijds (1967), De vallei van Obermann (1969). In 1982 verscheen de

[p. 95]

dichtbundel ‘Voor en tegen mensen’, in 1983 ‘Met welke maten’.

Sonja Pos (1936, Amsterdam). Doctoraal Romaanse taal en letterkunde, Universiteit van Amsterdam (cum laude). Gescheiden, moeder van twee zonen. Publiceerde in studentenpers, daarna in Vrij Nederland, Het Parool enzovoort, artikelen en interviews betreffende Franse letterkunde. Dichtbundel in 1963, ‘Het efficiënte vergeten’, Arbeiderspers (Amsterdam). Was acht jaar docente Frans. Raakte in 1974 door verergering van de spieraandoening waaraan zij sinds haar zestiende lijdt volledig verlamd. Herstelde moeizaam, traag en gedeeltelijk. Hervatte het schrijven en publiceerde sindsdien artikelen, interviews, gedichten, vertalingen en haar debuutroman Een paar woorden per dag, Contact (Utrecht), 1985. Schrijft nu verder aan haar tweede roman en bereidt de publikatie voor van haar tweede dichtbundel.

Ida Rouwenhorst (1954). Stadsacademie Maastricht 1975; Nederlandse taal en letterkunde 1976-1978; Gerrit Rietveld Academie 1978-1983. Is nu werkzaam als zelfstandig grafisch ontwerpster.

Godelieve Smelt (31-3-1951, 's-Gravenhage). Wonende te Amsterdam (telefoon 020-832510). Opleiding: Gerrit Rietveld Academie. Beroep: schilderes en grafica.

Birgit Verstappen (1961). Studeert theologie aan de KUB in Tilburg. Het in dit nummer van Lust & Gratie afgedrukte verhaal De val is haar eerste publikatie.