Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lux. Jaargang 3 (1945)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lux. Jaargang 3
Afbeelding van Lux. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Lux. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.39 MB)

ebook (6.94 MB)

XML (0.86 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lux. Jaargang 3

(1945)– [tijdschrift] Lux–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 149]
[p. 149]

[Lux 1945, nummer 5]

De Hervorming

Vermoedelijk zullen sommige lezers kennis hebben genomen van de beschouwing, welke onder bovenstaande titel in ‘CURAÇAO’ van 27 October verscheen.

Het betoog van den schrijver kan worden weergegeven in dezen simpelen vorm: alles in het ondermaansche is vloeiend en betrekkelijk en de Kerk moet zich daarbij aanpassen. Zij moet dit niet slechts doen in uiterlijk vormen, in taal en gebruiken alleen, maar ook in leer.

Rome beweert, dat er een priesterschap is; zij houdt staande, dat dit priesterschap tot het wezen behoort van de gemeenschap, welke Christus stichtte en dat Schrift en historie voor deze opvatting getuigen.

De heele vraag is dus of deze stelling juist is of niet. Is zij juist, was Christus de Zoon Gods in werkelijke zin, heeft Hij een Openbaring gebracht en die mede toevertrouwd aan een blijvend priesterschap, dan doet het er heelemaal niet toe of Voltaire (die overigens als katholiek wilde sterven) of wie dan ook, dit priesterschap zouden hebben geloochend. De eenige vraag is of de documenten, waarop de Kerk zich beroept, onaantastbaar te zijn.

De vraag of er in de leer der Kerk ontwikkeling (geen verandering) is, doet weinig terzake. Zij is een theologisch-wetenschappelijke kwestie, gelijk de leer van de ingeving der Schrift. Groote Geesten hebben deze kwesties bestudeerd; zij achtten het daarom niet noodig, dat de dogmatiek (de leer over dogma's) moest worden verworpen of dat het goddelijk karakter van den Bijbel moest worden geloochend.

Luther heeft aan zooiets nimmer gedacht, noch Calvijn. Zij hebben het bestaande leergezag van de Moederkerk verworpen en ‘de verdeelde veelheid’ kwam, welke de medewerker van ‘CURAÇAO’ ‘juist een voordeel acht’. Hoe hij dit met den Bijbel in de hand zou kunnen verdedigen, zullen wij niet vragen. Maar hoe hij het wijsgeerig verdedigen kan, is een evengroot raadsel. Is de Openbaring waarheid, dan is zij onveranderlijk en een. Hoe diepzinnig men ook rekent, de grondslag van alle berekeningen blijft, dat tweemaal twee vier is. Als God bestaat en als Hij werkelijk iets heeft geopenbaard, is dat geopenbaarde waar en het blijft waar. Of de waarheid opgeschreven is, doet er niet toe; of zij op-

[pagina 150]
[p. 150]

geschreven werd in een vreemde taal of op een bepaalde wijze, doet er evenmin toe. Voor zoover natuurwetten waar zijn, blijven zij waar. Wel of niet opgeschreven, gebrekkig of zelfs verkeerd geformuleerd, doet niet terzake. Zij waren en blijven waar. Dat godsdienstige hervormingen aan elkaar verwant zijn, is even logisch als dat sociale verschijnselen op elkaar lijken; dat de Openbaring niet in den vorm van een theologische encyclopaedie kwam, weten wij ook, maar wat dit met de waarheid ervan te doen heeft, is onduidelijk. Of bestonden er geen wetten vóór de codificaties en geen talent vóór gramatica's

Voor den schrijver in ‘CURAÇAO’ is het Protestantisme: ‘het leven uit God van den individueelen geest in liefde met zijn broeders, onder het besef dat de eeuwige ons in tijd en ruimte heeft uitgezonden om in het vele onze eenheid met Hem te beleven en te zoeken’.

Deze positieve definitie wordt voorafgegaan door de formeele: ‘het wezen van het Protestantisme is: het erover eens zijn, dat men het oneens is’.

Als een Protestant nu zijn Bijbel opslaat en Johannes 17:20 en volgende eens lezen wil, zou het kunnen zijn, dat bij hem eenige twijfel ontstaat over het werk van ‘onzen dikken vriend Luther’, gelijk de medewerker in ‘CURAÇAO’ hem zoo familiair noemt.

 

Het dagblad ‘Beurs- en Nieuwsberichten’ bevatte 1 November de samenvatting van een preek, welke Dominus H.W. Eldermans voor de Vereenigde protestantsche gemeente hield. De gedachtegang van die preek vertoont merkwaardig veel overeenkomst met het in het weekblad ‘CURAÇAO’ verschenen artikel. In de preek vernemen wij:

‘Luther heeft de Hervorming niet gemaakt. De Hervorming heeft Luther gemaakt. Het gistte aan alle kanten en Luther had niet anders te doen dan mee te doen. Het was een onvermijdelijke crisis van de kerk, trouwens van heel het geestelijke leven der westersche menschheid. De zeevaarders hadden een groot deel van de andere helft der aarde ontdekt en de leer, de symboliek der kerk begon er vreemd uit te zien. De plaats waar vroeger het vagevuur was, was nu een gewoon stuk van het zuidelijk halfrond.’

 

Waar is, dat de eerste helft der 16e eeuw een crisis-tijdvak kan worden genoemd. Echter niet omdat er te weinig vrijheid was of te veel dwang of te innig katholiek leven. Integendeel. De crisis was juist een gevolg van de bestaande, veel te groote vrijheid; ware de pauselijke Stoel krachtiger opgetreden, het zou zoover niet zijn gekomen. De crisis moge onvermijdelijk zijn geweest, het was heelemaal niet onvermijdelijk tot revolutionaire daden over te gaan. Mannen als Erasmus en Sir Thomas Morus die in bekwaamheid en critischen zin zeker niet onder deden voor Luther, zagen de gebreken en de crisisver in hun hoofd op, zich te verzetten tegen het wettig gezag in de Kerk, laat staan dat zij er aan dachten, de Kerk uit te leveren aan den Staat en van elk vorstje een paus te maken. Dat was, waartoe Luther's actie voerde.

Dat Columbus en de na hem varende Spanjaarden, Portugeezen en Italianen bij de uitbreiding van hun geografische kennis over de plaats van het vagevuur zijn gaan prakkezeeren, is een nieuw historisch gegeven. Voorzoover wij weten, hebben deze dingen nimmer een rol gespeeld.

De eigenaardigheid van Dominus Eldermans is, dat hij werkelijk schijnt te meenen, dat de Lutherse beweging met name de

[pagina 151]
[p. 151]

ontwikkelden greep en een begin was voor ‘verruiming’. Het is precies omgekeerd. Veruit de meeste knapste geesten keerden zich tegen Luther; anderen die een oogenblik zijn zijde kozen, trokken zich spoedig terug, toen zij zagen, wat de beweging werd. En op de hervorming is een verschrikkelijke stagnatie gevolgd, in het onderwijs vooral. Want de rede was voor Luther tenslotte ‘de h..., die de nek omgedraaid worden moest.’ Dat zal de spreker in de Fortkerk niet onbekend zijn.

Dominus Eldermans eindigde met de opmerking, ‘dat er niet gedacht kan worden aan een kerk, die de waarheid heeft. Slechts aan een kerk, gevormd uit menschen, die de waarheid voor hen zelf uitzoeken’.

Wij zijn hier ver van de zelfverzekerheid van Luther; deze zoekende kerk van Dominus Eldermans kon eerder heeten Lessinggenootschap ‘Nathan der Weise’.

 

* * *

 

Bovengenoemde ‘Beurs- en Nieuwsberichten’ werd 31 October ook opgeluisterd door een bijdrage van de hand van Dominus J. Mietes, getiteld ‘Vrijheidsdag’.

 

In tegenstelling met Doellinger, die de Hervorming de grootste aanslag op de vrijheid noemde, schijnt Dominus Mietes te meenen, dat zij vrijheid bracht. Nu was Doellinger wel een der grootste kenners van de geschiedenis der Hervorming, maar hij is nimmer protestantsch geweest, zoodat Dominus Mietes vermoedelijk van eigen opvatting de voorkeur geeft. Voor wie geen historie kennen, is dat geen bezwaar; wie haar wel kennen, halen de schouders op.

De historische-dogmatische kennis van dezen schrijver verdient afzonderlijke vermelding. Voor hem begint Luther nog vanwege ‘den handel in aflaten’. Alsof Luther zelf reeds niet aan Tetzel geschreven heeft; ‘Het kind heeft een heel anderen vader’.

Ook pater Savonarola, even ‘roomsch’ als de paters hier, wordt bij Dominus Mietes ‘bezield door den Geest Gods tegen alle vormen van on- en bijgeloof’.

Deze fantasie wordt bekroond met de mededeeling: ‘Luther bracht als nieuwe weg de boodschap van Zaligheid door het geloof, in tegenstelling met de toenmalige stelling dat de werken van primair belang waren’.

Dat de weg van Luther inderdaad een ‘nieuwe’ was, is juist, maar zeker niet de rechte. De Kerk van Rome heeft nooit geleerd, dat menschelijk werk ‘zonder geloof ooit tot zaligheid voeren kon, of dat de werken ‘primair’ waren.

De Kerk van Rome heeft (in tegenstelling met Luther, die de vrijheid nam een Apostel des Heeren voor gek uit te maken - ‘Jacobus delirat’) den brief van Jacobus nimmer als ‘strooien brief’ durven schrappen. Maar de leer des geloofs heeft zij nimmer behoeven te zoeken doch gekend. Lang voor Luther werd geboren.

God beveelt niets onmogelijks, maar door Zijn geboden vermaant Hij u te doen wat gij kunt, en dat te vragen wat ge niet kunt, en Hij helpt, opdat gij het kunt.
Conc. van Trente.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken