Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Maatstaf. Jaargang 10 (1962-1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Maatstaf. Jaargang 10
Afbeelding van Maatstaf. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van Maatstaf. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Maatstaf. Jaargang 10

(1962-1963)– [tijdschrift] Maatstaf–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 487]
[p. 487]

Tekenen van tegenspraak

In Het Parool van 24 augustus 1962 reageert Sybren Polet fel op enkele uitlatingen van Max Nord in een bespreking van poëzie. Nord wekte in die bespreking de indruk, dat de steun aan poëzie van regeringswege wel genoeg was. Wie andere uitlatingen van Nord naast deze legt, weet dat hij die mening niet is toegedaan en dat een wat ongelukkige formulering en een weinig terzake doende generalisering tot een misverstand leidde. De reactie van Polet doet denken aan de discussie die Nes Tergast en Dr. Jan Hulsker in 1955/'56 in dit tijdschrift hebben gevoerd over het overheidsbeleid ten aanzien van de literatuur. Nes Tergast had de Jan-Campertprijs geweigerd en verantwoordde zich daarvoor in Maatstaf. In zekere zin was het een dialogue des sourds, zoals altijd wel het geval zal zijn, wanneer een bedroefde zich beklaagt bij iemand die zich uitslooft om zijn droefenis weg te nemen. Toch heeft Polet een groot deel van het gelijk aan zijn zijde, als hij vaststelt, dat ‘zij in al die jaren geen duimbreed [zijn] opgeschoten met deze cultuurpolitiek in de breedte’. Binnenkort zal in Maatstaf een uitvoerige beschouwing verschijnen over mogelijkheden en onmogelijkheden van een litteratuurpolitiek. Voor het ogenblik rest alleen een vraag aan Polet en zijn medestanders: waarom laat men het bij de letterkundigen toch bij artikelen nu en dan? Men heeft een groot deel van de publiciteitsmedia om zo te zeggen ‘in handen’. Waarom geen stelselmatige actie gevoerd? En waarom geen bustocht naar Den Haag? Dat is nuttiger en waardiger dan een bustocht naar Apeldoorn!

J.

 

In De Volkskrant van 2 augustus 1962 schrijft de heer Lambert Tegenbosch een recensie over een expositie van een Amsterdamse schildersvereniging. Een recensie: de kop luidt: ‘ontzagwekkende rommel’ en deze woorden komen ditmaal werkelijk in het stuk voor; de ondertitel luidt ‘burgerlijke kunstvlijt van X’, de naam doet er nu niet toe. Verder ‘het gaat niet aan alle ellende te besommen’, ‘ik zag nu eerst de penning geslagen bij gelegenheid van het koninklijk bruiloftsfeest. Als de man bij feesten al zo kwalijk zijn penning slaat, hoe moet dat dan op weekse dagen toegaan. In miezerigheid doet Y niet voor hem onder, wie de prijs toekomt voor het slechtst en viest uitgeklede naakt’. Dat is dan een recensie, die verder nog enige lof en kritiek aan exposanten uitdeelt. Deze recensie zegt uiteraard weinig over het geëxposeerde werk, veel over de heer Lambert

[pagina 488]
[p. 488]

Tegenbosch. Meen niet, dat ge hem kunt brengen voor de Raad van Tucht van de journalisten. Het rechtsbewustzijn van kunstenaars is gebleken anders te zijn dan dat van de door journalisten benoemde tuchtrechters. Dit mag allemaal. Het is zelfs leuk. Het mag nog veel doller. Als de heer Lambert Tegenbosch meent, dat hij met rommel te maken heeft in plaats van kunst, dan mag hij dat schrijven. Hij mag de makers ervan zelfs bij name noemen. [Misschien zijn de makers wel geen kunstenaars, wie zal dàt zeggen? Maar het zijn nu eenmaal mensen die van hun werk, toevallig dit werk, moeten leven, zoals de heer Lambert Tegenbosch van zijn bezigheden, waarvan hier een staal. De redactie van De Volkskrant zou daarover eens moeten nadenken.]

De gebelgde maker van de penning, die bestuurslid is van de vereniging en geen onbekende in de Amsterdamse politiek, heeft het er vermoedelijk niet bij laten zitten. Hij heeft zich althans in De Volkskrant van 27 augustus 1962 een uitvoerig interview over zijn persoon en werk [Prins Bernhard poseerde] laten welgevallen. Op deze wijze tracht De Volkskrant de escapades van de heer Lambert Tegenbosch goed te maken. Het zij haar vergeven. Onvergeeflijk is, dat de geslachtofferde op dit aanbod inging. Hij heeft daarmede aan de waardigheid van zijn vak geen dienst bewezen.

J.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken