Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Maatstaf. Jaargang 24 (1976)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Maatstaf. Jaargang 24

(1976)– [tijdschrift] Maatstaf–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 70]
[p. 70]

Henriëtte Roland Holst Twee brieven

I Aan Henk Sneevliet

Laren 22 December (1917)

 

Wat trof dat prachtig, beste Henk, dat je brief van 12 Sept. met de memorie van den officier, mij juist bereikte drie dagen eer wij, den 13den, onze protestvergadering hielden in Amsterdam over ‘het ontslag van Baars en de vervolging van Sneevliet’. Nu had ik door jou uitstekend materiaal, en was ook op de hoogte van 't geen nog komt. We hadden natuurlijk wel in de groote bladen telegrammen gehad over het proces en de uitspraak, maar de ware beteekenis van deze laatste was ons ontgaan, zoodat wij dachten dat de zaak uit was. De memorie gaf mij natuurlijk een krachtige afstraffing in den mond van de fielt, die door zijn gemeene voorstelling tegen den officier alles wat hij kon heeft gedaan om je de kast in te doen draaien. Wie is die sinjeur? Koperberg? Ik ben benieuwd wanneer de zaak nu in tweede instantie voorkomt, en nog veel benieuwder hoe je er afkomt. Het spreekt van zelf dat je die verklaring niet kan teekenen, die de Handelsvereeniging vroeg. Het was voor mij een tegenvaller, dat je de positie van de Spoorwegvereeniging als zoo weinig vast beschouwt, ik had mij verheugd dat je nu een baantje had dat, ofschoon slecht betalend, je toch satisfaktie gaf.

Maar hoe dat nu alles zal gaan dat moeten we maar rustig aan de toekomst en aan den ‘God’ der revolutionairen overlaten. Misschien komt alles wel veel beter terecht dan 't nu schijnt. Het voornaamste is, dat je je in deze heele zaak patent hebt gehouden. Waar in de laatste drie ½ jaar zoo veel van hen, waar we op bouwden als op rotsen, ons in de steek hebben gelaten, is 't prettig als je vertrouwen ook eens niet wordt beschaamd. Jij was, met Trotzki, een dergenen, waar ik tegen vele mijner politieke en ook persoonlijke vrienden in, vast op bouwde. En naar blijkt te recht... Misschien gaat 't jou ook wel als Trotzki, en wordt je, aan 't einde van ballingschap, plotseling minister van buitenlandse zaken in een ministerie-Wijnkoop!

Dat Bet de school kan volhouden en daarmee voor haar en de jongens de kost ophalen, is in deze omstandigheden een heele rust voor jou. Van spoedige terugkeer naar Holland geloof ik nog niets, ook voor haar niet, of er moest, wat mij tamelijk onwaarschijnlijk voorkomt, nog dezen winter een algemeene vrede komen. Duurt de oorlog voort, dan zal de vaart op Indië wel gestremd blijven, en de weg over Amerika is alleen mogelijk voor rijkaards of goevernements-ambtenaren. -

De vooruitzichten op een baantje hier zullen denk ik door je indisch proces er niet beter op worden, althans op een baantje in de burgerlijke maatschappij. Een werkkring in de beweging? Ik heb dezer dagen vaak aan je gedacht, nu er moeite gedaan wordt een fondsje bijeen te brengen om L. de Visser propagandist te maken (wat ook wel zal lukken). Hoe veel liever had ik jou dat gegund dan hem, en hoeveel liever jou propaganda aan de arbeiders dan de krachtfrazes van dien wel energieken,

[pagina 71]
[p. 71]

maar groven schreeuwer! Maar zoolang de ‘revolutionaire’ beweging hier zóó volkomen alle reële basis en stabiliteit mist, lijkt 't mij de vraag of 't een geluk was geweest, als je je daaraan had gebonden.

23 dec.

Tot zoo ver kwam ik gisterenavond; nu schrijf ik verder op een stille wintersche Zondagmorgen, berijpt en beijzeld, en met strenge vorst. IJs, echt ijs en de meeste clubs open, op Kerstmis: dat is in geen jaren gebeurd!

Onze gedachten hier worden, dat behoef ik je haast niet te zeggen, de laatste zes weken bijna geheel in beslag genomen door de proletarische revolutie in Rusland. Véél meer dan jij zelf, weten wij ook niet. De meeste berichten zijn tendentieuze telegrammen van engelsche bladen; ook de ‘Bode der russ. Revolution’ van Radek komt de laatste weken niet meer aan, waarschijnlijk houdt de Duitsche censuur hem vast. Het wachten is nu natuurlijk geheel op den opstand der duitsche massa's. Voor mij zou het onbegrijpelijk zijn, dat de Duitsche legers aan 't oostelijk front zóó weinig door den heeten adem der R.R. waren aangeraakt, dat zij zich kalm naar de slachtplaats in 't westen lieten sturen. Gebeurt er in Duitschland niets, dan zal 't wel op een separaat vrede uitdraaien en wordt de oorlog voortgezet als een duel om de wereldmacht tusschen de duitsch-oostenrijksche en de anglo-amerikaansche machten. Maar ik kan hieraan nog niet gelooven. Pannekoek is pessimistisch over de Duitschers; hij verwacht wèl opkomen der revolutionaire beweging maar langzaam, langzaam... in elk geval veel te langzaam voor ons aller ongeduld. De russische revolutie zelf is even fascineerend als ontzettend; de onvoorwaardelijke daden, de klaarheid en vastheid der politiek van Lenin en Trotzky beginnen hier indruk te maken ook op intellektueelen en artiesten, die sedert het begin van den oorlog het socialisme eenvoudig uitgeschakeld hadden en gewoon antiduitsch (zooals ook mijn man!) waren, fel en beperkt. Zij zien plotseling, dat het duitsche militarisme op andere

[pagina 72]
[p. 72]

wijze door een andere macht dan door het Entente militarisme zal kunnen worden verslagen. Dat pakt hen. Hadden we nu een goede partij, een goede krant, een kleine staf van sprekers en schrijvers, sterk door kennis en enthousiasme, dan zou er, meen ik, voor 't eerst in veel jaren ook onder de intellektueelen wat te doen zijn; er zouden nieuwe sympathiën gewekt kunnen worden. Maar wij hebben niets van dat alles. De partij is een afschuwelijk troepje kibbelende sektarissen, de Tribune-redaktie staat door haar eenzijdig anti-duitsch-zijn, onzuiver tegen de Bolscheviki, evenals tegen de vredesbeweging in de Entente-landen. De heele sdp is nog steeds een absolute quantité en qualité négligeable in de hollandsche politieke en geestelijke wereld. De arbeiders komen soms even in beweging uit honger, als wilde dieren die eten wil, en zakken dan weer in stompzinnigheid terug. De enorme beteekenis van de nieuwe russ. R. wordt absoluut niet beseft; vergeleken bij 1905, is er ongetwijfeld in de mentaliteit der Ned. arbeiders een enorme achteruitgang... De beweging hier is alleen uit te houden voor menschen, die òf van nature zich tevreden voelen in kleinen strijd en negatieve kritiek, of de eigenlijke sfeer van hun werk en hun denken buiten de hollandsche misère hebben. Van een begin van verbetering, een begin van ontwaken onder de sdap of nvv menschen is geen sprake. Die zijn en blijven nationalistische kleinburgers, en wij zitten met de laagste, ruwste en onontwikkeldste lagen van het proletariaat. Ik heb je nu eens naar waarheid geschreven over de beweging, opdat je je geen illusies maakt en gelooft aan dingen die er niet zijn. Maar dat zul je wel niet kunnen laten: het fantaseeren over menschen en dingen thuis hoort tot de vertroostingen van de ballingschap.

Pannekoek en zijn gezin zie ik veel, sedert hij in Sept. tot leeraar in Bussum benoemd werd. Wij denken in de meeste vragen vrij wel gelijk, maar zijn zeer verschillende naturen, dat geeft een genoegelijke omgang (?), en daar ik van zijn vrouw en kinderen ook veel houd is 't

[pagina 73]
[p. 73]

voor mij een groote aanwinst dat zij in B. zijn komen wonen. Augusta de Wit, die sedert een jaar partijgenoote is, zie ik ook veel. Gorter brengt voor zijn gezondheid den winter in Zwitserland door, hij is nu weer best en vol werk- en strijdlust.

Mijn boek over Revolutionaire Massa-Aktie, waar ik je meen ik al eens over schreef, is nu eindelijk af, na veel gezwoeg, en al half gezet. Binnen een paar maanden hoop ik je een exemplaar te kunnen sturen. 't Is veel te groot om gelezen te worden, maar nuttig als verzameling van gegevens. Voor mij een heele opluchting dat ik er mee klaar ben!

Zeg, je vraagt om pluimgraaf bij ons te worden. Daardoor meen ik dat je geen flauw benul hebt hoe 't hier is. De kalkoenen zijn al lang weg, bij gebrek aan voer, en de kippen steeds op den rand van den hongersnood! Als raskippen zijn zij in de regeeringsdistributie van kippenvoer; (zooals wij als schilder en schrijfster een extra-uitkeering brandstof krijgen! maar die kippendistributie is vaak meer dan een maand te laat!) Wat zou je zoontje, de kippenkoning, zich dáár over druk maken! Allerleukst wat je schrijft over de jongetjes en de ‘liefsten’ - hij begint al vroeg, die Pam! Bet moet mij ook weer eens schrijven, dan hoor ik weer eens wat van uit haar sfeer. Mijn brief is haast zoo lang als de jouwe, ook zonder processen! Als je nu óók zoo gauw antwoord als ik, hoor ik weer wat van jullie tegen dat de boomen groen worden. Daar ligt waarschijnlijk weer een heel stuk wereldgeschiedenis tusschen. Veel liefs voor jullie allemaal, en een hartelijke handdruk van je H. Roland Holst

Ik ben benieuwd naar je verdedigings-brochure.

II Aan Mien Sneevliet

Utrecht, 6/11.45

 

Beste kameraad,

Ik las dat u terug zijt in Nederland en was blij te zien, dat u de gevangenschap hebt overleefd en uw krachten weer aan de beweging kunt wijden. En ook ben ik blij te weten dat Henk bij u inderdaad ‘in veilige haven’ was aangeland en u hem al die jaren vast hebt gehouden. Het is wel verschrikkelijk wat u schrijft, dat ze u geen enkel kostbaar blijk van uw huwelijk hebben gelaten, er zijn oogenblikken waarin de kleine dingen die vol herinneringen zijn, ons troosten, voor zoover dat mogelijk is, over het gemis van onze liefsten.

Bij mij op de Buissche Hei is ook ontzettend veel gestolen. Mijn man schonk mij een kleine aktetasch toen ik aan de Opstandelingen werkte en schreef de titel en de datum van voltooiing aan den binnenkant. Die hebben ze ook meegenomen.

De laatste keer dat ik Henk sprak op een wintermiddag in Santpoort, gaf ik hem op zijn verzoek mijn laatste ex. van de Opstandelingen mee.

Als hij voorzichtiger was geweest had hij misschien de bezetting overleefd maar hij volgde zijn aard en dat was voor hem het beste.

Het leven is hard en de naaste toekomst weinig hoopvol maar wie gelooven haasten niet.

Met een handdruk

uw H. Roland Holst


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Karl Arnold Kortum

  • Herman Dijkstra

  • Fritzi ten Harmsen van der Beek

  • T.A. Steinlen


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • brief aan Henk Sneevliet

  • Henriette Roland Holst-van der Schalk

  • brief van Henriette Roland Holst-van der Schalk


datums

  • 22 december 1917

  • 6 november 1945