Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Maatstaf. Jaargang 24 (1976)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Maatstaf. Jaargang 24

(1976)– [tijdschrift] Maatstaf–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 24]
[p. 24]

Portfolio Arthur van Schendel
Door Charles Vergeer

Arthur François Emile van Schendel, Batavia 1874 - Amsterdam 1946. Omdat in de verdere bijdragen voor Maatstaf de jonge van Schendel, en niet het geijkte beeld van de grijze meester van de hollandse tragedies, naar voren treedt, reikt ook dit portfolio niet verder dan 1920.

Slechts enkele kanttekeningen over het geboden materiaal mogen volstaan.

 

Arthur van Schendel, juni 1892 te Apeldoorn, achttien jaar oud. Kinderjaren eerst in Indonesië, dan in Haarlem, Amsterdam en op vele andere plaatsen in Nederland doorgebracht. Zijn vader, een officier van het voormalige k.n.i.l., sterft reeds vroeg, zijn moeder verwaarloost het gezinnetje in vergaande mate. Schoolonderwijs heeft hij nauwelijks genoten, wel las hij zelf veel en reeds op jeugdige leeftijd. Ook reeds op jeugdige leeftijd - veertien jaren oud - gaat hij zelfstandig wonen. Reeds in 1890, hij is dan zestien jaar, stuurt hij zijn eerste gedichtjes naar de redactie van ‘De Nieuwe Gids’ (4): het begin tevens van een kontakt, later vriendschap met Willem Kloos. Van '91 tot '93 volgt dan de periode waarin hij lessen volgt op de Amsterdamse toneelschool. Deze opleiding wordt gestaakt wegens ‘physieke redenen’: waarmee op zijn lengte gedoeld werd?

Van maart tot november van het navolgende jaar - 1894 - wordt dan van Schendels eersteling ‘Drogon’ geschreven: om daarna, ook blijkens de curieuze aantekening (2), twee jaren zoek te geraken. De schrijver van dit verrassende debuut is dan pas twintig jaar maar maakt een veel oudere, en ook in zijn schrijven veel volwassener indruk. Iets wat hij bewust nastreefde (5, 6, 7).

Bij het vele dat hij leest - Multatuli, Shakespeares ‘Hamlet’ o.a. - hoort ook de franse dichter Paul Verlaine aan wiens leven en werk hij later een boek zal wijden. In 1892 verschijnt Verlaine in Holland, logeert bij Witsen. Van Schendel echter heeft geen geld voor een treinkaartje om de bewonderde te zien of horen (8).

Vanaf 1896 beginnen zijn vriendschappen met een aantal mensen ‘rondom tachtig’: Willem Kloos, Hein Boeken, de schilder Willem Witsen - die een prachtige serie foto's van dit gezelschap maakt - Jan Toorop en Aart van der Leeuw. Tevens met de uitgever Versluys en zijn vrouw (9 en 11). Het zijn niet zijn enigste vrienden. Hij verblijft vanaf deze tijd vaker enkele jaren in Engeland en Wales waar hij vriendschap sluit met drie vissers te Pwllheli: een amerikaanse neger, een deen en een slechts het keltiese dialekt van Wales sprekende visser uit Pwllheli. Geen van de drie verstond de ander, van Schendel tolkte wat tussen hen en samen hadden ze de grootste pret. Bij het afscheid werden ze door Van Schendel meegesleept naar de fotograaf. De hond op de voorgrond is hun dier, het beest op schoot is van Schendels hond, waarover hij spreekt in zijn boek ‘Menschen en honden’ (p. 136):

‘De hond van koning Arthur heette Cabul, misschien naar Caleb, een oosterling.

Een naamgenoot van dien vorst (sic!) bezat vele honden, die allen reeds een naam droegen voor hij ze kende. Eigenlijk behoort iedereen zelf zijn hond een naam te geven, zooals hij ook den plicht heeft zelf zijn hond te kiezen. Hoe ongerijmd is het tien of twaalf jaren lang in huis den zotten naam te roepen dien de hond van een onverschillige ontving; den hond zal het niet deren, maar de baas zou zich

[pagina 25]
[p. 25]


illustratie
1




illustratie
2




illustratie
3


[pagina 26]
[p. 26]


illustratie
4




illustratie
5




illustratie
6


[pagina 27]
[p. 27]


illustratie
7




illustratie
8


[pagina 28]
[p. 28]


illustratie
9




illustratie
10


[pagina 29]
[p. 29]


illustratie
11




illustratie
12


[pagina 30]
[p. 30]


illustratie
13




illustratie
14


[pagina 31]
[p. 31]


illustratie
15


[pagina 32]
[p. 32]


illustratie
16


[pagina 33]
[p. 33]

schamen als hij wist hoe dwaas zijn stem klinkt wanneer hij zijn vriend roept met een dwazen naam.

Een heette omdat hij in een Keltisch land geboren was Fy-Ngwasi, hetgeen beteekent: mijn kleine vriend; maar toen hij in Holland woonde kon niemand het woord behoorlijk zeggen zoodat hij naar de zonderlingste klanken moest luisteren. Hij deed dit hulpvaardig en toonde daarmee dat hij beter was dan een naam.’ (10)

In Engeland is het ook dat hij in het huwelijk treedt met Bertha Zimmerman. Het gezinnetje, al spoedig uitgebreid met twee dochtertjes, woont te Muswell Hill (London) en Pwllheli (Wales), waar ‘Een Zwerver verliefd’ geschreven wordt. Het geluk is van korte duur. Het jongste dochtertje sterft; enkele weken daarop ook zijn vrouw. Een periode van diep pessimisme volgt; het werk gaat verder: ‘Een zwerver verdwaald’ en ‘De schoone jacht’ - verhalen - waarvoor zijn vriend, de ontwerper Bernard Sleigh uit Manchester, die ook het bandvignet voor de eerste druk van ‘Een zwerver verdwaald’ ontwierp, nooit gebruikte illustraties maakt (14).

Terug in Nederland leert hij enkele jaren later in het atelier van de schilder Jopie Bremer zijn tweede vrouw Annie de Boers kennen. Het gezin verhuist eerst naar Doorn, dan naar Ede. Een periode van rustige arbeid en grote scheppingskracht breekt aan.

Bij het portfolio

1Arthur van Schendel, 18 jaar oud. Juli 1892 te Apeldoorn.
2Tekening door een onbekende van de twintigjarige Van Schendel in 1894.
3Karikatuur door een onbekende op de achterkant van een menu - bij onbekend welke gelegenheid - van de ongeveer negentienjarige Van Schendel.
4De oudstbekende brief van Arthur van Schendel aan Willem Kloos.
5Willem Kloos. Foto van Willem Witsen, gemaakt in zijn atelier in het begin der jaren negentig.
6Aantekening van Van Schendel over Drogon.
7Paul Verlaine in het atelier van Willem Witsen. Foto door Witsen in 1892.
8Foto van Willem Witsen: Jan Hofker, Willem Kloos en Hein Boeken op het einde der jaren negentig.
9Ede (?) 1908.
10Van Schendel en Van Schendel. Trucage door Witsen, 1897.
11Vissers uit Pwllheli, waarmee Van Schendel bevriend was. Foto; najaar 1903.
12Van Schendels eerste vrouw, Bertha Zimmerman, met hun dochtertje Suzanna, najaar 1903.
13Het atelier van de schilder Jopie Bremer te Amsterdam, waar Van Schendel zijn tweede vrouw, Annie de Boers, leerde kennen. Omstreeks 1908.
14Illustratie, nooit gebruikt, door Bernard Sleigh, voor De schoone jacht.
15Uit de aantekeningen voor een derde deel van De Zwerver.
16Werkkamer van de schrijver te Ede (1920). Aan de wand het portret van zijn vrouw door Jan Toorop.

 

Omslag: schetsje door Jan Toorop, omstreeks 1916.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Karl Arnold Kortum

  • Herman Dijkstra

  • Fritzi ten Harmsen van der Beek

  • T.A. Steinlen


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Charles Vergeer

  • Arthur van Schendel