Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Madoc. Jaargang 1995 (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van Madoc. Jaargang 1995
Afbeelding van Madoc. Jaargang 1995Toon afbeelding van titelpagina van Madoc. Jaargang 1995

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Madoc. Jaargang 1995

(1995)– [tijdschrift] Madoc–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Duizend en enige bladzijden poëzie

Gerrit Komrij, De Nederlandse poëzie van de twaalfde tot en met de zestiende eeuw in duizend en enige bladzijden. Bert Bakker (Amsterdam 1994) 1263 pp. ISBN 90 351 1408 6. f59,50 (gebonden).

Al jaren wordt er door verschillende literatuurwetenschappers voor gepleit de Middelnederlandse literatuur beter toegankelijk te maken voor een breder publiek. Een publiek dat niet louter uit kenners hoeft te bestaan. In dat kader verschijnen er steeds meer tekstedities. De Nederlandse poëzie van de twaalfde tot en met de zestiende eeuw in duizend en enige bladzijden (1994) lijkt op dit vlak een aanwinst te zijn. Deze bloemlezing is samengesteld door Gerrit Komrij die al eerder De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw (...) (1979) en De Nederlandse poëzie van de zeventiende en achttiende eeuw (...) (1986) verzorgde. Zijn nieuwste bundel kan men beschouwen als het laatste deel in deze serie.

Dat juist het deel over Nederlands oudste poëzie als laatste verschijnt zal niet toevallig zijn. De obstakels bij de samenstelling van een dergelijke bundel hebben juist met de geringe toegankelijkheid van deze literatuur te maken. Dat be-

[pagina 50]
[p. 50]

treft zowel de Middelnederlandse taal als de beperkte beschikbaarheid van moderne edities om uit te putten. Komrij beklaagt zich hierover ook in zijn woord vooraf. Hij noemt het schandalig dat bijvoorbeeld van Anna Bijns nooit een verzameld werk is verschenen.

Er is een zo breed mogelijke keuze gemaakt uit het beschikbare materiaal. Onder ‘beschikbaar materiaal’ moeten we alleen bestaande edities verstaan. Onuitgegeven teksten heeft Komrij helaas niet bij de samenstelling betrokken. Gedichten van uiteenlopende genres en kwaliteit hebben hun plaats gekregen in de bundel. Een groot deel ervan gaat over universele thema's als liefde, religie en dood.

Veel, voor het merendeel anonieme dichters en dichteressen blijken in de ban van de minne. In hun verzen klagen aanbidders als ze door hun object van bewondering niet worden opgemerkt, of als ze door hun eigen ongeduld hun geliefde onbedoeld van zich verwijderen. Zo verzucht hertog Jan I van Brabant:

 
Menech creature es blide
 
Die onthier in sorgen was
 
Dats natuerlic jegen den tide:
 
Doch mi hout mi minne in ene pas... (p. 75)
 
[Menigeen is blij / die tot nu toe zorgen had. / Dat past bij dit jaargetij; /
 
maar mij houdt de liefde bekneld.]

Hendrik van Veldeke verwoordt in de vierentwintig gedichten die van hem in deze bundel zijn opgenomen, zowel zijn liefdessmarten als liefdesvreugden. Dus gelukkig wordt ook het genot van de minne beschreven.

De vermeende ontrouw van minnaressen als thema in de liefdespoëzie past bij het negatieve vrouwbeeld dat in veel andere literatuur wordt verwoord. IJdelheid, bedrog, niet de waarheid kunnen spreken, maar ook niet kunnen zwijgen, zijn eigenschappen die vaak aan vrouwen worden toegedicht. Maar niet alleen vrouwen komen er slecht vanaf. Spot, ironie en satire zijn graag gebruikte stijlmiddelen in deze periode en er is dan ook voor elke bevolkingsgroep: arm of rijk, man of vrouw, geestelijk of adellijk, wel een spottend gedicht te vinden in de middeleeuwse dichtkunst, zo ook in deze bloemlezing. Met name de geestelijkheid vormt een geliefd doelwit. Nonnen, begijnen, priesters en monniken worden beticht van geilheid en gulzigheid en andere handelingen in strijd met de leer van de Kerk. Ook genres zelf worden op de korrel genomen: zie bijvoorbeeld het spotsermoen over Sint Niemand op pagina 1047.

Geloofszaken, maar dan vanuit een ander perspectief komen aan de orde in de religieuze poëzie, die in de bloemlezing ruim vertegenwoordigd is. Het boek bevat gedichten over het leven van bijbelse figuren, maar ook gedichten over persoonlijke contemplatie: de worsteling met geloofsregels en de liefde voor God of Jezus. Het laatste thema is het meest indrukwekkend berijmd door de mystica Hadewijch, die maar liefst drieëntwintig bladzijden toebedeeld krijgt. Verder worden christelijke en algemene leefregels en omgangsvormen voor man en vrouw in dichtvorm beschreven en toegelicht.

Naast liefde en geloof echter vormt ook angst voor tegenspoed, verderf en (angst voor) de dood het onderwerp van vele verzen: de onberekenbaarheid van

[pagina 51]
[p. 51]

de toekomst, de angst voor het verlies van geluk, geliefden en bezit blijken uit de vele waarschuwingen voor het verspillen van tijd en geld en de waarschuwing je te hoeden voor vrienden die je in de steek laten wanneer je plotseling in armoede vervalt.

Er zijn veel klassiekers in de bloemlezing opgenomen, zoals de ballade van Heer Halewijn, ‘Het waren twee koninghs kindren’, het Wilhelmus en het befaamde ‘Schaeckberd’, waarin achtendertig balladen te ontdekken moeten zijn. Daarnaast lezen we over de politieke gebeurtenissen in de vele historieliederen. In rijmspreuken, verspreid over de hele bloemlezing, worden de meest uiteenlopende levenslessen gegeven van meer of minder serieuze aard.

Omdat de bundel nog de gehele zestiende eeuw beslaat is de overgang naar nieuwe stijlen in een aantal gedichten waar te nemen. De rederijkerspoëzie, die Komrij's bijzondere aandacht heeft, is hiervan een voorbeeld. Dit repertoire is vooral vertegenwoordigd met refreinen, waarvan de laatste strofe steeds aan een prince of princesse is opgedragen.

Komrij heeft zijn gedichtenverzameling min of meer chronologisch geordend. Hij heeft zich er helaas niet aan gewaagd de niet extact gedateerde en vaak anonieme gedichten van enige tijdsaanduiding te voorzien. Het enige houvast dat de lezer heeft, zijn de dichtstbijzijnde wel gedateerde verzen en poëten. Een globale datering binnen vijf eeuwen poëzie zou echter toch wel wenselijk zijn. Dat er geen speciaal auteursregister is opgenomen komt waarschijnlijk omdat het merendeel van de gedichten anoniem is. Wel is er een register met titels en beginregels, en een met stokregels van refreinen.

Het streven om al deze gedichten en fragmenten met prozavertaling in duizend en enige (lees: 1200) bladzijden weer te geven komt jammer genoeg niet ten goede aan het leesgemak. De vaak zeer mooie prozavertalingen, verzorgd door specialisten in het Middelnederlands, in het kader van het Leidse onderzoeksprogramma ‘Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen’, zijn wel héél klein afgedrukt onderaan de pagina. Met name de lezer(es) die niet zo bekend is met het Middelnederlands en die het juist van die vertalingen moet hebben, wordt zo ondanks de bedoelingen van de bloemlezing niet erg aangemoedigd.

Nadelen aan de bundel zijn dus vooral van praktische aard. Om gericht naar auteurs te zoeken, of om iets meer informatie te krijgen door middel van dateringen en dergelijke is de bundel niet erg geschikt. Wie echter ‘gewoon’ oude Nederlandse poëzie wil lezen en bewonderen vindt hier een grote verscheidenheid aan gedichten, die samen een sfeervol beeld oproepen van de eerste vijf eeuwen Nederlandse poëzie.

Carine Grootenboer


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over De Nederlandse poëzie van de twaalfde tot en met de zestiende eeuw in duizend en enige bladzijden


auteurs

  • Carine Grootenboer