Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Madoc. Jaargang 1995 (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van Madoc. Jaargang 1995
Afbeelding van Madoc. Jaargang 1995Toon afbeelding van titelpagina van Madoc. Jaargang 1995

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Madoc. Jaargang 1995

(1995)– [tijdschrift] Madoc–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 131]
[p. 131]

[Nummer 3]

inleiding

Woest en ledig?
Nederland vóór Willibrord

21 November 695 ontving Willibrord in Rome uit handen van paus Sergius II de aartsbisschoppelijke macht en de opdracht om de Friezen te bekeren. Utrecht diende hem als missiebasis. Het was de eerste stap in een proces dat in de loop van de achtste eeuw zou leiden tot de vorming het bisdom Utrecht. De kerstening van de Friezen onder Willibrord en zijn opvolgers en de vroegste ontwikkeling van het Utrechtse bisdom staan dit najaar volop in de belangstelling (zie de Agenda).

Hoe zag Nederland eruit vóór de komst van Willibrord? Wat weten we eigenlijk over ons land in de periode tussen 400 en 700 na Christus, dat schemergebied op de overgang van Oudheid en Middeleeuwen, al te vaak afgedaan als duistere Middeleeuwen? Deze vragen staan centraal in dit thema-nummer van Madoc.

Pas met de komst van het christendom kwam ons land binnen het bereik van de schriftcultuur. Uit de periode daarvóór beschikken we slechts over enkele losse berichten afkomstig van schrijvers uit Merovingisch Gallië of Angelsaksisch Engeland, voor wie ons land een ver, perifeer gebied was. Informatie uit eerste hand krijgen we alleen uit archeologische bronnen. Deze zijn zeer rijk, ofschoon lang niet in alle delen van ons land in gelijke mate voorhanden. De gegevens die zij verschaffen zijn echter niet altijd even eenduidig. Wat was de cultuur van de Friese, Saksische en Frankische stammen die onze streken bevolkten na het uiteenvallen van het Romeinse imperium? Hier stuit iedereen die zich met deze vroege Middeleeuwen bezighoudt op een moeilijk ontwarbare kluwen.

Onder invloed van het archeologisch onderzoek is de beeldvorming over de laat-antieke en vroeg-middeleeuwse periode de laatste tijd nogal aan verandering onderhevig. In deze Madoc komen verschillende Nederlandse onderzoekers aan het woord die deze periode vanuit nieuwe gezichtspunten proberen te benaderen. Daarbij is een royale plaats toebedeeld aan de archeologen, maar ook bijdragen uit historische, kunsthistorische en literatuurhistorische hoek ontbreken in dit nummer niet. De artikelen hebben primair betrekking op het gebied binnen de huidige landsgrenzen, maar het is onvermijdelijk dat er af en toe ook over die grenzen heen gekeken zal worden.

Frans Theuws biedt een inleidend artikel waarbij hij speciaal het door de Franken gedomineerde gebied onder de loupe neemt: het gebied ten zuiden van de grote rivieren dat tot in de vierde eeuw deel had uitgemaakt van het Romeinse rijk. Het Friese gebied langs de kust, ten noorden daarvan, is het onderwerp van de bijdrage van Gilles de Langen. Meer op de historische bronnen gericht is het artikel van Raphaël Rijntjes die zich verdiept in de vroeg-middeleeuwse geschiedenis van de castella langs de limes, de forten aan de voormalige Romeinse

[pagina 132]
[p. 132]

rijksgrens langs de Rijn. Ineke Joosten en Matthijs van Nie schetsen de ontwikkeling en betekenis van de vroeg-middeleeuwse ijzerproduktie op de Veluwe. Norbert Voorwinden gaat op zoek naar sporen van een inheemse traditie van orale dichtkunst. Ottie Thiers doet verslag van een interview dat zij hield met Judith Schuyf; het onderwerp van gesprek was haar recent verschenen boek over de zichtbare overblijfselen van heidens Nederland. Marco Mostert, tenslotte, geeft in het kader van de Madoc-serie ‘Over de hekel’ zijn visie op de enige onsympathieke figuur die we uit de vroeg-middeleeuwse geschiedenis van ons land werkelijk leren kennen: Bonifatius.

Ook de vaste rubrieken van het tijdschrift staan geheel in het teken van de vroege Middeleeuwen. In ‘A priori’ belichten J.M. Bos en J. Zijlstra het lopende onderzoek naar de vondsten van Friese mantelspelden, fibulae. Columnist Dick Berents probeert zich een beeld te vormen van de bewoning van onze streken voor de komst van Willibrord. In de recensierubriek wordt aandacht besteed aan een selectie van de meest recente publikaties in binnen- en buitenland op vroeg-middeleeuws terrein. Het bleek zelfs mogelijk een cd met muziek uit prehistorie en vroege Middeleeuwen in dit nummer te bespreken.

 

De redactie

 

Anne Houk de Jong

Esther Koch

Erwin Mantingh

Jos Stöver

Thea Summerfield

Kaj van Vliet


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Anne Houk de Jong

  • Esther Koch

  • Erwin Mantingh

  • Jos Stöver

  • Thea Summerfield

  • Kaj van Vliet

  • over Willibrord