Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Madoc. Jaargang 2005 (2005)

Informatie terzijde

Titelpagina van Madoc. Jaargang 2005
Afbeelding van Madoc. Jaargang 2005Toon afbeelding van titelpagina van Madoc. Jaargang 2005

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Madoc. Jaargang 2005

(2005)– [tijdschrift] Madoc–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 118]
[p. 118]

Kroniek

2 Maart 2005

Bij een archeologisch proefonderzoek op het terrein van de voormalige fruitveiling in Wijk bij Duurstede zijn volgens vvd-wethouder Nico de With zeer opzienbarende vondsten gedaan, die de geschiedenis van het vroegmiddeleeuwse Dorestad weer verder helpen ontsluieren. Het zou gaan om zilveren munten, sporen van handelaren en boeren en een grafveld, maar zeker is dit niet. De direct betrokkenen zwijgen namelijk vooralsnog over de details van de opgraving, uit angst voor diefstal van voorwerpen op het opgravingsterrein. (Utrechts Nieuwsblad, 2-3-2005)

23 Maart 2005

De toekomstige rustplaats van Thomas a Kempis (ca. 1380-1471) is nog steeds niet zeker. De augustijner kannunik was een van de belangrijkste exponenten van de Moderne Devotie en is wereldberoemd geworden vanwege zijn werk Imitatio Christi, waarin hij de intimiteit van de Godsontmoeting onder woorden brengt. Hij sleet het grootste deel van zijn leven binnen de muren van het klooster Windesheim bij Zwolle. Tot de jaren zestig lag zijn stoffelijk overschot in een neogotisch praalgraf in de Zwolse St.-Jozefkerk, tot het plaats moest maken voor nieuwbouw van v&d. Vervolgens werd de schrijn verplaatst naar de St.-Michaëlskerk, maar die zal binnenkort waarschijnlijk voorgoed haar deuren sluiten. Er zijn twee nieuwe mogelijke locaties voor Thomas: de Verrijzeniskerk in de wijk Holtenbroek, waar de parochianen van de Michaëlskerk de mis zullen gaan volgen, of de laatmiddeleeuwse Onze-Lieve-Vrouwebasiliek in het centrum. Het aartsbisdom Utrecht zal de beslissing pas nemen als de Michaëlskerk definitief is gesloten. (De Stentor, 23-3-2005)

13 april 2005

De mysterieuze walburcht van Rhenen is iets minder mysterieus geworden. De archeoloog Guido Mauro heeft de aarden wal op de Grebbeberg, die driehonderd meter lang en vier meter hoog is, de afgelopen jaren grondig onderzocht. Na een eerste vondst van een stenen offermes van 4000 jaar oud vermoedden Mauro en zijn team dat de wal een Keltisch bouwwerk was. Een doorsnee van de walburcht leerde echter dat hij in verschillende bouwfasen is ontstaan. In een van de oudste fasen vonden de archeologen houtskoolresten uit de zevende eeuw. De jongste vondsten dateren uit de elfde eeuw, toen het bouwsel zijn huidige omvang kreeg. Aanleiding voor het ar-

[pagina 119]
[p. 119]

cheologisch onderzoek was de wens van Stichting Het Utrechts Landschap om de mountainbikers te weren, die de wal ongehinderd aan gort reden. Nu de cultureel-historische waarde van het aardfort duidelijk is geworden, kan men maatregelen nemen tegen deze vernieling. (De Gelderlander, 13-4-2005)

19 April 2005

Habemus papam

23 April 2005

De Leidse medioneerlandicus Wybren Scheepsma stelt dat de teksten van de mystica Hadewijch niet halverwege de dertiende eeuw moeten worden gedateerd, maar zo'n 75 jaar later. Scheepsma trekt die conclusie na bestudering van de Limburgse sermoenen, de oudste preken in het Nederlands. De preken zijn in het Rijn-Maasgebied ontstaan tussen 1280 en 1310 en hebben een extatisch mystiek karakter, waarbij het opgaan in een allesoverweldigende ‘minne’ of geestelijke liefde voor God centraal staat. Waarschijnlijk circuleerden deze teksten aan het begin van de veertiende eeuw hoofdzakelijk in religieuze leefgemeenschappen van vrouwen. In de handschriften van de preken komt een afkorting voor het begrip ‘minne’ voor, me of mn, die ook in Hadewijchs teksten opduikt. Scheepsma ziet dit als indicatie dat Hadewijchs teksten in dezelfde periode als de Limburgse sermoenen moeten worden geplaatst. Een bijkomend argument voor de latere datering van Hadewijch is dat de oudste handschriften met haar teksten pas uit het tweede kwart van de veertiende eeuw stammen. (NRC Handelsblad, 23-4-2005)

10 mei 2005

Archeologen van de gemeente Den Haag hebben bij de Uithofslaan een dertiende-eeuwse waterput gevonden die met minstens 11 paardenschedels was gevuld. De put hoorde bij een boerderij, waarvan op hetzelfde terrein baksteenfunderingen en nog enkele waterputten zijn gevonden. De boerderij was destijds het bezit van het klooster Leeuwenhorst bij Noordwijk. (Stichting voor de Nederlandse Archeologie, www.sna.nl, 10-5-2005)

23 Mei 2005

In Nijmegen is de oorsprong van een van de oudste woonhuizen van de stad achterhaald. Het pand ligt achter de Hoogstraat, in de buurt van het Valkhof. Het onderzoek naar het huis was mogelijk, omdat een naastgelegen pannenkoekenhuis aan de Hoogstraat het pand in gebruik wilde nemen. Tijdens de verbouwing kwamen de originele balken van het huis bloot te liggen. Ze bleken te zijn gezaagd uit hout dat in 1327, 1331 en 1332 is gekapt. Daarmee is vrijwel zeker geworden dat het gaat om een huis dat Johan Moliart tussen 1336 en 1343 liet bouwen. Moliart was een zeer machtig man: hij was rentmeester en kanselier van de Gelderse hertog Reinoud II en tevens rector van de St.-Nicolaaskapel op het Valkhof. Waarschijnlijk werd in het huis achter de Hoogstraat het hertogelijk zegel bewaard, waarmee namens de landsheer kon worden geoorkond. (Persbericht gemeente Nijmegen, www.nijmegen.nl, 23-5-2004)

[pagina 120]
[p. 120]

28 Mei 2005

Onderzoekers hebben ontdekt welke stoffen de Duitse drukker Johann Gutenberg in 1454 gebruikte om 's werelds eerste gedrukte bijbels van kleuren te voorzien. Een zogeheten spectroscopische chemische analyse bracht aan het licht dat de negen onderzochte kleuren zijn samengesteld uit metalen, mineralen, kalk, koper, plantaardige stoffen en zelfs insecten. Gedetailleerde kennis van de samenstelling van het pigment is onontbeerlijk voor het vaststellen van de juiste manier van conserveren van de overgeleverde bijbels. De eerste druk van Gutenbergs bijbel had een oplage van 180 stuks; daarvan zijn er 48 bewaard gebleven.

(www.katholieknederland.nl, 28-5-2004)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 2 maart 2005

  • 23 maart 2005

  • 13 april 2005

  • 19 april 2005

  • 23 april 2005

  • 10 mei 2005

  • 23 mei 2005

  • 28 mei 2005