Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Historie van Malegijs (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van Historie van Malegijs
Afbeelding van Historie van MalegijsToon afbeelding van titelpagina van Historie van Malegijs

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.36 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Editeur

E.T. Kuiper



Genre

proza

Subgenre

ridderroman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Historie van Malegijs

(1903)–Anoniem Malegijs–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoe dat coninc Karel open hof hielt, ende hoe dye keyserinne hem seyde van Malegijs, van meester Iorck ende Baldaris consten die si bedreven.

ALs dye keyser ter tafelen was gheseten, so verlangde hi seere waer sijn vrouwe bleef, ende hi vraechde Guwelloen of hijse halen wilde, dwelc Guwelloen dede. Doe die

[pagina 19]
[p. 19]

keyser haer sach so seide hi. Tis groote schande dat ghi mi alleen hier laet sitten op desen hoogen Pincxterdach. Die vrouwe seide. Heer keyser weest te vreden want ic heb geweest bi drie meesters van consten, die wonder bedreven hebben. Die keyser vraechde wat meesters dat waren. Si antwoorden. Deen is meester Iorck, dander Baldaris, ende die derde is een iongelinc die hem allen te boven gaet in consten. Karel seyde. Ic moet den iongelinc sien. Ende Malegijs die wert ontboden om te comen by den keyser met Roelant ende hi seyde. O Malegijs meester Karel die keyser ontbiet u dat ghi terstont bi hem comen wilt, hi begeert van u consten te sien. Doe ginc Malegijs met Roelant ende quam over coninc Karels tafel, daer hi sadt met sijnder coninginnen, ende met sijn ander heren ende heeft den keyser eerwaerdelic gegroet ende hi vraechde wat die keyser van hem beliefde gedaen te hebben. Doe seyde coninc Karel. Meester Malegijs ick heb hooren seggen dat ghy meester der meesteren sijt in diverschen consten principalic van die nigromancie, aldus wilde ic wel wat van uwen consten sien in dien dat u beliefde op een verbeteren want mijn vrouwen ende mijn heeren hebben op mi begeert dat ict u bidden soude, dat ghy ons eenige consten wilt thonen. Daer op Malegijs seyde, heer coninc van tgeen dat ic can wil ic gaerne laten sien, ende mettien so ghinc hi aen deen side, ende hi beswoer drie ofte vier duyvelen datse bi hem quamen, ende bisonder eenen duyvel die Bleckas heet, dye oppercapiteyne was ende si vraechden Malegijs wat hem beliefde. Malegijs seyde. Ghi duvels ghi sult coninc Karel met sijn vrouwen ende met alle sijn heeren wt genomen bisschop Tulphijn ende Namals doen dansen al moedernaect, deen met een pijpe inden mont ende dander met een tamboor in de hant, ende die ander met een schalmeye,

[pagina 20]
[p. 20]

ende so voort, dus haeste u gheringhe ende volbrenget tgeen dat ic u ghebiede. Die vianden waren bereet ende si maecten den coninc ende sijn huysvrouwe ende met allen sijn heren, also dat si quamen al dansende ende al springende, elc om best, moedernaect. Coninc Karel waende te verwoeden van quaetheden, ende ooc zijn vrouwe alst redelic was, ende door dese spijt so dede coninc Karel Malegijs in die vangenisse leggen. Doe seyde Malegijs. Heer coninck ghi sult my wt laten, ende tuwer spijte mi orlof gheven te gaen daert mi belieft. Coninc Karel swoer dat hi hem nemmermeer en soude laten los gaen mer hi soude op hem wreken die scande die hy ghedaen had. Corts daer na versciep hem Malegijs als een duvel ende quam voor coninc Karel seer vervaerlic vuer ende vlam spuwende. Die coninc dit horende wert seer vervaert ende vraechde wie hem dus quam quellen. Malegijs seyde, ic ben de duvel vander hellen die u hier coemt tempteren, ende ten si dat ghi Malegijs wter vangenisse ontslaet en hem zijn misdaet vergeeft, of ic sal u ende al u heren te niete maken. Doe seyde Guwelloen. Heer coninc ontslaet doch Malegijs, of wi worden al door hem gheplaecht. Coninc Karel dit horende riep met luder stemmen. Ghi helsche viant vliet wech ende ic ontslae Malegijs ende vergheef hem al zijn misdaet. Malegijs seide. Heere coninc ic danc u want ic ben Malegijs die hier in gelijckenisse van eenen duvel staet. Die coninc dit siende was seer gestoort, ende hi dede Malegijs, meester Iorck ende Baldaris bannen wt zijn landen op den hals. Malegijs seyde. Op u bannen so en acht ic niet, ende ick sal u noch speels genoech maken ende mettien liet hi hem wech dragen van eenen duvel op een casteel, midden in een water daer meester Iorck ende Baldaris waren Malegijs verwachtende.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken