Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Historie van Malegijs (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van Historie van Malegijs
Afbeelding van Historie van MalegijsToon afbeelding van titelpagina van Historie van Malegijs

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.36 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Editeur

E.T. Kuiper



Genre

proza

Subgenre

ridderroman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Historie van Malegijs

(1903)–Anoniem Malegijs–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoe dat Vivyen oorlof nam aen coninck IJvorijn van Mombrant sinen vadere, om tegen den Reuse te campen.

DOe den dach op ghinc, soo blies die wachter den horen alsoot ghewoonlijck is, so is Vivien op gestaen ende is gheghaen in die camer daer dat harnas in was ende hem is ghevolcht zijn camerlinck ende die meester vanden harnas ende hebben Vivyen beghinnen te wapenen gelijc alsulcken edelen man toe behoorde. Die coninc IJvorijn horende de ruysschinge vanden harnas vraechde watter te doen was in de wapencamer. Daer die heeren op antwoorden. O heer coninc, Vivien u sone maect hem gereet om teghen den ruese Broeysin te campen. Die coninc dit horende creech alsulcken moet van blijscappen dat hi seyde. Bi Mamet ende bi al onse goden, Vivien mijn sone is weerdich te besitten een conincrijck dat alsucken iongen teederen kint hem selven so vromelijck bereyt om te vechten tegen eenen die badt gelijct eenen duvel dan een mensce. Die coninck ginc ter cameren met zijn heeren ende zijn dochter volchde hem om te sien haren broeder ende als de coninc in de camer quam, soo was Vivien al bereet om te velde te gaen. Doe Vivien sijn vader vernomen heeft dede hi sinen helme op, ende is gevallen op zijn knien hem biedende eer ende reverencie.

[pagina 27]
[p. 27]

Ende de coninc greep hem in sijn armen seggende. O mijn beminde sone stant op vander aerde, want ghi sult noch wonderlike dingen doen, daer om betaemdet badt dat ick u die eere dede. Vivien dit horende seide. Heer vader ghy prijst mi seer hooge, niet te min dat die goden aen mi versien hebben dat sal aen my gescien. Daer op antwoorde Benfluer en seide. O broeder Vivien dats warachtich ende ic bid Mamet ende al ons goden dat ghi verheven moet werden boven al ons geslachte. Terwijlen dat si aldus onledich stonden met Vivien so quam daer een lopen ende seide, hoe dat hi den ruese Broeysien gesien hadde ghewapent om den campe te doen. Dus siet wat u te doen staet. Vivien dit horende was seer verblijt ende hi had een gouden ketten om sinen hals, die nam hi ende gafse den bode. Doen beval Vivien sinen camerlinc dat hi zijn paert sadelen soude, twelc die camerlinc dede. Doe sprac hi tot zijn vader ende tot sijn suster. Ist u lieden beliefte soo bid ic u dat ghi oock corts volcht ter poorten ende besiet hoe ic mi hebben sal, twelc die coninc ende sijn suster tsamen beloofden te doen. Met dien nam hi orlof aen zijn vader, ende hi nam sijn suster inden arme ende heeftse vriendelijc gecust orlof nemende, en die maget en heeft haer niet connen bedwingen die tranen liepen wt haer ogen. Doe seyde Vivien. O mijn lieve suster weest te vreden al is mijn wederpartie groot ende stranc, Mamet sal der mi wel wt helpen. Met dien quam zijn camerlinc metten paerde daer hi terstont op spranc ende sloech met sporen wech ridende. Die coninc dit siende [volchde] van achter met sijn heeren. Benfluer ginc ooc sitten op een wit tellenaer wel toe gemaect met .xij. camenieren al gecleet met een manier van cleederen ende dat was wtermaten seer scoon om sien ende reden ter porten wt om te sien campen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken