Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Historie van Malegijs (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van Historie van Malegijs
Afbeelding van Historie van MalegijsToon afbeelding van titelpagina van Historie van Malegijs

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.36 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Editeur

E.T. Kuiper



Genre

proza

Subgenre

ridderroman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Historie van Malegijs

(1903)–Anoniem Malegijs–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 46]
[p. 46]

Hoe dat Vivien den brief bracht aen den grave van Palerne.

NAe dat Vivien van Mombrant ghescheyden was, soo reysde hy so langhe dat hy quam int graefschap van Palerne in die stadt Cortisanen, daer doe die grave binnen was. In der stadt zijnde, vraechde hi eenen ionchere van den hove, oftmen niet en soude mogen spreken den grave van Palerne, aen wien ic gesonden ben met eenen brief van coninc Yvorijn van Mombrant. De ionchere seyde. Ontbeyt een luttel ick sal u woort gaen doen voor den grave. Doe beval die grave datmen den bode in soude laten comen. Doe Vivien voor den grave quam dede hi reverentie alsoot betaemde ende seide. O grave van Palerne die coninc Yvorijn van Mombrant seynt mi aen u met desen brief ende bidt u op alle dat hi u doen mach dat ghi het inhout vanden brief volbringt, als ghi weder wat aen hem begeert hi en salt u niet weygeren. Doe de grave den brief op had gedaen so stont daer in geschreven dat die brenger des briefs was de sone van Buevijn van Eggermont, die zijn dochter Rosa hem ontscaect had, ende om dat hi hem seer lief had so sende hi hem een van den kinderen, om dat hijer zijn leet aen wreken soude dat hem gedaen waer ende dat hi hem dooden soude, want hi den heydenen veel meer quaets doen soude dan zijn vader oyt gedaen had met meer ander woorden die daer in stonden. Die grave dit horende, seide tot Vivien. Iongelinck wat hebdi den coninc Yvorijn misdaen dat hi u hier seynt om te dooden, ende ghi so lange met hem gewoont hebt. Daer op Vivien antwoorde. Al de misdaet die ic hem gedaen heb dat is dat ic hem verlost heb wten handen des soudaens van Persen, ende om hem ende zijn dochter te beschermen heb ic den ruese Broeysin verslagen, dits al tquaet dat ic hem gedaen heb, maer gaef God dat hi mi so

[pagina 47]
[p. 47]

na waer als ghy zijt, ic soude hem wel beloven dat hi nyemant meer verraden en soude. Doe seyde de grave. U vader heeft mi veel spijts gedaen, dat sult ghi ontgelden ende beval datmen hem inden kercker leggen soude. Vivien inden kercker gaende, die .ij. die hem leiden gingen mede beneden inden kercker ende terstont stack hi den eenen doot, ende den anderen bedwanc hi dat hi hem den slotel geven moste. Doe Vivien die slotelen had, so sloech hi den anderen doot ende sloot den kercker van binnen toe ende bleef daer dien nacht in. Tis te weten dat coninc Yvorijn doe zijn dochter wech was, terstont so quam hi ooc na gereden, ende quam des avonts doen Vivien des morgens gevangen was. Dit laten wi hier.

Doe Benfluer met haren camerlinc langhe ghereyst had, so is sy ten lesten binnen der poorten van Eggermont gecomen. Het volc liep om haer te sien, want si wtermaten schoon was, ende ooc mede want si op der Turcken manier gecleet was. Ten lesten quam die mare so verre, dat si gebracht was voor Druwane, ende dye vraechde haer van ware si quam, ende waerom si quam. Benfluer antwoorde. Ghenadige vrouwe mach ic spreken bi orlove. Ic ben des conincx van Mombrants dochter, bi welcke coninc lange gewoont heeft een iongelinc die Vivien van Eggermont heet die minen vader ghebracht was, ende tis wel .xx. iaer geleden. Nu ist so verre gecomen dat hij mi ontgaen is ende heeft mi bevrucht gelaten. Druwane dit horende ende verblijt zijnde seide. Willecoem moetty zijn want dits deerste tijdinghe die ic van mijn kint Vivien gehoort heb. Doe Benfluer hoorde dat Vivien daer niet en was, so beclaechde si hem seer seggende. O Vivien mijn alder liefste, ic waende u hier te vinden, mer ghi en sijt hier niet, wat sal ick nu gaen beginnen arm allendich wijf. Druwane seyde. En truert niet

[pagina 48]
[p. 48]

mijn geminde dochter, want ic sal u houden oft ghi mijn natuerlijcke dochter waert. Ende niet lange daer na si en gelach van eenen iongen sone die Aymijn geheeten wert, alsoot overdraghen was van hem beyden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken