Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Historie van Malegijs (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van Historie van Malegijs
Afbeelding van Historie van MalegijsToon afbeelding van titelpagina van Historie van Malegijs

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.36 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Editeur

E.T. Kuiper



Genre

proza

Subgenre

ridderroman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Historie van Malegijs

(1903)–Anoniem Malegijs–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoe die coninginne claechde haren man den coninck vanden verliese van haren sone.

DOent eenen dach geleden was, dat die coninginne van Ermenien gelegen was, so vraechde si haer camenieren waer haer sone te voesteren was, want si tkint begheerde te sien, mer een yeghelic sweech al stille om dat si niet verstoort en soude werden. Ten lesten riep die coninginne een van haren camenieren ende seide. Mijn geminde vriendinne ic bid u laet mi mijnen sone sien, want ic daer nae so seer verlange. Die camenier dit horende wert beschaemt ende sweech al stille. Die coninginne dit siende seyde, wat isser te doen dat ghi mi niet toe en spreect, is mijn kint doot oft heeftet eenighe quade avontuer. Die camenier seide. Ick en weet niet dan goet vanden kinde. So haelt my dan mijn kint, seide die coninginne dat ict mach sien. Die camenier metten anderen camenieren sijn gegaen totten coninc, ende hebben hem geseyt dat die coninginne wilde haer kint sien. Ende her coninc ghi weet hoe dattet gevaren is ende wi en weten niet wat wi daer in sullen doen, maer wi seiden dat wi tkint halen souden, aldus heer coninc ghi sult mede gaen, want si dat bat van u nemen sal. Doen die coninc dit weder hoorde so vielen hem die tranen wten oogen, want hi sorchde datse eenich misquame daer af crijghen soude. Ten lesten bereyde hem die coninc ende stelde hem blijdelijc, ende is in die camer gecomen ende heeftse vriendelijck ghegroet. Ende doen si haren man sach, so seide si. O mijn alder liefste heere brengdi hier onser beyder kint,

[pagina 188]
[p. 188]

latet mi sien. Die coninc dit horende, keerde hem om ende hi werde weenende. Doen die coninginne dit sach, soe vraechde si haren man waerom dat hi sijn hooft om draeyde ende weende. Die coninc seyde. Gheminde vrouwe hoe soude ict u seggen, want ick sorge datter u misquame af comen soude in dien ict u seyde. Die coninginne seyde. Lieve man ick bid u segt mi watter schuylt, want ick mach wel wat rouwen verdragen, want sint dat ghi mi ghetrout hebt soe en heb ic niet veel blijder daghen ghehadt als ghi mi absent waert, ende diet mi dede God wilt haer vergheven, aldus bid ic u dat ghi mi segt watter schuylt. Die coninck dit hoorende so seyde hi. Gheminde vrouwe ic moet u claghen met weenenden ooghen dat onse kint dieflijcken ghestolen is: ende niemant en can weten waert bevaren is, die camenieren segghen dat si saghen die vroevrouwe dat kint laetste hebben, ende sint en hebben si kint noch vroevrouwe ghesien, ende hier om ist dat wi so trueren. Doen de coninginne dit hoorde so wert si so bedroeft dat haer sprake ontghinc: ende si viel van haer selven. Die camenieren dit siende hebben cruyt in haren mont ghesteken om therte te conforteren. Ten lesten so is si weder tot haer selven ghecomen, ende seyde met weenenden ooghen. O felle fortune twy sidy om mijnen spijt wt. Och dat ick dus verloren heb mijnen sone mijn troost mijn toeverlaet, ende si maecte dier ghelijcken veel clagelicke woorden. Ten lesten en mocht dye coninc die claghelicke woorden niet horen, ende hi is al screyende wter cameren gegaen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken