Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13 (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13
Afbeelding van Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13Toon afbeelding van titelpagina van Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.42 MB)

Scans (12.54 MB)

XML (0.69 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13

(1997)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 198]
[p. 198]

Deel II: de correspondentie

1. Chronologische inventaris van de correspondentie van Virginie Loveling, gebundeld in het handschrift 3426 P.Ga naar voetnoot(*)

Afzender Bestemmeling Plaats en datum
1 Adolf Hoste Virginie Loveling Gent, 29/10/1884
2 Paul Fredericq Virginie Loveling Gent, 30/9-1/10/1885
3 Cyriel Buysse Virginie Loveling Nevele, 1/10/1885
4 Adolf De Hoon Virginie Loveling Veurne, 12/10/1885
5 Arthur Cornette Virginie Loveling Antwerpen, 15/10/1885
6 Dhr. en Mevr. Cd. B. Huet-van der Tholl  
    Virginie Loveling Paris, 19/10/1885
7 Paul Fredericq Virginie Loveling Gent, 20/10/1885
8 Jan ten Brink Virginie Loveling Leiden, 23/10/1885
9 Adolf De Hoon Virginie Loveling Veurne, 23/10/1885
10 Les Elèves de Thémis    
    Virginie Loveling Antwerpen, 24/10/1885
11 Karel Buls Virginie Loveling Brussel, 29/10/1885
12 August Jan Stecher Virginie Loveling Liège, 29/10/1885
13 Wwe Courtmans, geboren Berchmans  
    Léonie Fredericq Maldegem, 5/11/1885
14 Wwe Courtmans, geboren Berchmans  
    Léonie Fredericq Maldegem, 22/11/1885
15 Simon Fredericq Virginie Loveling Wien, 30/11/1885
16 P.N. van Kampen en Zoon    
    Virginie Loveling Amsterdam, 1/12/1885
17 Paul Fredericq Virginie Loveling Gent, 2/12/1885
18 P.N. van Kampen en Zoon    
    Virginie Loveling Antwerpen, 9/12/1885
19 Conrad Buskeu Huet Virginie Loveling Amsterdam, 18/12/1885
20 Cyriel Buysse Virginie Loveling Nevele, 21/12/1885
21 Paul Fredericq Virginie Loveling Gent, 25-26/12/1885
22 Lia Delgobe-Fredericq Virginie Loveling Paris, 31/12/1885
23 Johan Gram Paul Fredericq 's-Gravenhalte, 2/1/1886
24 Paul Fredericq Virginie Loveling Brussel, 4-5/1/1886
25 Fritz Smit Kleine Virginie Loveling Haarlem, 5/1/1886

[pagina 199]
[p. 199]

26 Paul Fredericq Virginie Loveling Brussel, 6/1/1886
27 Karel Bogaerd Virginie Loveling Laken, 9/1/1886
28 George Karel Lodewijk Bergmann  
    Virginie Loveling Lier, 10/1/1886
29 Paul Fredericq Virginie Loveling Brussel, 25-26/1/1886
30 Paul Fredericq Virginie Loveling Brussel, 1/2/1886
31 Lia Delgobe-Fredericq Virginie Loveling Paris, 13/2/1886
32 Auguste Vierset Virginie Loveling Blankenberge, 17/9/1886
33 Auguste Vierset Virginie Loveling St.-Hubert, 29/10/1886
34 Frans Netscher Virginie Loveling 's-Gravenhage, 13/12/1886
35 Auguste Vierset Virginie Loveling St.-Hubert, 22/4/1886
36 Auguste Couvreur Paul Fredericq Brussel, 22/5/1887
37 [zonder naam] Virginie Loveling 's-Gravenhage, 5/7/1887
38 Frans Netscher Virginie Loveling 's-Gravenhage, 19/7/1887
39 Jessie Couvreur Virginie Loveling Brussel, 26/8/1887
40 Paul Fredericq Virginie Loveling Gent, 27/8/1887
41 Jessie Couvreur Virginie Loveling Brussel, 3/9/1887
42 Jessie Couvreur Virginie Loveling Brussel, 21/9/1887
43 Auguste Vierset Virginie Loveling Namur, 22/9/1887
44 Jessie Couvreur Virginie Loveling Brussel, 5/11/1887
45 Jessie Couvreur Virginie Loveling Brussel, 1/12/1887
46 Eug. Vander Linden Virginie Loveling Antwerpen, 8/11/1888
47 Gustave Van Butsele Virginie Loveling Nukerke, 19/12/1888
48 Eug. Vander Linden Virginie Loveling Antwerpen, 30/12/1888
49 Gustave Van Butsele Virginie Loveling Nukerke, 19/1/1890
50 Gustave Van Butsele Virginie Loveling Nukerke, 3/2/1890
51 Gustave Van Butsele Virginie Loveling Nukerke, 26/2/1890
52 Gustave Van Butsele Virginie Loveling Nukerke, 11/4/1890
53 Gustave Van Butsele Virginie Loveling Nukerke, 29/4/1890
54 Gustave Van Butsele Virginie Loveling Nukerke, 6/5/1890
55 Gustave Van Butsele Virginie Loveling Nukerke, 20/5/1890
56 Gustave Van Butsele Virginie Loveling Nukerke, 29/5/1890
57 L.P. Walburgh-Schmidt Virginie Loveling Amsterdam, 29/5/1890
58 L.P. Walburgh-Schmidt Virginie Loveling Amsterdam, 10/6/1890
59 Paul Fredericq Virginie Loveling 's-Gravenhage, 2/7/1890
60 Paul Fredericq Virginie Loveling Gent, 20/7/1890
61 Th. Tromp Paul Fredericq 's-Gravenhage, 19/7/1890
62 Paul Fredericq Virginie Loveling Gent, 17/10/1890
63 Adolf Haste Virginie Loveling Gent, 17/11/1890
64 S.M.C. van Wermeskerken-Junius  
    Virginie Loveling Rotterdam, 9/1/1891
65 Paul Fredericq Virginie Loveling Gent, 5/4/1891
66 Frans Van Kuyck Virginie Loveling Antwerpen, 3/2/1892
67 Adolf Haste Virginie Loveling Gent, 6/2/1892

[pagina 200]
[p. 200]

68 Elisabeth Ceelaer Virginie Loveling Den Haag, 23/8/1892
69 Johan Gram Virginie Loveling 's-Gravenhage, 12/7/1893
70 Louisa Robelus-Vandervennet  
    Virginie Loveling Gent, 8/12/1895
71 Nancy Robelus Virginie Loveling Brugge, 7/6/1896
72 F.C. Tromp Virginie Loveling Den Haag, 4/2/1898
73 Victor Heymans Virginie Loveling Mechelen, 5/10/1901
74 Arthur Buysse Virginie Loveling Brussel, 22/12/1910
75 Paul Fredericq Virginie Loveling Merelbeke, 7/5/1911
76 Gabriël Welvaert Virginie Loveling Brugge, 22/12/1911
77 Virginie Loveling Maria Boedt Gent, 2/1/1921
78 Virginie Loveling Maria Boedt Gent, 19/2/1923
79 Eugène Hubert Virginie Loveling Gent, 13/10/ [z. jaar]
80 Pol de Mont Virginie Loveling [zonder pl., zonder d.]

2. Biografische notities van de correspondenten van Virginie Loveling

Adolf Hoste

Adolf Hoste werd in 1846 geboren als de zoon van de Gentse boekhandelaar Hendrik Hoste, wiens huis een verzamelplaats was van Gentse liberale flaminganten. Adolf zette de boekhandel van zijn vader voort die een belangrijk verkooppunt van Noordnederlandse boeken geworden was. Door zijn huwelijk met de weduwe Annoot voegde hij een belangrijke drukkerij aan zijn zaak toe. Adolf Hoste ontplooide een grote activiteit als uitgever van zijn liberale tijdgenoten. Naast het werk van de gezusters Loveling gaf hij ook werken uit van P. Fredericq, A. Bergmann, M. Rooses, D. Sleeckx, J. Vuylsteke, de jonge Cyriel Buysse en vele anderen.

In 1909 werd de boekhandel Hoste overgenomen door Adolf Herckenrath. De drukkerij werd in 1914 omgevormd tot een naamloze genootschap. Een jaar later stierf Adolf Hoste.

bron:

SIMONS, Ludo, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen, deel I, De negentiende eeuw, Tielt - Weesp, 1984, p. 66.

Paul Fredericq

Paul Fredericq werd geboren op 12 augustus 1850 te Gent, waar hij ook stierf op 30 maart 1920. Hij was de oudste zoon van Cesar Fredericq en Bathilde Huet. Hij studeerde aan het atheneum te Gent en aan de Ecole Normale des Humanités te Luik, waar hij in 1871 geaggregeerde bij het middelbaar onderwijs werd. Hij was actief als leraar in Mechelen en Aarlen

[pagina 201]
[p. 201]

tot hij in 1875 zijn speciaal doctoraat in de geschiedenis behaalde. Van dan af werkte hij als leraar aan het atheneum te Gent. In 1879 werd hij buitengewoon hoogleraar Nederlandse literatuur aan de universiteit te Luik. Een jaar later kreeg hij de opdracht om ook hedendaagse geschiedenis en de geschiedenis van België te doceren. In 1883 keerde hij terug naar zijn geboortestad om Nederlandse en algemene literatuur te geven. Vanaf 1890 doceerde hij geschiedenis van België. Hij introduceerde de praktische oefeningen in het leerprogramma. Van 1891 tot 1895 was hij liberaal lid van de Gentse gemeenteraad. Hij streefde naar culturele integratie met Nederland en was actief in het Algemeen Nederlands Verbond. Hij schreef talrijke historische werken en meer dan één literatuurgeschiedenis.

Hij was een van de meest begeerde sprekers op de Nederlandse Congressen en op zondagen gaf hij onnoemelijk veel publieke voordrachten. Van 1887 tot 1920 was hij de voorzitter van de Gentse afdeling van het Willems-fonds. In die functie richtte hij 5 volksbibliotheken op en ijverde hij voor Vlaamse liederenavonden. Ondanks het feit dat Fredericq ijverig strijd voerde voor de verspreiding van de Nederlandse taal en cultuur kon hij toch niet akkoord gaan met de vernederlandsing van de universiteit onder de Duitse bezetting. Daardoor werd hij krijgsgevangen genomen in 1916.

In 1919 was hij de eerste naoorlogse rector van de Gentse universiteit. Vier maanden later nam hij ontslag, waarschijnlijk om gezondheidsredenen want hij overleed kort daarna.

bronnen:

COPPENS, E. Chris, Paul Fredericq, Gent, 1990.
PREVENIER, Walter, in EVB, I, Tielt, 1973, p. 538-539.
DE SEYN, Eugène, in Dictionnaire biographique des Sciences, des Lettres et des Arts en Belgique, Bruxelles, 1935, p. 469.
VICTOR, René, Paul Fredericq, in Twintig Eeuwen Vlaanderen, Deel 13, Hasselt, 1976, p. 383-386.

Cyriel Buysse

Cyriel Buysse werd geboren te Nevele op 20 september 1859 als eerste zoon van de industrieel Louis Buysse en van Pauline Loveling, de oudere zuster van Rosalie en Virginie.

Nadat Cyriel Buysse lagere school gelopen had in Nevele ging hij naar het Gentse atheneum. Zijn vader verwachtte dat zijn oudste zoon hem zou opvolgen. Cyriel Buysses dromen gingen eerder uit naar een schrijversloopbaan. Daarin gestimuleerd door zijn tante Virginie, kroop zijn bloed waar het niet gaan kon. In 1890 verscheen zijn eerste belangrijke werk, De biezenstekker, waarmee hij door het rauwe naturalisme de hele literaire wereld in Vlaanderen en Nederland schokte.

[pagina 202]
[p. 202]

Eind maart 1893 verscheen het eerste nummer van Van Nu en Straks, met als redacteurs Cyriel Buysse, E. de Bom, Pr. van Langendonck en A. Vermeylen. Een paar maanden later verscheen Het recht van de sterkste te Amsterdam.

Op 1 oktober 1896 trouwde Cyriel Buysse met Nelly Dyserinck en het paar ging in Den Haag wonen. Heimwee dreef hem terug naar Vlaanderen waar hij en zijn familie vanaf 1899 elk jaar de lente- en zomermaanden doorbrachten.

In 1903 startte hij samen met Couperus en W.G. Nouhuys Groot Nederland op.

In Vlaanderen werd Cyriel Buysse maar aarzelend ontdekt. Van de katholieke zijde kwam het verwijt dat zijn mensbeeld te somber en te grimmig was. In 1910 werd hij in Nederland benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en in datzelfde jaar werd door enkele Antwerpse vrijzinnigen het plan opgevat om Cyriel Buysse ‘een blijk van bewondering en sympathie te geven’. In 1911 kwam het dan tot een hulde, eerst in Antwerpen, een week later in Gent. Maar in tegenstelling tot de viering van zijn tante, Virginie Loveling, een jaar later, bleven de katholieken afwezig. In 1921 mocht Cyriel Buysse de Staatsprijs voor Vlaamse Letterkunde in ontvangst nemen voor de periode 1915-17.

Naar aanleiding van zijn zeventigste verjaardag werd Cyriel Buysse in 1929 gevierd in Brussel en Gent. Hem werd het kruis van Commandeur in de Leopoldsorde overhandigd. Ook in de Haagse Kunstkring werd hij gehuldigd. In 1930 werd hij lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. In de loop van 1931 verzwakte Cyriel Buysses gezondheid. Begin juli 1932 werd hij getroffen door een beroerte en op 25 juli stierf hij te Afsnee nadat hij een paar dagen tevoren nog de baronstitel ontvangen had.

bronnen:

GALLE, Marc, in EVB, I, Tielt, 1973, p. 268.
GALLE, Marc, in Twintig Eeuwen Vlaanderen, deel 13, Hasselt, 1976, p. 425-428.
LOMAN, Marie Louise, LUYSSAERT, Jan en TAELDEMAN, Johan, Literaire Benevelingen. Anderhalve eeuw literatuur in Nevele, Nevele, 1981, p. 36-37.
DE SEYN, Eugène, Dictionnaire biographique des Sciences, des Lettres et des Arts en Belgique, Bruxelles, 1935, p. 107-108.
Cyriel Buysse 1859/1932. Album samengesteld ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van zijn overlijden, Gent, 1982.
Winkler Prins Lexicon van de Nederlandse Letterkunde, Amsterdam - Brussel, 1996, p. 78-79.
[pagina 203]
[p. 203]

Adolf de Hoon

Adolf de Hoon werd geboren te Kaprijke op 18 februari 1820 en stierf in Veurne op 3 oktober 1903. Hij was Ridder in de Leopoldsorde, ere-ingenieur van de Noordwatering van Veurne en grondeigenaar.

bron:

Burgerlijke Stand en Stadsarchief van Veurne.

Arthur Cornette

Arthur Cornette werd op 27 maart 1852 geboren in Brugge. Hij studeerde voor ingenieur aan de Gentse universiteit waar hij actief was in Vlaamsvrijzinnige kringen. Hij onderbrak zijn studie en werd surveillant aan het atheneum te Aarlen in 1874. In 1875 was hij kort redacteur bij de Antwerpse krant De Koophandel. In juli 1875 werd hij adjunct-archivaris van het Antwerps stadsarchief, in 1880 leraar Nederlands en wiskunde aan de Rijksnormaalschool te Antwerpen.

Vanaf 1875 was Cornette zeer actief als spreker voor het Willemsfonds en in de vrijmetselarij. Hij leverde talrijke wetenschappelijke en wijsgerige bijdragen in een aantal tijdschriften en commentarieerde literaire figuren en gebeurtenissen.

In 1888 werd hij als liberaal provincieraadslid verkozen voor Antwerpen. In 1896 stichtte hij de Zuid-Nederlandsche Toneelbond. Cornette stierf te Antwerpen op 9 maart 1907.

bronnen:

PREVENIER, Walter, EVB, I, Tielt, 1973, p. 338.
DE SEYN, Eugène, Dictionnaire biographique de Sciences, des Lettres et des Arts en Belgique, Bruxelles, 1935, p. 165.

Conrad Busken Huet - van der Tholl

Cd. Busken Huet werd geboren te 's-Gravenhage op 28 december 1826. Hij studeerde theologie te Leiden. Terwijl hij werkte als predikant te Haarlem, schreefhij samen met zijn vrouw A.D. van derTholl enige novellen en werkte hij mee aan De Nederlandsche Spectator en aan De Gids. In 1862 nam hij ontslag als predikant en legde hij zich toe op literatuur. Hij kreeg een vaste rubriek in De Gids: Kroniek en kritiek. Met Huet deed een nieuwe vorm van kritiek zijn intrede in de Nederlandse letteren: hij deed de grens tussen kunst en kritiek vervagen. Van zijn kritische opstellen maakte hij kunstwerkjes. Soms werd hem verweten dat hij te veel inspanningen deed om het de lezer zo aangenaam mogelijk te maken in plaats van een werk onbevooroordeeld te bespreken. Dit bezorgde hem veel vijanden. Na twee jaar verliet hij De Gids. In 1868 vertrok hij naar Nederlands-Indië.

[pagina 204]
[p. 204]

Toen hij na tien jaar terugkwam naar Europa vestigde hij zich in Parijs, waar hij overleed op 1 mei 1886.

In 1912 werd het grootste deel van zijn werk uitgegeven onder de titel Verzamelde Werken - Fantasien en kritieken, Historische en romantische werken, Reisherinneringen. Vooral als criticus is zijn invloed op de schrijvers van 1880 zeer groot geweest.

bronnen:

DE VOOYS, C.G.N., Conrad Busken Huet, 's-Gravenhage - Antwerpen, 1944.
BRUMMEL, L., Brieven aan de uitgever van het tijdschrift Nederland 1873-1886. Jan ten Brink / Cd. Busken Huet, 's-Gravenhage, 1963/1964.
COLMJON, Gerben, Conrad Busken Huet. Een groot Nederlander, Den Haag, 1944.
TIELROOY, J., in Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, Deel IV, Leiden, 1924, kol. 623-627.
TE WINKEL, J., Ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde, Deel VII, 2e druk, Utrecht - Leeuwaarden, 1973, p. 432-450.
Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Conrad Busken Huet, 's-Gravenhage, 1986. (Schrijversprentenboek deel 25)
Winkler Prins Lexicon van de Nederlandse Letterkunde, Amsterdam - Brussel, 1996, p. 77-78.

Jan ten Brink

Jan ten Brink werd op 15 juni 1834 geboren te Oppingedam. Hij studeerde theologie te Utrecht en promoveerde in 1860. Hij was leraar Nederlands in Den Haag tot hij in 1884 hoogleraar werd in Leiden. Hij schreef talrijke artikels in verschillende dagbladen over Nederlandse en Franse literatuur, Haagse toestanden en Europese gebeurtenissen die hij later bundelde in Litterarische Schetsen en Kritieken. Hij was de auteur van de Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde. Hij schreef verscheidene waarderende kritieken van de werken van de gezusters Loveling. Hij stond heel positief tegenover de Vlaamse Beweging en hield vaak spreekbeurten in Vlaanderen. In 1894 werd hij erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Hij stierf te Leiden op 19 juli 1901.

Bronnen:

LENSELINK, Samuel J., in EVB, I, Tielt, 1973, p. 231.
VROOM, Greta, Virginie Loveling en Noord-Nederland, onuitgegeven licentieverhandeling, Gent, 1966, p. 17-21.
[pagina 205]
[p. 205]

Karel Buls

Als zoon van een Mechelse goudsmid werd de jonge Buls, geboren te Brussel op 13 oktober 1837, naar de beroepsafdeling van het Brusselse atheneum gestuurd waar hij opgeleid werd tot juwelier. In het kader van die opleiding verbleef hij enkele maanden in Parijs en in Italië. Zijn sociale bekommernis was groot en in 1864 stapte hij in de politiek. Met enkele vrienden stichtte hij de Ligue de l'Enseignement naar het voorbeeld van Tot Nut van 't Algemeen in Nederland. In 1877 stelde Buls zich kandidaat op de liberale lijst te Brussel en hij werd verkozen als gemeenteraadslid. In 1879 werd hij schepen van onderwijs. Van 1881 tot 1899 was hij burgemeester van Brussel. Van 1882 tot 1884 en van 1886 tot 1894 zetelde hij in de Kamer der Volksvertegenwoordigers. Als schepen en burgemeester spande hij zich in voor de verbetering van het lot van de arbeidersklasse en voor het handhaving van het Nederlands in Brussel. Hij zorgde er onder andere voor dat Vlaamse kinderen in Brussel lager onderwijs in hun moedertaal konden krijgen. Hij zette zich ook actief in voor de vernederlandsing van het hoger onderwijs. Buls nam tevens beslissende stappen om van Brussel een mooie stad te maken. Door zijn toedoen kwam bijvoorbeeld de Koninklijke Vlaamse Schouwburg tot stand. Toen koning Leopold II en de koningin een paar dagen na de opening, op 13 oktober 1887 een vertoning bijwoonden in de KVS, verwelkomde Buls hen in het Nederlands en sprak Leopold II zijn eerste officiële Nederlandse redevoering uit.

Als voorzitter, en later als ondervoorzitter, van het Willemsfonds hield Buls verscheidene voordrachten en werkte hij mee aan het tijdschrift van dit fonds. Hij stierf te Brussel op 13 juli 1914.

Bronnen:

COOPMAN, Theophiel en SCHARPÉ, Lodewijk, Geschiedenis der Vlaamsche Letterkunde van het jaar 1830 tot heden, Antwerpen, 1899, p. 366.
MARTENS, Mina, in Biographie nationale publiée par l'Académie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique, deel 30, Bruxelles, 1959, kol. 231-236.
PLOMTEUX, Greet, in EVB, I, Tielt, 1973, p. 264.

August Jan Stecher

Stecher werd geboren te Gent op 11 oktober 1820 als de zoon van een Duitse vader en een Vlaamse moeder. Hij studeerde aan de Gentse universiteit waar hij onder andere de lessen van François Huet volgde. In 1841 promoveerde hij tot doctor in de letteren en wijsbegeerte. Dit is voor Stecher de start van een briljante carrière in het hoger onderwijs.

Aanvankelijk bleef hij in Gent als repetitor geschiedenis en Latijn. Zijn interesse ging uit naar de taal- en letterkunde van zowel de klassieke als de

[pagina 206]
[p. 206]

moderne talen. In zijn Gentse periode publiceerde hij stukken over politiek en literatuurgeschiedenis in de Broedermin en in La Flandre Liberale.

In 1850 werd hem door C. Rogier een leerstoel aangeboden aan de universiteit van Luik. Tot een paar jaar na zijn emeritaat doceerde Stecher er de geschiedenis van de Griekse, Latijnse, Franse en Nederlandse literatuur. Hij gaf blijk van een vernieuwde geest en zijn interesses en kennis waren heel divers. Zijn cursus Frans aan de Normaalschool in Luik transformeerde hij in een cursus vergelijkende literatuurwetenschap. Hij situeerde literaire werken in een sociale, politieke en filosofische context zonder de esthetische, stilistische en theoretische aspecten uit het oog te verliezen. Stecher speelde een belangrijke rol in het verspreiden van de Nederlandse literatuur. Hij maakte zijn Franstalig publiek vertrouwd met de Vlaamse Beweging, met de Nederlandse taal en literatuur. Hij vertaalde het werk van Conscience in het Frans en in 1886 werd zijn Histoire de la litterature néerlandaise en Belgique uitgegeven. In 1887 schreef hij het voorwoord in de bloemlezing Nos Poètes flamands de 1830 à 1880. Hij stierf te Luik op 3 september 1909.

Bron:

GOBBERS, W., in Biographie nationale publiée par l'Académie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique, deel 34, Bruxelles, 1968, kol. 726-734.

Wwe Courtmans, geboren Berchmans

Johanna Desideria Berchmans werd geboren te Oudegem op 6 september 1811 en werd in het Frans opgevoed. Mede onder invloed van J.B. Courtmans met wie zij in 1836 trouwde, leerde ze Nederlands. Haar man heeft, als leraar Nederlandse taal- en letterkunde en als samensteller van een aantal leer- en leesboekjes voor de jeugd, steeds geijverd voor de verbreiding van de Nederlandse taalkennis en voor beter onderwijs van het Nederlands.

Na het overlijden van haar man in 1855 vestigde Wwe Courtmans zich in Maldegem waar ze een kostschool opstartte om in haar levensonderhoud en dat van haar 8 kinderen te voorzien. In de periode van de schoolstrijd ondervond haar vooruitstrevende onderwijsmethode tegenkantingen die leidden tot de sluiting van de school in 1885.

Vanaf haar vijftigste wijdde Wwe Courtmans zich aan het schetsen van het dorps- en landleven. Daarvóór had ze enkel prijsversjes en jaarboekgedichtjes geschreven. Niet minder dan 58 zedenromans en novellen vloeiden uit haar pen en ze publiceerde in verscheidene Nederlandse tijdschriften. Ze was geestdriftig Vlaamsgezind en wou met haar werk een bijdrage leveren aan de opvoeding van het volk. Haar verhalen bevatten dan ook altijd een lesje dat men volgens Coopman en Scharpé al van de eerste bladzijden

[pagina 207]
[p. 207]

voelt aankomen. Het verhaal Het geschenk van de jager steekt boven al haar werken uit en werd in 1865 met de Vijfjaarlijkse Prijs voor Nederlandse Letterkunde bekroond. In 1883 werd haar het ridderkruis der Leopoldsorde uitgereikt. Ze stierf te Maldegem op 22 september 1890 als een gerespecteerde en vereerde dame.

Bronnen:

DE BOCK, Eugène, De Vlaamse Letterkunde, Antwerpen-Den Haag, 1953, p. 138.
COOPMAN, Theophiel en SCHARPÉ, Lodewijk, Geschiedenis der Vlaamsche Letterkunde van het jaar 1830 tot heden, Antwerpen, 1899, p. 167, 235-240.
DEGROOTE, Gilbert, in EVB, I, Tielt, 1973, p. 343.
HAMELIUS, Paul, Histoire politique et littéraire du mouvement flamand, Brussel, 1894, p. 198-203.
STECHER, Jean, Histoire de la littérature néerlandaise en Belgique, Brussel, 1886, p. 323.
STREUVELS, Stijn, Over Vrouwe Courtmans, Maldegem, 1911.

Leonie Fredericq

Leonie Fredericq werd in 1852 geboren als tweede dochter van Joseph Fredericq, een halfbroer van Virginie Loveling, en Ursula Cackaert.

Door toedoen van haar neef Albert Fredericq werd Leonie benoemd als lerares aan de gemeenteschool van Aalter. Ze ging zich daar vestigen met haar moeder en haar zussen Mathilde en Adèle. Hun geluk was echter van heel korte duur. De schoolstrijd woedde al hevig en de systematische vijandigheden van de clerus leidden tot haar vroegtijdige dood in 1887. Haar burgerlijke begrafenis zorgde voor een schandaal in Aalter. Haar moeder en zussen verlieten de gemeente en vestigden zich in Gent, waar ze een winkel openden.

Bron:

FREDERICQ, Louis, Notes sur la famille Fredericq - Beaucarne, [z.pl.], 1940, p. 43.

Simon Fredericq

Simon Fredericq werd op 27 september 1857 geboren te Gent, waar hij op 5 december 1934 stierf. Hij was het jongste kind van Cesar Fredericq, een halfbroer van Virginie Loveling, en Bathilde Huet. Hij studeerde eerst aan het atheneum en later aan de universiteit van zijn geboortestad. Hij was een briljante student geneeskunde. Toen hij afgestudeerd was in Gent maakte hij studiereizen naar Parijs, Wenen en Stockholm.

[pagina 208]
[p. 208]

In 1892 trouwde hij met Louisa Beaucarne. Hij zette de praktijk van zijn vader in Gent voort en behaalde ondertussen zijn speciaal doctoraat in de gynaecologie en verloskunde. Hij werd eerste assistent van Prof. van Cauwenberghe en bleef regelmatig publiceren. Maar wanneer de professor stierf werd in plaats van Fredericq een jonge katholiek zonder ervaring benoemd. Simon Fredericq werd dan diensthoofd in een ziekenhuis en één van de eerste gynaecologen in Gent. Hij was ondertussen een autoriteit geworden. Hij werd benoemd tot voorzitter van de ‘Société de médecine de Gand’ en de ‘Société beige de gynécologie et d'obstétrique’.

Zoals vele anderen in zijn familie had Simon Fredericq ook literaire aspiraties. Zijn Souvenirs de Voyages werden gepubliceerd in de Revue de Belgique. Tijdens de Eerste Wereldoorlog schreef hij om zijn tijd te verdrijven zijn memoires en na de oorlog schreef hij onder verschillende pseudoniemen een aantal romans die gepubliceerd werden in La Flandre Liberale.

Bron:

FREDERICQ, Louis, Notes sur la famille Fredericq - Beaucarne, [z.pl.], 1940, p. 132-160.

P.N. Van Kampen

Pieter Nicolaas van Kampen werd geboren op 26 januari 1818 te Leiden. Hij ging naar het stedelijk gymnasium te Amsterdam waar hij daarna zes jaar stage liep in een boekhandel. Op 1 januari 1841 startte hij met een eigen debiet- en uitgeverszaak in Amsterdam. Nog in hetzelfde jaar nam hij de uitgave van De Gids van zijn leermeester over. Daardoor kwam hij met heel veel bekende wetenschapsmensen en kunstenaars in contact. Naast literatuur gaf hij o.a. ook rechtswetenschappelijke, historische en theologische werken uit. Een groot aantal vertalingen van populaire buitenlandse schrijvers zagen bij hem het licht. Hij zorgde ook voor de beste schooluitgaven van Nederland. Op 1 januari 1873 werd zijn zoon deelgenoot in de zaak en werd de naam veranderd in P.N. van Kampen en Zoon. Op 19 mei 1888 stierf Pieter Nicolaas van Kampen maar de naam van de zaak bleef onveranderd.

Bron:

ZUIDEMA, E., in Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, Deel III, Leiden, 1914, kol. 662-663.
[pagina 209]
[p. 209]

Lia Delgobe-Fredericq

Lia Fredericq werd op 2 januari 1854 te Gent geboren als de dochter van Cesar Fredericq en Bathilde Huet. Ze huwde met de Franse ingenieur Emile Delgobe en ging naar Parijs wonen, waar ze verschillende sociale werken opstartte voor de arbeiders uit de fabriek van haar man. Ze kregen drie kinderen: Edouard, Juliette en Marguerite.

Op 23 juli 1896 stierf Lia te Parijs aan de gevolgen van kanker.

Bron:

FREDERICQ, Louis, Notes sur la famille Fredericq - Beaucarne, [z.pl.], 1940, p. 128.

Johan Gram

Johan Gram was een Nederlands schrijver die leefde van 1833 tot 1871. Hij was redacteur van het tijdschrift Het Leeskabinet, een tijdschrift dat in Nederland echter weinig gelezen werd. Hij was een groot bewonderaar van het werk van Virginie Loveling en verzocht haar mee te werken aan Het Leeskabinet. Ondanks haar ijverige medewerking ging het tijdschrift in 1903 ten onder.

Bronnen:

ELSLANDER, Antonin Van, De ‘Biografie’ van Virginie Loveling, Gent, 1963, p. 37.
ELSLANDER, Antonin Van en MUSSCHOOT, Anne Marie, ‘Corres-pondentie van de gezusters Loveling: brieven van en aan Paul Fredericq’, Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap X, Gent, 1994, p. 40-41.
VROOM, Greta, Virginie Loveling en Noord-Nederland, onuitgegeven licentieverhandeling, Gent, 1966, p. 22-24.

Fritz Smit Kleine

De Nederlandse schrijver F. Smit Kleine werd in Haarlem geboren op 11 april 1845. Hij schreef lyriek en novellen. In 1872 richtte hij Spar en Hulst op. Hij was mede-oprichter en mede-redacteur van De Banier van 1875 tot 1880. Hij is redacteur geweest van Nederland en van De Leeswijzer. Tussen 1902 en 1907 leidde hij het maandblad Den Gulden Winckel. Zijn kunstzinnig oeuvre was modern voor zijn tijd maar met een archaïsche inslag. Na 1880 publiceerde hij nog weinig van betekenis. Op 5 maart 1931 stierf hij te Doorn.

Bron:

Winkler Prins Encyclopedie, zesde druk, Amsterdam - Brussel, 1951, deel 12, p. 154.
[pagina 210]
[p. 210]

Karel Bogaerd

Karel Bogaerd werd geboren in het Oost-Vlaamse Kalken in 1834. Hij was achtereenvolgens stationschef, boekhandelaar, werktuigkundige, bediende op het ministerie van Openbare Werken en leraar werktuigkunde aan de Industriële School te Laken.

In 1861 schreef hij een hulde aan de dichters Willems, Ledeganck en Van Duyse in De drie Zangers Willems, Ledeganck en Van Duyse. Een trilogie. Ook voor zijn latere werken gaven vaderlandsliefde, wetenschap en erkentelijkheid de doorslag. Bogaerd gaf ook de postume werken uit van Vervier en van Mevr. David, geboren Van Peene. Zijn cantate Het Scheppingslied werd bekroond door de Koninklijke Belgische Academie. Hij werkte ook mee aan diverse tijdschriften. Bogaerd stierf te Laken in 1906.

Bronnen:

COOPMAN, Theophiel en SCHARPÉ, Lodewijk, Geschiedenis der Vlaamsche Letterkunde van het jaar 1830 tot heden, Antwerpen, 1899, p. 302.
DE SEYN, Eugène, in Dictionnaire biographique des Sciences, des Lettres et des Arts en Belgique, Bruxelles, 1935, p. 66.

George Karel Lodewijk Bergmann

George Bergmann werd op 30 juli 1805 geboren te Lier waar hij ook stierf op 14 december 1893. Hij werd thuis samen met J.F. Willems, die bij hen kind aan huis was, onderricht door zijn vader in klassieke talen, Nederlands, Frans, Duits en literatuur. In 1828 promoveerde G. Bergmann tot doctor in de rechten aan de Gentse universiteit. Van 1853 tot 1872 was hij burgemeester van Lier. Zijn memoires werden postuum, in 1895, door Paul Fredericq uitgegeven als Uit Vader Bergmann's Gedenkschriften, die belangrijke gegevens bevatten over de Hollandse periode, de Belgische omwenteling, Jan Frans Willems en zijn zoon Anton Bergmann, de auteur van Ernest Staes (1874).

Bron:

DE CEULAER, José, in EVB, I, Tielt, 1973, p. 179.

Auguste Vierset

Auguste Vierset werd geboren in 1864 te Namen. In 1884 werd hij als regent benoemd aan de middelbare school in Waver, later in St Hubert. In 1893 gaat hij in de journalistiek als medewerker van L'Express in Luik. Daarna werd hij secretaris van de redactie van achtereenvolgens L'Indépendance Belge en Le Petit Bleu waarvan hij directeur werd in 1908. Twee jaar later zegde hij de journalistiek vaarwel.

[pagina 211]
[p. 211]

Hij debuteerde in de literatuur met zijn studie van de Waalse taal. Als aquarellist exposeerde hij onder meer in Brussel en Luik.

Bron:

DE SEYN, Eugène, in Dictionnaire biographique de Sciences, des Lettres et des Arts en Belgique, Bruxelles, 1935, p. 1141.

Frans Netscher

Frans Netscher werd op 30 april 1864 in 's-Gravenhage geboren. Als scholier schreef hij al stukjes voor een plaatselijke courant. Maar het was pas toen hij in Den Haag op de hogereburgerschool kwam dat hij interesse kreeg voor literatuur. Dank zij Ten Brink, één van zijn leraren daar, ontdekte Netscher Zola, met wie hij zou blijven corresponderen. In een aantal bladen schreef hij over de beginselen van het naturalisme maar de redactie van de toonaangevende De Gids toonde geen belangstelling. Dit zette Netscher ertoe aan om te reageren tegen de gevestigde letterkundigen. Vanaf 1885 werkte hij mee aan De Nieuwe Gids. Kritiek op Netscher kwam uiteindelijk niet uit de hoek van de oude garde, maar uit die van de jonge generatie. Netscher kreeg de bijnaam Frans de Snijder omdat hij nogal eigenwijs was en graag scherp polemiseerde. In 1896 startte hij samen met de uitgever Loosjes De Hollandsche Revue op. Een opmerkelijk maandblad waarin Netscher zijn generatie degelijk inlichtte over aktualiteit, wetenschap en kunst. Nadat hij de Revue vijfentwintig jaar alleen en onafgebroken volgeschreven had, werd hij door een nieuwe uitgever ontslagen. Dat was een zware slag voor Netscher want alhoewel hij ook wethouder en een internationaal erkend tijdwaarnemer op wielerwedstrijden was, was De Hollandsche Revue voor hem heel belangrijk gebleven. In november 1823 stierf Netscher als een opgebrand en ontgoocheld man.

Bronnen:

ASSELBERGS, W.J.M.A., Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden, Deel IX, Amsterdam - Brussel, 1951, p. 45-48.
LAMMERS, A., in Biografisch Woordenboek van Nederland III, 's-Gravenhage, 1994, p. 427-429.

Auguste Couvreur

Auguste Couvreur werd geboren te Gent op 24 oktober 1827. De eerste jaren van zijn leven bracht hij daar door maar vanaf 1835 ging de familie in Haarlem wonen. In 1837 werd Auguste naar de industriële school in Elberfeld gestuurd. In 1844 keerde hij terug naar Gent om er aan de universiteit filosofie te studeren. Wanneer hij zijn kandidaatsdiploma behaald had trok hij naar Parijs om zijn studie te voltooien aan het Collège de

[pagina 212]
[p. 212]

France en aan de Sorbonne. In 1849 keerde hij terug naar België en stapte hij in de journalistiek. Hij werkte voor verschillende tijdschriften, tot hij in 1854 vast werd bij L'Indèpendance Belge waar hij instond voor de buitenlandse politiek. Doordat hij goed gekend was in Groot-Brittannië werd hij correspondent voor de Times. Hij organiseerde en woonde veel conferenties en internationale congressen van diplomaten bij. Hij kende veel talen en had een grote interesse voor economie en sociale zaken. Hij was onder andere één van de stichters van ‘L'association internationale pour le Progrès de Sciences sodales’. In 1864 kon men hem overtuigen om zich liberaal kandidaat te stellen voor het arrondissement Brussel. Hij werd verkozen en zou 25 jaar lang gedeputeerde blijven. Hij bracht het tevens tot vice-voorzitter van de Kamer.

Hij voerde een strijd voor neutraal lager onderwijs voor iedereen. Als voorzitter van ‘L'Association pour l'enseignement professionel pour Jeunes Filles’ zorgde hij voor de oprichting van de eerste huishoudschool in 1888. Die school kreeg na de dood van Couvreur in 1894 de naam L'Ecole Couvreur.

Bronnen:

DE COSTER, Sylvain, in Biogaphie Nationale, deel 43 spl., Brussel, 1983-84, kol. 227-235.
LEBROCQUY, Guill., Types et profils parlementaires, Bruxelles, 1873, p. 194.

Eugeen Vander Linden

Eugeen Vander Linden was een beeldhouwer uit Antwerpen. Hij was getrouwd met Maria Theresia Wilhelmina Van Ryswyck. In 1892 maakte hij het borstbeeld van Virginie Loveling dat haar door het Willemsfonds Antwerpen aangeboden werd. Op 13 december 1910 stierf hij te Antwerpen, zesenzestig jaar oud geworden.

bron:

Burgerlijke Stand van Antwerpen.

Gustave Van Butsele

Gustave Frédéric Van Butsele werd geboren te Gent op 2 februari 1823. Op 6 april 1879 verliet hij de gemeente Nukerke (nu Maarkedal), waar hij ingeschreven stond als grondeigenaar, en ging hij naar Oudenaarde wonen, waar hij blijkbaar aangesteld werd als arrondissementscommissaris. Hij - zijn vrouw en dochter bleven in Nukerke wonen - betrok een woning op de Markt, nr. 2. Dit was heel waarschijnlijk zijn ambtswoning want na hem kwam er ook een arrondissementscommissaris wonen. Op 25 juli 1885

[pagina 213]
[p. 213]

keerde hij terug naar Nukerke en werd nu ingeschreven als advocaat. Op 30 juni 1904 ging hij zich met zijn vrouw en dochter vestigen in Namèche (nu Andenne), waar hij op 3 maart 1909 stierf.

bronnen:

Burgerlijke Stand van Maarkedal, Oudenaarde en Andenne.

Theodoor Tromp

Theodoor Tromp werd geboren te Amsterdam op 7 maart 1857. Op zijn zestiende trok hij naar Zuid-Afrika waar hij veel reisde als secretaris van de president van Transvaal. Na enkele omzwervingen keerde hij terug naar Nederland. Hij vestigde zich in Den Haag waar hij aanvankelijk klerk was en daarna op een ministerie werkte. Hij publiceerde artikels in kranten en tijdschriften en ook enkele novellen en op zijn eenentwintigste werd hij lid van de Maatschappij van Letterkunde. Zijn Herinneringen uit Zuid-Afrika (1879) werden het meest bekend. Hij was de echtgenoot van Nelly Dyserinck, die na de dood van haar man in het huwelijk zou treden met Cyriel Buysse.

Theodoor Tromp overleed op 10 oktober 1891 te Haarlem als een vrij bekend schrijver. In zijn levensbeschrijving noemde Margadant Tromp een man van smaak en talent, van geest, humor en satire.

Bronnen:

ELSLANDER, Antonin Van en MUSSCHOOT, Anne Marie, ‘Correspondentie van de gezusters Loveling: brieven van en aan Paul Fredericq’, Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap X, Gent, 1994, p. 112.
ZUIDEMA, in Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, Deel IV, Leiden, 1918, kol. 1345-1346.

Sophie Margaretha Cornelia van Wermeskerken - Junius

S.M.C. Junius werd op 23 november 1853 in het Nederlandse Tiel geboren waar haar vader predikant was. Ze groeide op in een groot gezin. Net zoals haar oudere zuster, Francisca J.J.A. IJzerman - Junius (pseud. Annie Floore) wijdde Sophie zich aan literatuur. Aanvankelijk werd ze bekend onder de naam Bella, daarna onder die van Johanna van Woude. Ondertussen was ze getrouwd met de notaris van Wermeskerken. In 1874 debuteerde zij met het kortverhaal Eene week uit logeeren. Haar eerste grotere roman, Hare roeping getrouw, verscheen in 1879. Werken van haar werden ondermeer gepubliceerd in de tijdschriften Nederland, Europa, Eigen Haard en in de Hollandse Lelie. Weekblad voor jonge dames waarvan zij sinds 1887 redacteur was. Ze maakte grote naam met Een Hollandsch binnenhuisje in 1888, dat tien jaar later aan zijn zevende druk toe was. Haar

[pagina 214]
[p. 214]

roman Tom en ik (1889) was ook heel populair. In 1894 verscheen daarvan te Londen de Engelse vertaling als A young wife's ordeal.

In al haar werken schilderde Sophie M.C. van Wermeskerken - Junius het familieleven in Nederland. Ze vereerde het huwelijk en prees dit aan haar publiek, dat voornamelijk uit vrouwen bestond, aan. De ‘jeugdige lelietjes’ dweepten met haar. Gedurende de laatste twee decennia van de vorige eeuw behoorde ze tot de populairste schrijfsters van Nederland.

In 1893 werd aan S.M.C. van Wermeskerken - Junius als een van de eerste vrouwen het lidmaatschap van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde toegekend.

Haar laatste levensjaren waren droevig en eenzaam. Ze had te kampen met depressies ten gevolge van teleurstellingen. Nadat ze in 1901 al alleen was gaan wonen om te herstellen, werd ze naar een instelling te Utrecht overgebracht, waar ze op 20 november 1904 overleed.

Bronnen:

ASSELBERGS, W.J.M.A., Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden, Deel IX, Amsterdam - Brussel, 1951, p. 13.
TE WINKEL, J., Ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde, Deel VII, 2e druk, Utrecht - Leeuwarden, 1973, p. 33.

Frans Van Kuyck

Frans Van Kuyck werd op 9 juni 1852 geboren in Antwerpen als zoon van een dierschilder bij wie hij de eerste beginselen van het vak leerde. Zijn verdere opleiding tot schilder-etser kreeg hij aan de Koninklijke Academie in Antwerpen waar hij later doceerde.

Naast het schilderen, etsen en lesgeven stapte Van Kuyck ook in de politiek.

In 1888 werd hij verkozen als provincieraadslid voor de liberale Bond der Democratische Vooruitstrevende Vereenigingen. In 1891 werd hij gemeenteraadslid en in 1895 schepen voor schone kunsten van Antwerpen, welke functies hij waarnam tot aan zijn overlijden op 31 mei 1915.

Bron:

VAN ROEY, Jan, in EVB, II, Tielt, 1975, p. 809.

Louisa Robelus-Vandervennet

Louisa (Ludovica) werd geboren te Vosselare op 17 september 1850. Ze was één van de vijf kinderen van Felix Vandervennet en Marie Fredericq (1823-1900), de jongste halfzus van Virginie Loveling. Ze trouwde met Pierre Robelus, die net zoals zij actief was in het onderwijs te Gent. Op 18 maart 1929 overleed ze te Gentbrugge.

[pagina 215]
[p. 215]

Bronnen:

FREDERICQ, Louis, Notes sur la famille Fredericq - Beaucarne, [z.pl.], 1940, p. 45.
Burgerlijke Stand van Gent.

F.C. Tromp

Frederic Cornelis Tromp werd geboren te Vlissingen op 13 maart 1828 en overleed te 's-Gravenhage op 19 juli 1900. Hij was een liberaal lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland, wethouder en minister van Marine in het derde kabinet-Heemskerk (1887-1888).

Bron:

RAMAER, J.C., in Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, Deel X, Leiden, 1937, kol. 1061.

Victor Heymans

Martin Charles Joseph Victor Heymans werd geboren te Mechelen op 28 juni of juli 1861 (beide versies komen voor in de registers van de Burgerlijke Stand). Wanneer hij trouwde met Marie H.J. Camby, ging hij zich vestigen in Tienen. Op 27 juli 1885 werden Victor Heymans en zijn vrouw opnieuw in Mechelen ingeschreven. Victor was leraar van beroep. Op 28 juli 1886 verhuisde hij met zijn vrouw naar Beauring en na twee jaar, in november 1888, kwamen ze terug naar Mechelen. Een jaar later liet Heymans zijn job als leraar varen en nam hij de zaak van de Mechelse drukker J. Bollen over.

Van Bollen nam hij de uitgave over van De Maanblusscher, één van de oudste dagbladen van Mechelen. Geleidelijk aan ruimden de binnen- en buitenlandse nieuwsberichten plaats voor lokale liberale propaganda. In de jaren 1889-1892 was De Maanblusscher het voornaamste politiek orgaan in Mechelen. Heymans startte ook een Franstalige editie van De Maanblusscher, L'Echo. De Maanblusscher werd tot en met de laatste aflevering van 19 september 1895 bij Victor Heymans gedrukt.

Dan ging hij van start met De Beiaard, opnieuw een dagblad met liberale strekking.

Victor Heymans gaf vanaf 1890 ook één van de vurigste liberale kiesbladen uit die Mechelen ooit gekend heeft, Jan die lacht.

Naast de bladen die hij uitgaf voor de Mechelaars, gaf hij ook enkele kranten uit voor de plattelandsbevolking. Die kranten gaven, naast liberale propaganda, vooral sensatienieuws.

Nadat De Beiaard zijn bestaan had gestaakt, rolde er drie dagen later een nieuwe liberale krant van de persen in de drukkerij van Victor Heymans, Salvator, Dagblad voor geheel 't arrondissement Mechelen en de omliggende

[pagina 216]
[p. 216]

gemeenten. Dit politieke nieuwsblad bood aanvankelijk ook buitenlandse nieuwsberichten aan maar ontwikkelde zich meer en meer tot een zuiver lokaal en politiek strijdblad, dat een voortdurende spreekbuis werd voor verkiezingsnieuws en propaganda. De eerste drie jaar was Salvator eigendom van Victor Heymans, die er naast drukker ook uitgever van was. Vanaf 1897 nam de Samenwerkende Maatschappij ‘De Liberale Drukpers’ het bezit van het dagblad over.

Ondertussen gaf Heymans verschillende kiesbladen en andere gelegenheidsuitgaven uit.

Vanaf 1896 verscheen Belgique-Athénée, fédération des Elèves des Athénées de Belgique. Dit blad van de leerlingen uit verschillende athenea bezorgde literaire artikels en rapporten uit de verschillende centra en bleef jarenlang verschijnen.

Ook met Le Dante begaf Victor Heymans zich op het literaire pad. Met dit blad hoopte hij de onverschilligheid tegenover literatuur weg te werken. Heymans slaagde echter niet in zijn opzet en staakte met deze literaire revue na amper 16 nummers.

Praktisch ieder jaar gaf de bedrijvige drukker nieuwe bladen uit, terwijl reeds bestaande er gedrukt bleven.

Op 23 mei 1900 overleed de echtgenote van Victor Heymans, Marie H.J. Camby.

De Straal, het dagblad dat in 1902 Salvator verving en bij hem gedrukt werd, ging er prat op het enig officieel orgaan te zijn van de Liberale Associatie van Mechelen. In het eerste decennium van de twintigste eeuw was het de geduchtste tegenstander van de katholieke Gazet van Mechelen en van de socialistische Vooruit.

In 1903 hertrouwde Victor Heymans met Hendrika Norbertina Catharina De Backer. Vanaf 1907 begon hij zijn bladen niet meer op zijn eigen naam maar op naam van zijn vrouw en kinderen uit te geven. In 1910 keerde hij terug naar zijn oorspronkelijk beroep en hij werd leraar aan de normaalschool te Brussel. Twee jaar later ging Victor Heymans zich met zijn gezin in Ukkel vestigen. Daarmee vertrok een uiterst actieve en belangrijke persoon uit de Mechelse drukkerskringen. Alles bij mekaar werden in zijn bedrijf 31 verschillende dagbladen of tijdschriften gedrukt. Vooral voor de liberale partij betekende Victor Heymans een grote hulp en medewerker. Hij was ook voorzitter van de Liberale Voorwacht.

Bronnen:

Stadsarchief Mechelen
RYCKMANS, Pierre, Drukkers en pers te Mechelen (1773-1914) Repertorium, Bijdragen van het Interuniversitair Centrum voor Hedendaagse Geschiedenis, Leuven-Parijs, 1972, p. 47-55.
[pagina 217]
[p. 217]

Arthur Buysse

Arthur Buysse werd op 14 april 1864 in Nevele geboren als tweede zoon van Louis Buysse en Pauline Loveling. Hij is dus de jongere broer van Cyriel Buysse.

Hij promoveerde in de rechten en werd in 1909 liberaal volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Gent-Eeklo. Ondanks het feit dat Buysse in en buiten het parlement ijverde voor de vernederlandsing van de Gentse Universiteit en voor de volledige erkenning van het Nederlands in het leger was hij een zeer gematigde flamingant. Hij stierf te Gent op 28 september 1926.

Bronnen:

DE SCHRYVER, Reginald, in EVB, I, Tielt, 1973, p. 267-268.

Gabriël Welvaert

Gabriël Henri Joseph Marie Welvaert werd geboren op 14 mei 1875 te Brugge. Tot in 1931 woonde hij in de Wollestraat 33 te Brugge, waar hij ingeschreven stond als handelsagent. Gabriël Welvaert was actief binnen het Willemsfonds Brugge. Vanaf 1906 maakte Gabriël Welvaert deel uit van het bestuur van de Brugse afdeling van het Willemsfonds en was hij verantwoordelijk voor het muzikaal gedeelte van de zittingen van het Willemsfonds. Hij was lid van de toneelgroep Breydel's Zonen met slogan ‘Voor Taal en Kunst’ en was een bestuurslid van de Volksbibliotheek.

Naar aanleiding van een politiek meningsverschil diende Welvaert in september 1911 zijn ontslag in als bestuurder van het Willemsfonds Brugge, maar eind oktober verklaarde hij zich dan toch bereid om de organisatie van de liederenavonden voort te zetten. Hij bleef wel afwezig op de bestuursvergaderingen en regelde de liederenavonden via briefwisseling.

Op 7 januari 1912 stichtte de Liberale Vlaamsche Bond het radicaal-liberale weekblad 't Vrije Vlaanderen, dat uitgegeven en gedrukt zou worden door Gabriël Welvaert.

Met 't Vrije Vlaanderen zette een groep vooruitstrevenden zich af tegen het liberale partijbestuur, dat meer en meer in katholieke richting evolueerde. Het motto van dat vrijzinnig, volks- en Vlaamsgezind weekblad voor Brugge en de provincie West-Vlaanderen luidde: ‘Naar nieuwe wegen. Alles voor en door het Volk. Voor Taal en Vrijheid’. De eigenaar van het blad was Georges Marquet, een avonturier die de bron en oorzaak was van een reeks zware breuken binnen de liberale wereld te Brugge. In juli 1912 werd de laatste vermelding van 't Vrije Vlaanderen teruggevonden.

In 1931 vertrok Gabriël Welvaert uit Brugge naar Assebroek. Vanaf 1956 tot zijn dood in 1968 woonde hij in Oostkamp.

[pagina 218]
[p. 218]

Bronnen:

Liberaal Archief voor informatie over het Willemsfonds-Brugge van 1872 tot 1918.
Stadsarchief en Burgerlijke Stand van Brugge.
VAN EENOO, R., De pers te Brugge 1792-1914. Bouwstoffen, Bijdragen van het Interuniversitair Centrum voor Hedendaagse Geschiedenis, Leuven-Parijs, 1961, p. 159 en 204.

Marie Boedt

Marie Boedt, geboren Thooris, was de echtgenote van Jules Charles Stanislas Boedt. Zij werd geboren te Brugge op 3 augustus 1887 en was op 13 mei 1911 in het huwelijk getreden met Jules Boedt. Jules Boedt, geboren op 3 juli 1886 te Brugge, was de zoon van Ludovicus (Louis) Boedt en Elise Loveling, de dochter van Virginie Lovelings broer Karel (1825-1911). Op het huwelijk was Paul Fredericq opgetreden als getuige van zijn neef. Jules Boedt was een advocaat en liberaal volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Brugge van 1921 tot 1929 en van 1932 tot '36. Hij was overtuigd Vlaamsgezind maar zijn gezag in de liberale partij reikte niet ver. Zijn aanwezigheid op de openingsplechtigheid van de door de bezetters vernederlandste Gentse universiteit in 1916 werd hem zeer kwalijk genomen. Tot 1949 woonde Jules Boedt met zijn gezin in Brugge. Daarna gingen ze in Celles wonen.

Jules Boedt stierf op 2 oktober 1966 te Beernem. De sterfdatum van zijn vrouw hebben we niet kunnen achterhalen.

Bronnen:

LERMYTE, Jean-Marie, in EVB, I, Tielt, 1973, p. 198-199.
Stadsarchief en Burgerlijke Stand van Brugge.

Eugène Hubert

Eugène Hubert werd geboren te Brussel in 1853. Als doctor in de letteren en wijsbegeerte werd hij professor en later rector aan de universiteit van Luik. Hij was een goede vriend van Paul Fredericq en één van zijn opvolgers in Luik.

Eugène Hubert is ook nog een tijdje minister van Wetenschap en Kunst geweest. Hij werkte tevens mee aan verschillende Belgische en buitenlandse publicaties. In 1920 kreeg hij de vijfjaarlijkse prijs voor geschiedenis. Hij stierf te Luik in 1931.

Bronnen:

COPPENS, E. Chris, Paul Fredericq, Gent, 1990, p. 165.
DE SEYN, Eugène, in Dictionnaire biographique des Sciences, des Lettres et des Arts en Belgique, Bruxelles, 1935, p. 579.
[pagina 219]
[p. 219]

Pol de Mont

Pol de Mont werd geboren te Wambeek op 15 april 1857. Hij ging naar de middelbare school te Ninove en naar het klein seminarie te Mechelen waar hij poëzie begon te schrijven. Hij werd kandidaat in letteren en wijsbegeerte aan de Leuvense universiteit. In 1880 kreeg Pol de Mont de vijfjaarlijkse staatsprijs voor Vlaamse letterkunde voor de bundel Gedichten. Van 1880 tot 1904 was hij leraar Nederlands, de eerste twee jaren in Doornik, daarna in Antwerpen, waar hij ook liberaal provincieraadslid was van 1892 tot 1896. Hij schreef ook proza: heimatliteratuur en heel wat essays en literaire kritieken.

Zijn poëzie was vernieuwend: hij zette zich af tegen de burgerlijke bezadigdheid en de deugdzaamheid van zijn voorgangers en was een vertegenwoordiger van l'art pour l'art. In 1881 stichtte hij Jong Vlaanderen, waarin hij vooral jongeren aan het woord liet komen en waarin volkskunde aan bod kwam. Pol de Mont stimuleerde de systematische studie van volkskunde. Hoewel hij in Vlaanderen de leider was van het modernisme werd hij tot zijn ontgoocheling nooit opgenomen in de beweging Van Nu en Straks. Hij liet zich met elke nieuwe literaire stroming meedrijven en door zijn veelzijdigheid werd zijn werk soms oppervlakkig. Als taalzuiveraar echter en als propagandist voor schoonheid in Nederlandse literatuur, als verbreider van nieuwe literaturen en door zijn inspanningen op het gebied van folklore en van kunstkritiek werd hij toch algemeen erkend.

Vanaf 1904 was Pol de Mont conservator van het Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen tot hij in 1919 hoofdredacteur werd van het Vlaams-nationalistische dagblad De Schelde. Hij stierf te Berlijn op 29 juni 1931.

Bronnen:

DE BOCK, Eugène, De Vlaamse Letterkunde, Antwerpen-Den Haag, 1953, p. 153-154.
COOPMAN, Theophiel en SCHARPÉ, Lodewijk, Geschiedenis der Vlaamsche Letterkunde van het jaar 1830 tot heden, Antwerpen, 1899, p. 336.
GIJSEN, Marnix, De literatuur in Zuid-Nederland sedert 1830, 1951, p. 26-27.
VERVLIET, Raymond, Pol de Mont, in Twintig Eeuwen Vlaanderen, deel 13, Hasselt, p. 421-424.
voetnoot(*)
Met dank aan mevr. Mariette Bonnet-Noe en aan dr. Klaas Willems, die behulpzaam waren respectievelijk bij de lectuur van de Franse brieven en bij het ontcijferen van brief 70, in Gotische letter.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Cyriel Buysse


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Sophie (2 delen)


auteurs

  • over Adolf Hoste

  • over Paul Fredericq

  • over Cyriel Buysse

  • over Adolf-J.F. de Hoon

  • over Arthur Cornette

  • over Anne Busken Huet-van der Tholl

  • over Jan ten Brink

  • over Karel Buls

  • over A.J. Stecher

  • over Johanna Desideria Courtmans-Berchmans

  • over Léonie Fredericq

  • over Simon Fredericq

  • over Pieter Nicolaas van Kampen

  • over Lia Fredericq

  • over Johan Gram

  • over Fritz Smit Kleine

  • over Karel Bogaerd

  • over G.K.L. Bergmann

  • over Auguste Vierset

  • over Frans Netscher

  • over Auguste Couvreur

  • over Gustave Van Butsele

  • over T.M. Tromp

  • over Johanna van Woude

  • over Frans Van Kuyck

  • over Louisa Robelus-Vandervennet

  • over F.C. Tromp

  • over Victor Heymans

  • over Arthur Buysse

  • over G. Welvaert

  • over Marie Boedt

  • over Eugène Hubert

  • over Pol de Mont

  • over Virginie Loveling


editeurs

  • Sylvie Engels