Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 5 (1982)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.80 MB)

ebook (2.82 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 5

(1982)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Signaleringen

Vrijmetselaars - Ch.C.V. Verreyt schrijft in 1907 in Taxandria over Vrijmetselaarsloges in Noord-Brabant. Op. p. 197 leest men het volgende: ‘De eerste die in ons vaderland een aanprijzend verslag over de vrijmetselarij in het licht gaf was een Noord-Brabanter, namelijk de beruchte Jacob Campo Weyerman van Breda in het weinig voorkomende boekje: “De zeldzame levensbijzonderheden van Laurens Arminius1), Jacob Campo Weyerman, Robert Hennebo, Jacob Veenhuyzen en veele andere beruchte personaadjen” (Amsterdam 1738), blz. l87-2l8. Dit schijnt den niet genoemde opsteller van boven gemeld woordenboek [= Algemeen wijsgeerig-geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Amsterdam l844], zijnde de journalist Abraham van Lee, geboren te Amsterdam 31 December l805, overleden aldaar 7 December 1869, onbekend te zijn gebleven; hij maakt er althans geene melding van. Het was ook eene twijfelachtige eer voor eene vereeniging door dezen vuilen pamflettist te worden aangeprezen.’

[pagina 513]
[p. 513]

Noot 1 luidt: ‘Volgens hem een kleinzoon van den bekenden godgeleerde Jacobus Arminius, doch een losse kwant.’

(F. Wetzels)

 

Weijerman wereldwijd - Weinigen weten nog dat Weijerman wel degelijk al enige naam gemaakt heeft over de grenzen. Engelstaligen hebben nl. al kennis kunnen nemen van zijn bestaan en door het raadplegen van Cassel's Encyclopaedia of world literature London 19732. Hier volgt het hele lemma: ‘Weyerman, Jacob Campo (+ Breda 9 VIII 1677; a 1727 Johanna Ernst† The Hague 1747) Dutch journalist and adventurer; flowerpainter and editor of half a dozen weeklies more or less intending blackmail e.g. De Rotterdamsche Hermes (1720-21) and De naakte waarheid (1737) written in a clever style, as were also his compilations such as De levensbeschryvingen der Nederlandsche konstschilders (4 vols 1729-69). Den Persiaansche zijdewever (1725); De Maagdenburgsche alchimist (play 1733). W.P. Sautijn Kluit in Nyhoff's Bijdragen, new ser., VII (1871) D.J.H. ter Horst ‘De geschriften van J.C.W.’ in Het Boek (l944) C.M. Geerars J.C.W. in Annalen van het Thijmgenootschap (1957). De ondertekening is J.W.W. (J.Sm.) waarvoor tekenen Jacob Weevers die dit voor de eerste druk van 1953 schreef en Jacob Smit voor deze druk.

(T. Broos)

 

Archivalia - Rehm (Meded. p. 198) meldde reeds dat op 8 januari l692, te 's Gravenhage in de Nieuwe Kerk werd gedoopt: Jacobus Weyerman, als zoon van Gerrit Weyerman (oudere halfbroer van Jacob Campo, zoon uit eerder huwelijk van vader Hendrick) en Maria van Rotterdam. De getuigen van de doop liet Rehm onvermeld. Het systeem op Haagse DTB-gegevens (op GA aldaar) noemt als zodanig: Jacobus Seeman en Elisabeth Semrel (no. 294, bl. l6). M.a.w. Elisabeth Sommerel bevond zich in l692 tenminste één dag in Den Haag, en was met haar stiefkind Gerrit kennelijk on speaking terms.

In de Mededelingen is reeds opgenomen de pro deo aangifte van het overlijden van JCW zelf. Het GA 's Gravenhage heeft verder onder Johanna Weyermans: ‘den 27 January 1744 werd het overlijden van - Pro deo aangegeeven’ (Ho..., bl. 173 v.) Johanna Weyerman-Ernst kan dit bezwaarlijk zijn, want zij erft in 1747 nog ‘schilderyties’ van JCW (Meded. p. 413).

(P. Altena)

 

Autobiografie - Aan JCW's autobiografie, zoals die uit het vierde deel der Konstschilders is overgenomen in de Mededelingen p. 30-37, 39-45, 49-55, ontbreekt een passage die precies tussen p. 45 en 49 in dient te staan. (Konstschilders IV, p. 456-457). Na: ‘[...] de rest zy den Phaarheer bevoolen.’ volgt namelijk: ‘Op deeze wyze, ofte by en ontrent op dien trant, wiert die gekruide Redenvoering geopent en geslooten. Felaas! dat tweeledig woord van Phaarheer vergalde den bot, en bedierf de klucht. Den ongestadige Konstschilder schifte van Meestressen als van Dassen, en hy telde liefde op den duur, een byster malle kuur. Ingevolge van dien regel bekleed hy den ongehuuwden staat, en zei: “Dat Vrouwen zyn de Meestressen der Jongelingen; de Gezellinnen voor den middelbaaren leevenstyd; en drooge Minnemoers der oude Mannen”. Echter bedankte hy den braaven Heer Busch voor zyn aanbieding met hoflyke woorden. Zei dat den staat des huuwelyks, zynde een verbintenis van de piterste aangelegendheid, rypelyk behoorde te werden overwoogen. En voor 't laatste, verzogt hy geen

[pagina 514]
[p. 514]

langer uitstel als drie dagen, om zich deswegens te beraaden.

In 't kort den Konstenaar, scheide op dien voet als hy was gekomen, vriendelyk van weerskanten, doch min nuchteren als eenige uuren van te vooren.

Niettegenstaande den verliefde Schilder drie dagen nam tot zyn beraad, bedacht hy zich echter geen drie

[457:] minuten. Hy oordeelde het speelen van een leevensrol op het tooneel des waerelds wel zo eerlyk, als te verstrekken tot een kluchtrol aan duizende leegloopers op een zalftooneel onder de open lucht. Beducht van echter te moogen vervallen in eene zwakke luym, vertrok hy uit Frankfort, en verreisde op nieuws naar Batos graazige landsdouwen.’

(G. Marechal)

 

Pain et Vin - Vgl. Meded. p. 4l7: Pain-et-Vin (Paynwin), Mozes, Frans militair, *1620, + (gefusilleerd) jan. 1673 Alfen. Kolonel in Staatse dienst; ontruimde 29.12.l672 de schans te Nieuwerbrug bij Bodegraven waardoor de Franse troepen onder Luxembourg op Woerden konden terugtrekken. Een krijgsraad veroordeelde Paynwin tot levenslange gevangenisstraf en degradatie, maar stadhouder Willem III liet hem door een speciale rechtbank ter dood veroordelen.

In: Nijhoffs Geschiedenislexicon. Nederland en België. (samenst. H.W.J. Volmuller). 's Gravenhage-Antwerpen.

Hierin niets over Jacob Campo Weyerman c.s. zelf. (Nik P. de Vries)

 

Campo en Cornelia - In 1775 overleed Cornelia Outman. Zij was een welgestelde dame, die een ververij bezat, en woonde op de Bloemgracht te Amsterdam. Zij had twee echtgenoten overleefd: eerst Willem van Lent (of: Leut), en daarna Herman van Loon Abrahamsz.

Deze gegevens put ik uit de inventaris van haar boedel, die op 7 november 1775 door notaris Cornelis Houtman te Amsterdam opgemaakt werd (GA A'dam inv. no. 11625). En daaruit blijkt ook, dat Cornelia een verwoede Weyerman-lezeres was (óf haar voorgaande mannen; maar dat moet een geïnteresseerde in de Weyerman-receptie van de 18e eeuw maar eventueel aan de hand van voorgaande boedelinventarissen uitzoeken). Cornelia had in het algemeen veel boeken, waarbij veel nederlandse romans. Zo stond er op het comptoir een vurenhouten boekenkast. Daarin stond bij de quarto's een ‘Don Quichot met de platen van Picart en anderen groot papier’. Maar op datzelfde comptoir stond een nog grotere vurenhouten boekenkast. En daarin vinden we bij de quarto's:

‘Weijerman's leven der schilders
Dezelve Amsterdamsche Hermes
Dezelve Echo des werelds
Dezelve historie van t pausdom
  en doorzigtige heremiet
Dezelve Ontleder der gebreken
Dezelve Arlequin destillateur [!]
Rotterdamsche Hermes.’

Kortom, iemand in de verf was duidelijk een fan. Zelf vind ik het boeiend, dat van deze acht Weyerman-werken er vijf tijdschriften zijn. (André Hanou)

[pagina 515]
[p. 515]

Echo f 700, - en Weyerman ‘terecht steeds meer aandacht’ - Bladerend in catalogus nr. 12 van antiquariaat Lambiek Coopmans uit Venlo (oude letterkunde, vreemde talen, geschiedenis, oude drukken), trof ik onder nr. 1191 een te koop aangeboden exemplaar van JCW's Echo des Weerelds aan:

1191. WEYERMAN, J.C.

Den echo des weerelds. Amst. H. Bosch, 1726-1727, 104 afleveringen in 2 banden. cont. perkament. 4o.
(Scheepers, 1947, 333; Versnel, 6l6. Goed ex. van dit spektatoriaal tijdschrift van Weyerman, die terecht steeds meer aandacht krijgt. Zeldzaam). f 700, -

(Frank Peeters)

En nog snel verkocht ook, zoals bij navraag bleek. (Red.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Jacob Campo Weyerman


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Frans Wetzels

  • Ton Broos

  • Peter Altena

  • Gerardine MarĂ©chal

  • A.J. Hanou

  • Frank Peeters

  • Nik de Vries