Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Middelnederlandsche geneeskundige recepten en tractaten, zegeningen en tooverformules (1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van Middelnederlandsche geneeskundige recepten en tractaten, zegeningen en tooverformules
Afbeelding van Middelnederlandsche geneeskundige recepten en tractaten, zegeningen en tooverformulesToon afbeelding van titelpagina van Middelnederlandsche geneeskundige recepten en tractaten, zegeningen en tooverformules

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.68 MB)

ebook (3.11 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Editeur

W.L. de Vreese



Genre

proza

Subgenre

artesliteratuur
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Middelnederlandsche geneeskundige recepten en tractaten, zegeningen en tooverformules

(1894)–Anoniem Middelnederlandsche geneeskundige recepten en tractaten, zegeningen en tooverformules–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 114]
[p. 114]

[DEsen bouch sendde ypocras...]

Ga naar margenoot+(D)EsenGa naar voetnoot(1) bouch sendde ypocras den keyser, in den welken es al de herte van medicinen, alsoe ypocras vernomen hevet van der nature van allen levenden dinghen: helpende ende derende dinghen tallen naturen, welke bekennet sijn hier te seneene ende ter medicinen van allen manieren van ziecheden ende van evelen ende van wonden, alsoe ghi wel sult moghen prouven. Elke dinc van menschen siecheden, tenGa naar voetnoot(2) hovede of ten lechame, deen es hitteGa naar voetnoot(3), dander droechede, terde verschede, tvierde vercouden. Bi der hitten zijn ontauden alle saken daer wi bi leven.

Die been sijn droeghe, die gheven cracht den mensche pine teGa naar voetnoot(4) doene. Die inhaderen zijn cout, die den mensche doen verademen. Ende dbloet es versch, dat voetd dleven. Bi den beenen ende bi den inaderen lopen die aderen, die welke brekenGa naar voetnoot(5) dbloet; ende dbloet breket dleven; ende dleven onthaut den lechame.

Nu siet hoe ghi devel sult bekennen; te vier partien van den lechame salmen die ziekede verne-

[pagina 115]
[p. 115]

men: an thovet, an den buuch, an de leveren, an de blazen, die welke men sal aldus bekennen. Die mensche es ghans, alse sine orine es al wit smorghens betide vor etene, roet achter etene. Orine vet ende donkere es goetGa naar voetnoot(1). Orine ghefiguurt alse es verminghelt alse orine van enen esel, betekent ziekede van den hovede curtelike comende. Orine ghefiguurt ten vier daghen betekent dat die mensche bekeert es. Orine den vierden dach wit ende den anderen dach roet, dat betekint ghenesen. Orine wit ende vet alse die guene die es van naturen verscheden, betekint den vierden dach corts nakende. Orine die es bloeddachtech betekint dat die blaze es ghequetst van enigher verschede van binGa naar margenoot||nen. Orine clene vleschachtich vet also alse ru...Ga naar voetnoot(2) betekint siekede van lendinen. Die bloet pist sonder evel, hem sijn die aderen ghescuert in de lendinen. Orine die scijntGa naar voetnoot(3) qualike riekeneGa naar voetnoot(4) betekint die blase ghequetst. Orine bloedich ende gheminghet met clenen stickelkinen van bloede, betekint groet evel binnen den lechame ende sonderlanghe in de blase. Orine die vallet bi dropelen ende boven scumet alse appelver lanc, betekent langhe ziekede. Orine daer boven vliet een clene ringhelkijn, betekint langhe sucht ende langhe ziekede.

Ga naar margenoot+Orine van wiven die bleec es in den orinael, claer alse .i. selver, ende twijf dicken spuwet, ende hare ne lust niet eten, betekint dat soe draghet kint. Orine van wiven wit ende swartGa naar voetnoot(5) ende stinkende,

[pagina 116]
[p. 116]

betekint groet vernoy in die lendinen ende in die matrice, vulGa naar voetnoot(1) van ziekeden ende van evele van coude. Orine van wiven die boven scumet van bloede, ende es claer alse water, betekint vernoy van den hovede, ende betekint den lust van den slape ende van etene bi den ghezellen van der maghe hebben verloren. Orine van wiven die hevet vaerwe alse scurlinghe van ysere, heft soe den vierden dach curts, betekint dat soe sal sterven ten derden dagheGa naar voetnoot(2). Orine van wiven die es ghevarwet ende swaerGa naar voetnoot(3) alse loet, draeghetGa naar voetnoot(4) soe kint, vullenGa naar voetnoot(5) are matrice ende soe stinct in den orinael. Orine van wiven die den hoest hevet ende tmenisoen, die suelker es die orine ghevaerwet alse vlas, ende betekint dat dwijf niet mach werden ghesontGa naar voetnoot(6).

Ga naar margenoot+Aldus suldi bekennen die ziekede van den mensche; ende alse ghise sult hebben bekent, dan suldi moeghen sien medicine daer jeghen. ende daer omme, dat de menschen sijn verscheden van manieren, jeghen elc evel vint men medicine.

Ga naar margenoot+ Nu suldi beghinnen ant hovet ende daer na an dandere lede.

margenoot+
P f. 152 a.
voetnoot(1)
De rubricator heeft hier zijn werk niet verricht: de D is niet ingevuld.
voetnoot(2)
Hs. den.
voetnoot(3)
In het hs. vóór hitte, zwart doorstreept en onderstipt: vte.
voetnoot(4)
Hs. de.
voetnoot(5)
Hs. breken, voorafgegaan door bred met de onderste helft eener e; het geheel onderstipt.
voetnoot(1)
Hs. gret.
margenoot||
P f. 152 b.
voetnoot(2)
Tusschen ru en betekint is in het hs. eenige ruimte opengelaten. Er is plaats voor drie, desnoods vier letters.
voetnoot(3)
Voor scijnt is een woord uitgekrast.
voetnoot(4)
Hs. riekeke.
margenoot+
Nota de mulieribus.
voetnoot(5)
Hs. suart.
voetnoot(1)
Hs. wl.
voetnoot(2)
Hs. daghe voorafgegaan door da, onderstipt.
voetnoot(3)
Hs. suaer.
voetnoot(4)
Hs. draeghet voorafgegaan door da, onderstipt.
voetnoot(5)
Hs. wllen.
voetnoot(6)
Hs. Orine van wiven die suelker ende die den hoest hevet ende tmenisoen es die orine ghevaerwet alse vlas betekint dat enz.
margenoot+
Nota.
margenoot+
Nota.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken