Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naamkunde. Jaargang 29 (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naamkunde. Jaargang 29
Afbeelding van Naamkunde. Jaargang 29Toon afbeelding van titelpagina van Naamkunde. Jaargang 29

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naamkunde. Jaargang 29

(1997)– [tijdschrift] Naamkunde–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 249]
[p. 249]

Kroniek Nederland

Walcherse veldnamen

Na acht jaar is er een nieuw deel verschenen in de serie ‘Veldnamen van Walcheren’, die wordt uitgebracht door de Heemkundige Kring Walcheren. Ditmaal betreft het de toponiemen in de voormalige gemeenten Aagtekerke, Domburg, Meliskerke, Oostkapelle en Westkapelle, gelegen in het westelijk deel van het eiland. Het aantal namen dat in dit deel is bijeengebracht, bedraagt 2143 en dat betekent een welkome aanvulling van het reeds gepubliceerde toponymisch materiaal van het eiland Walcheren.

Ook nu weer gaat het om het product van een gezamenlijke inspanning, waarbij verschillende veldwerkers betrokken zijn geweest, die de namen hebben opgetekend uit de mond van de steeds kleiner wordende groep van mensen die deze nog kennen uit de tijd dat het microtoponymische systeem op het eiland nog functioneerde.

De indeling van het boek is min of meer gelijk aan die van het voorgaande deel. Na een algemene inleiding, ditmaal van de hand van A.P. de Klerk, de actieve regionaal-historicus van Zeeland, volgt een overzicht door L.M. Hollestelle van de blok- en veldnamen uit de zestiende- en zeventiende-eeuwse overlopers van Walcheren, die voor hun vernietiging in de Tweede Wereldoorlog zijn opgetekend door P.L. Tack. Een overzicht van de tiendblokken gaat vooraf aan de alfabetische lijst van de geïnventariseerde namen van voor de herverkaveling, waar vele lokale onderzoekers aan hebben meegewerkt. M.A. en M. Kooiman, vader en zoon, hebben het materiaal geanalyseerd en ingedeeld overeenkomstig het bekende schema van Schönfeld in zijn ‘Veldnamen in Nederland’. Veel aandacht gaat in dit deel ook uit naar de namen van de wegen, paden, waterlopen, boerderijen en buitenplaatsen, die zijn geordend en van commentaar voorzien door C.N. Polderman. L.M. Hollestelle biedt ons een interessant overzicht van een naamdragende categorie die wij slechts zelden in de onomastische literatuur tegenkomen, de paalhoofden langs de kust van het eiland.

Het aparte kaartmapje bevat maar liefst zeven kaarten van de voortreffelijke kwaliteit die wij van de Heemkundekring Walcheren gewend zijn. De bladen zijn groot, zodat men snel een flink deel van het onderzoeksgebied kan overzien en verder zijn de namen in heldere letters in de percelen ingeschreven.

De Veldnamen van Aagtekerke, Domburg, Meliskerke, Oostkapelle, West-
[pagina 250]
[p. 250]
kapelle. Middelburg, Heemkundige Kring Walcheren 1997. 148 blz., ill. krtn. Prijs f 48, = + f 6, = verzendkosten. Te bestellen bij J. den Hollander, Essenlaan 7, 4334 BL Middelburg. isbn 90-803509-1-5.

Boerderij- en veldnamen in Hummelo en Keppel

De Achterhoek behoort tot die delen van Nederland die in hoog tempo toponymisch worden ontsloten. Met groot enthousiasme gaat het Staring Instituut te Doetinchem voort met het publiceren van de veld- en boerderijnamen in de verschillende gemeenten in dat gebied. De vorm waarin dat geschiedt, heeft kennelijk aangeslagen, want er begint langzamerhand een reeks van boeken te groeien die zowel qua vorm, oblongformaat, als qua inhoud met elkaar overeenstemmen.

Ook dit overzicht van de boerderij- en veldnamen in Hummelo en Keppel begint met een inleiding van Loes H. Maas, waarin zij op basis van haar grondige kennis van het archiefmateriaal de namen in relatie brengt met de bodemgesteldheid en met het bodemgebruik in het verleden. Verder bespreekt zij de namen voor bouwland, voor grasland, voor bossen, hoogten en laagten, voor woeste grond en nieuwe ontginningen, voor wegen en wateren, terwijl in het laatste hoofdstuk de vormnamen en de vernoemingsnamen aan bod komen. Het is te hopen dat de auteur deze inleidende hoofdstukken eens tot een artikel omwerkt waarin zij een algemene schets van de microtoponymie van de Achterhoek voor de lezers in andere delen van ons taalgebied presenteert.

Zoals gebruikelijk bestaat het hoofdbestanddeel van het boek uit een alfabetische lijst van de boerderij- en veldnamen in een licht dialectale spelling, voorafgegaan door opmerkingen en commentaren die door de veldwerkers zijn genoteerd uit de mond van de plaatselijke informanten.

Het gebied van de gemeente is opgedeeld in tweeëntwintig kaartjes, die aan het einde van het boek zijn afgedrukt. In heldere letters staan daar zowel de veldnamen als de boerderijnamen op ingetekend, waarbij de laatsten zijn gekenmerkt door een onderstreping. Als geheel is de vormgeving van dit deel weer voortreffelijk; ik moet zelfs bekennen dat ik zowaar aan het oblongformaat begin te wennen.

 

Boerderij- en veldnamen van Hummelo en Keppel / coörd.: G.J. Jansen en H. Kets; red.: Loes H. Maas., A.H.G. Schaars en L. Strijker-Klaij. Doetinchem, Stichting Staring Instituut [etc.], 1997. 22 blz., ill., krt.; isbn 90-73667-28-3.

[pagina 251]
[p. 251]

Veldnamen van Wormer, Jisp en Neck

Hoewel er in de provincie Noord-Holland in de afgelopen decennia vrij veel nog levende veldnamen zijn opgetekend, is lange tijd maar weinig van dit materiaal in een zelfstandige publicatie uitgegeven. Als we afzien van de monumentale studie van G.J. Boekenoogen, ‘De Zaanschse Volkstaal’ uit 1897 [!], waarin de veldnamen een belangrijke plaats innemen, moesten wij wachten tot de verschijning in 1977 van het boekje van V.J.W. Krah, ‘Waar komt die naam vandaan? De straat-, veld- en waternamen van Uitgeest’, voor we van een eerste, zeer bescheiden presentatie van lokaal toponymisch materiaal konden spreken (Zie Naamkunde 10 (1978) 388).

Pas in de jaren negentig is er wat meer vaart gekomen in de publicatie van plaatselijke of regionale veldnamenoverzichten. Zo verscheen in 1990 het omvangrijke werk van S. Schraag, ‘Veldnamen van Texel’, dat zowel de historische als de nog levende namen van dat eiland presenteerde. De toponymie van de duinstreek tussen Wijk aan Zee en Camperduin vormde het onderwerp van de studie van F.D. Zeiler, ‘Nollen, krochten, blinken’ uit 1995 (zie Naamkunde 27 (1995) 251-252). Het jaar daarop zag het boek van J.P. Geus, Koedijk; meer dan 4 eeuwen water- en veldnamen’, het licht (zie Naamkunde 28 (1996) 202-204). Deze uitgave van de Stichting Coördinatie Onderzoek Oud Geestmerambacht moet het begin vormen van een reeks die tot doel heeft uiteindelijk het toponymisch materiaal van de gehele Geestmerambacht uit heden en verleden te presenteren.

Uit hetzelfde jaar 1996 dateert het boek van J. Klopper Jbz. over de toponymie van Wormer, Jisp en Neck, waar ik hier kort de aandacht op wil vestigen. Het is typisch het resultaat van de enthousiaste inzet van een amateur. Hoewel de titel ons suggereert dat het boek slechts de namen van de betreffende dorpen tot onderwerp heeft, biedt het ons daarnaast een keur van verschillende onderwerpen, zoals een korte geschiedenis van het onderzoeksgebied, maar ook het bestek van de aanleg van een militaire weg door de polder, een vergelijking van het aantal broed- en trekvogels in ca.1960 en 1993, een overzicht van de vliegtuigen die in de Tweede Wereldoorlog in het gebied zijn neergestort en nog veel meer wetenswaardigheden die de schrijver in de loop der jaren heeft bijeengesprokkeld.

Het toponymisch gedeelte van het boek bestaat uit een alfabetische lijst van namen met daarachter het kadasternummer en de coördinaat op de gevouwen kaart die los is bijgevoegd. Uit de inleiding en de voetnoten blijkt dat de auteur niet alleen namen uit de volksmond heeft opgenomen, maar ook historische gegevens heeft verwerkt. Helaas heeft hij het verschil

[pagina 252]
[p. 252]

tussen deze twee soorten materiaal meestal niet duidelijk aangegeven, zodat het moeilijk is een inzicht te krijgen in de chronologische gelaagdheid van de toponiemen.

Het invullen van de kaart moet een enorm tijdrovend karwei zijn geweest, omdat het hier een zeer fijn geperceleerd gebied betreft en de auteur zich niet tot het opplakken van de eigenlijke veld- en waternamen heeft beperkt. Waar hij voor een stuk land geen naam heeft kunnen terugvinden, heeft hij daar namelijk de naam van de eigenaar ingevuld, zoals die bekend was uit het kadaster van omstreeks 1830. Spijtig genoeg heeft dat de leesbaarheid van de kaart geen goed gedaan.

J. Klopper Jbz.: Namen van akkers, landerijen, meren, vaarten en sloten in de bannen Wormer, Jisp en Neck. [Jisp 1996]. 181 blz., ill., krt. Prijs f 35, = + f 6, = portokosten. Te bestellen bij de auteur, Weiver 5, 1546 LA Jisp.

Straatnamen van Knegsel

Het is iedere keer weer een genoegen te constateren dat gemeenschapshuizen hun taak ruimer opvatten dan het organiseren van bingoavonden. Hun activiteiten blijken zeer veelzijdig te zijn en soms kan zelfs de naamkunde daarvan profiteren. Zo danken wij aan het gemeenschapshuis De Leenhoef te Knegsel een boekje over de voornaamste lokale straat- en veldnamen, dat is uitgegeven ter gelegenheid van het 30-jarig jubileum van die instelling. In dit overzicht overwegen de namen van straten, wegen, lanen en banen, dijken en paden. De veldnamen komen slechts terloops ter sprake. Het boekje is duidelijk voor een plaatselijk publiek geschreven, literatuuren bronverwijzingen ontbreken en de verklaringen zijn uiterst simpel gehouden.

Hopelijk kan deze uitgave een aansporing vormen om de toponymie van het dorp Knegsel nog eens grondiger te onderzoeken.

André P.G. Lieberom: Het Knegsels straat- en veldnamenboekje. z.p. 1996. 48 blz., ill.

Straatnamen van Nieuw-Ginneken

Als wij de Overheid mogen geloven, hebben de gemeentelijke samenvoegingen die de laatste jaren in Nederland plaatsvinden, slechts tot doel ons aller welzijn te bevorderen. Daar staat natuurlijk wel tegenover dat zij het

[pagina 253]
[p. 253]

einde betekenen van talloze gemeenten met een hecht ontwikkeld gemeenschapsgevoel. In vele plaatsen heeft dat sentiment een publicitaire uitlaatklep gekregen in de vorm van een historisch getint boek, dat kort voor of kort na het ‘overlijden’ van de gemeente is uitgegeven. In Nieuw- Ginneken, dat per 1 januari 1997 is opgeslokt door Breda, heeft men de gelukkige gedachte gehad het einde van de gemeente te markeren met de samenstelling van een straatnamenboekje.

Zoals altijd bij de heemkundekring Paulus van Daesdonck is er gedegen werk geleverd. De samensteller heeft onder meer gebruik kunnen maken van materiaal dat was bijeengebracht door onderzoekers met een grote kennis van de geschiedenis en de toponymie van de plaats en hij heeft deze gegevens in zijn naamsverklaringen verwerkt. Bij ieder van de ca. 250 straatnamen heeft hij de datum van het raadsbesluit aangegeven waarbij de naam officieel is bekrachtigd of vastgesteld. Dergelijke informatie is zeer belangrijk, omdat zij ons de mogelijkheid biedt de ontwikkeling van het hodonymisch patroon van een gemeente beter te doorzien. Zij kan ons helpen bij het beantwoorden van vragen als, wanneer is men begonnen met thematische naamvormingen en welke categorieën stonden daarbij voorop, wanneer is men straten naar personen gaan noemen en welke personen zijn daarbij het eerst aan bod gekomen. Het blijkt dat Nieuw-Ginneken op grond van zijn straatnamenbestand typisch als een landelijke, katholieke gemeente gekenmerkt kan worden. Veel straatnamen zijn in oorsprong als veldnamen gevormd of de straten zijn vernoemd naar percelen die daar ooit hebben gelegen. Benoeming naar personen is pas laat op gang gekomen en daarbij zijn katholieke hoogwaardigheidsbekleders de leden van het koningshuis voorafgegaan.

A.W. Jansen: Straatnamen voormalige gemeente Nieuw-Ginneken. Nieuw-Ginneken, Heemkundekring Paulus van Daesdonck. 1997. 99 blz., ill. isbn 90-70810-33-6

Amsterdam

R. Rentenaar


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Karel Ferdinand Gildemacher

  • Rob Rentenaar

  • Ph.H. Breuker

  • W. Dolk

  • over J. Klopper

  • over AndrĂ© P.G. Lieberom

  • over A.W. Jansen


plaatsen

  • over Hummelo

  • over Wormer

  • over Jisp

  • over Neck

  • over Knegsel