Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naamkunde. Jaargang 32 (2000)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naamkunde. Jaargang 32
Afbeelding van Naamkunde. Jaargang 32Toon afbeelding van titelpagina van Naamkunde. Jaargang 32

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naamkunde. Jaargang 32

(2000)– [tijdschrift] Naamkunde–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 151]
[p. 151]

Over de auteurs

Ann Marynissen studeerde Nederlands, Engels en computerlinguïstiek aan de universiteit van Leuven en promoveerde er op het proefschrift De flexie van het substantief in het 13de-eeuwse ambtelijke Nederlands. Een taalgeografische studie. Zij werkt momenteel als universitair docent voor Nederlandse Taalkunde aan de universiteit van Keulen. Naast tal van publicaties over familienamengeografie (onder meer over de morfosyntactische structuur van beroepsnamen, eigennamen, patroniemen en over benamingen van dieren in de Nederlandse familienamen) schreef zij diverse artikelen over de verspreiding van toponymische bestanddelen in Vlaanderen.

 

R.A. Ebeling studeerde Duits, Nederlands en perswetenschappen in Münster en Amsterdam. Naast zijn proefschrift over Oost-Friese familienamen publiceerde hij onder meer het overzichtswerk Voor- en familienamen in Nederland. Geschiedenis, verspreiding, vorm en gebruik (1993) en onlangs Tussen Vlie en Wezer. Verzamelde bijdragen tot de Friese, Oostnederlandse en Nederduitse naamkunde (1999). Tot zijn pensioen in 1999 was hij universitair docent naamkunde aan de universiteit van Groningen.

 

Ulrich Scheuermann heeft Duits, Engels, geschiedenis, filosofie en pedagogiek gestudeerd in Göttingen (Duitsland). Hij promoveerde op een proefschrift met de titel Die Flurnamen des westlichen und südlichen Kreises Rotenburg (Hann.). Sinds 1958 is hij verbonden aan de Arbeitsstelle Niedersächsisches Wörterbuch van de Universiteit van Göttingen. Zijn publicaties betreffen naast veldnamen en andere toponiemen vooral de dialectologie, in het bijzonder de lexicografie, en de lokale geschiedenis van Elliehausen.

 

Magda Devos studeerde af in de Germaanse Filologie en promoveerde op een proefschrift getiteld Bouwlandtermen in de Vlaamse dialecten. Spreidings- en betekenisgeschiedenis. Daarin onderzocht zij hoe de naamgeving van het bouwland evolueerde vanaf de vroegst overgeleverde documenten tot vandaag. Momenteel is zij docent aan de Vakgroep Nederlandse Taalkunde van de universiteit van Gent. Haar on-

[pagina 152]
[p. 152]

derwijspakket en wetenschappelijke werk omvat onder meer naamkunde. Zij is lid van de ‘Werkgroep Buitenlandse Aardrijkskundige Namen’.

 

Willy van Langendonck is verbonden aan het Instituut voor Naamkunde en Dialectologie (Departement Linguistiek) en het International Centre of Onomastics van de universiteit van Leuven. In 1970 promoveerde hij op De eigennaam en de kategorieën definiet, iteratief en kwantitatief in het Nederlands en in een Zuidbrabants dialekt. Zijn naamkundige publicaties hebben vooral de theorie van de eigennaam als thema, maar hij houdt zich ook bezig met de socio-onomastische eigenschappen van de persoonsnaamgeving (vooral bijnamen).

 

Karel Gildemacher studeerde na de Kweekschool (onder meer) Fries aan de Universiteit van Groningen. Momenteel is hij directeur lerarenopleiding basisonderwijs van de Christelijke Hogeschool Noord-Nederland. In 1993 promoveerde hij bij D.P. Blok op het proefschrift Waternamen in Friesland. Hij publiceerde naast studies over toponiemen - met name waternamen - een aantal artikelen over Friese voornaamgeving en deed onderzoek naar de geschiedenis van de naamkunde in Fryslân.

 

Bent Jørgensen is als lector verbonden aan het Institut for Navneforskning van de universiteit van Kopenhagen. Hij is gepromoveerd op een proefschrift getiteld Reciprokering. Studier i indbyrdes afhoengighed mellem aeldre danske bebyggelsesnavne (Reciprocering. Een onderzoek naar de onderlinge afhankelijkheid van oudere Deense nederzettingsnamen). Tot zijn publicaties behoren onder meer verschillende delen in de serie Danmarks Stednavne (Plaatsnamen van Denemarken). Zijn publicaties op het gebied van de urbane toponymie zijn onder meer Dansk Gadenavneskik (Deense straatnaamgevingspraktijk, 1970) en Storbyens Stednavne (Plaatsnamen van de grote stad, 1999).

 

Doreen Gerritzen studeerde Nederlands en Toegepaste Taalkunde. In 1998 promoveerde zij op een proefschrift met de titel Voornamen. Onderzoek naar een aantal aspecten van naamgeving in Nederland (promotor was Rob Rentenaar). Enkele thema's van dit boek zijn: parallellen tussen de middeleeuwse en hedendaagse voornaamgeving, vernoeming naar familieleden, seksespecifieke kenmerken van de

[pagina 153]
[p. 153]

naamgeving en motieven bij de naamkeuze. Ook is zij bewerker van het Spectrum Voornamenboek. Zij is als naamkundige verbonden aan het Meertens Instituut.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken