Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsch Museum. Tweede Reeks. Jaargang 4 (1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsch Museum. Tweede Reeks. Jaargang 4
Afbeelding van Nederlandsch Museum. Tweede Reeks. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandsch Museum. Tweede Reeks. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.88 MB)

Scans (25.44 MB)

ebook (4.42 MB)

XML (1.32 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsch Museum. Tweede Reeks. Jaargang 4

(1887)– [tijdschrift] Nederlandsch Museum–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 377]
[p. 377]

Boekbeoordeelingen.

In en om het kleine Stadje. Limburgsche schetsen en novellen door Emile Seipgens. Met eene penteekening van Hendrik Luyten. - Amsterdam, P.N. van Kampen en Zoon, 1887.

Emile Seipgens behoort tot die groep van vertellers, die zich de alles behalve gemakkelijke, hoewel vast dankbare taak hebben gesteld, de menschen en zeden uit eene of andere beperkte landstreek te bestudeeren.

Wat Holliday voor Noord-Brabant, Cremer voor de Betuw, Heering voor Gelderland deed, ondernam de schrijver van In en om het kleine Stadje voor zijnen geboortegrond, Hollandsch Limburg, of, juister gezegd, voor Roermond en omstreken.

Seipgens, die met zijn onderwerp op en top bekend is, verschilt van Cremer vooral onder dit opzicht, dat hij veel minder toegevend blijkt te zijn voor de gebreken en misdrijven van dat kleine waereldje, waarin hij zijne modellen kiest.

Geen wonder dan ook, dat zijne vertellingen veelal aan fijne, niet boosaardige satyren doen denken, en de stem des gevoels er slechts matig, als b.v. in Jozef Sebaldus, in vernomen wordt.

Men gelieve deze woorden niet op te vatten als eene afkeuring: wij zouden waarlijk de laatsten zijn, om er den schrijver een verwijt van te maken, dat hij ons zijne boeren voorstelt zooals zij in wezenlijkheid zijn, zonder zich, hetzij wat hunne goede,

[pagina 378]
[p. 378]

hetzij wat hun kwade hoedanigheden betreft, schuldig te maken aan overdrijving.

Voor de nadere kennis van de beschaving in de kleinsteedsche en plattelandsche maatschappij van Hollandsch Limburg, zijn de bundels van Seipgens als 't ware documenten. Wat men in dat enge waereldje door staatkunde verstaat, wordt ons geschetst in De Stem van Kobus Mulders, en in Hoe Mathis Knoups liberaal en weer katholiek werd.

Het artistiek en letterkundig leven treedt op den voorgrond in De Zwambroers, eene kostelijke novelle, die wij aanzien als de tot heden rijpste vrucht van Seipgens' rijk talent.

Zeker, ook in veel grootere steden is het eenigszins zoo met de politiek, zelfs met kunst en letteren gelegen..., en wij zouden licht elders dan ‘in het kleine stadje’ kringen als De Zwambroers, kiezers als Kobus Mulders kunnen noemen... Doch Seipgens verdient juist hierom grooten lof, dat hij, in zijne personages zoo duidelijk weet te doen uitschijnen, al wat zij aan hunne onmiddellijke, locale omgeving, aan eigenaardige kleur en houding ontleenen.

In en om het kleine Stadje is een fraai boek, dat wij gerust allen durven aanbevelen.

 

Pol De Mont.

Von Keller zu Zola. Kritische Aufsätze von Fritz Mauthner. Berlin, Heines Verlag, 1887.

De geestige schrijver van Aturenbriefe, het prettige satyrische boek, waarvan Waalner ons kort geleden eene uitmuntende vertaling bezorgde, heeft onder bovenstaanden titel een zevental critische schetsen uitgegeven, welke evenzeer om hunnen degelijken inhoud als om hunnen sierlijken styl, de aandacht verdienen van alle vrienden der Duitsche letterkunde.

In de twee eerste dezer schetsen, - studiën of essays ware wellicht nauwkeuriger, - bestudeert Mauthner met ook voor elken lezer licht begrijpelijke voorliefde, den voortreffelijken

[pagina 379]
[p. 379]

auteur van Romeo und Julia auf dem Dorfe, Die Leute von Seldwyla, Der grüne Heinrich, den gevierden ‘altmeister’ der kunstnovelle, den Zwitser Gottfried Keller, en den beroemden Duitsche schrijver der Aesthetik, den ook als dichter en romanschrijver hooggeprezen Friedrich Theodor Vischer. Met meesterhand weet de nog jeugdige essayist in de werken van beide schrijvers, welke hij vooral als humoristen, ‘Vertreter des alemanischen Humors’, hoogschat, al het karakteristieke van hun talent te doen uitschijnen. Met meer genot en vrucht dan ooit neemt men, na deze puikgestyleerde bladzijden te hebben gelezen, hunne gewrochten ter hand.

In de boeken van Scheffel, die Mauthner in zijn derde opstel bestudeert, weet hij met schrander oog het kaf van het koren te scheiden. Zoo was 't ons eene ware vreugde, eindelijk eens eene gezonde oordeelvelling te lezen over den waereldberoemden en stellig overschatten Trompeter von Säkkingen, waarvan hij zonder omwegen en met veel grond verklaart, dat het ‘so tief im Volk gedrungen, weil es das leichteste von Gewicht ist’.

Der Blutsänger von Brandy-Bar is eene allervroolijkste parodie op Bret Harte. Als motto schreef Mauthner boven dit opstel deze beteekenisvolle woorden:

‘Es gleicht dein Buch dem Californierland,
Ein Körnchen Gold in mancher Schippe Sand.’

Ook de bladzijden aan Paul Lindau gewijd, mogen uitmuntend heeten. Hierin werpt Mauthner eenen blik op de geheele letterkundige loopbaan van dezen overbekenden schrijver van zoo menige novelle uit het Berlijnsche leven, en doet, in een helder en krachtig betoog, de hoedanigheden en gebreken uitschijnen van de zoogenoemde ‘Schule der Nüchternen’, waarvan hij den auteur der ‘Nüchterne Briefe’, zoowel om zijne grootere gaven als om zijnen ouderdom, terecht tot hoofdman rekent. Over Lindau's streven, om in Duitschland als navolger van het Fransche realisme op te treden, wordt zeer juist opgemerkt:

‘Der Lindau'sche Realismus ist nicht aus einem Guss; er ist frivol und wirkt mitunter fast parodistisch.’

[pagina 380]
[p. 380]

De algemeene uitspraak van Mauthner over de werken dezes schrijvers luidt: niet schoon genoeg, voor zulk eene rijke begaafdheid!

Ofschoon in het opstel: Daudet und Zola, meer dan eene bewering voorkomt, welke het ons onmogelijk is zoo grifweg voor gegrond te houden, moet ik toch erkennen, dat de zwakke zijde van het naturalismus - Mauthner heet het zeer eigenaardig ‘die Pedanterie des Schmutzes’, de overdrijving van het leelijke, vuile en kwade - er in eene reeks treffende beschouwingen in wordt blootgelegd. Ook op den afstand, die in meer dan éen der werken van deze school, tusschen leer en daad is op te merken, wordt in deze bladzijden, vooral met het oog op Pot Bouille en Au Bonheur des Dames, met reden de aandacht gevestigd. Noch in zijne al te eenzijdige be- en weldra veroordeeling van Germinal, noch in zijne onverholen voorliefde ten opzichte van Daudet, kunnen wij ons intusschen aan Mauthners zijde scharen.

In het slotopstel, ‘Ein Urbild des Stilkünstlers Wippchen’, wordt op zeer geestige wijze met den alles behalve zuiveren styl van Rodenberg en anderen de draak gesteken.

Summa summarum - Von Keller zu Zola is een allerliefst boekje, dat niemand zonder vrucht uit de hand zal leggen.

Pol De Mont.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over In en om het kleine stadje. Limburgsche schetsen en novellen


auteurs

  • Pol de Mont