Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsch Museum. Derde Reeks. Jaargang 3 (1889)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsch Museum. Derde Reeks. Jaargang 3
Afbeelding van Nederlandsch Museum. Derde Reeks. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandsch Museum. Derde Reeks. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/natuurwetenschappen/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsch Museum. Derde Reeks. Jaargang 3

(1889)– [tijdschrift] Nederlandsch Museum–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 380]
[p. 380]

Boekbeoordeeling.

Losse Schetsen uit de letterkundige geschiedenis van onzen tijd, door Pol de Mont. Tweede bundel: Frankrijk en Provence. - Hasselt, W. Klock, 1889. - 464 bladz.

Zoomin als bij den eersten bundel hebben wij hier met nieuwe stukken te doen: alle verschenen voor en na in Nederlandsche tijdschriften.

De hoofdtitels in het onderhavige boek luiden: Le Parnasse contemporain, Jongere Fransche Dichters, Victor Hugo, Pau l Bourget, Pouvillon, Rollinat, de Wedergeboorte in Occitanië.

Le Parnasse contemporain is de waardige tegenhanger van de fraaie studie uit den eersten bundel: De Hoogduitsche Dichtkunde in de XIXe eeuw. Met weinige trekken weet Pol de Mont het talent te schetsen van een twintigtal moderne Fransche dichters, de meeste van wier namen zelfs aan het gros van het Vlaamsch-lezend publiek onbekend zijn. Vluchtig, maar toch klaar en nauwkeurig, wordt de invloed aangetoond, dien de grootsten op de minderen hebben uitgeoefend, terwijl vergelijkingen, aan andere litteraturen en de beeldende kunsten ontleend, des schrijvers opvatting of bedoeling ten gepasten tijde ophelderen. Het is jammer, dat er ook geen hoofdstuk werd gewijd aan de zoogenaamde Décadents, aan Paul Verlaine o.a., dan ware het tafereel der jongere Fransche poëzie volledig geweest.

Het necrologisch artikel voor Victor Hugo (18 bladz.) is vol-

[pagina 381]
[p. 381]

gens ons de schoonste brok uit het hcele boek, en wellicht het beste, het merkwaardigste stuk proza, ooit door Pol de Mont geschreven. Zóo kernachtig en tevens zóo duidelijk zijn terzelfder tijd, noem ik eenen kunsttoer, waartoe ik niet velen in de republiek der Letteren in staat acht. Voorwaar! de ezers, de kenners van Victor Hugo hebben aan ‘zoo'n schetsje’ genoeg.

Met geniale hand, volkomen berekend voor de zware taak, wordt de Fransche meesterdichter ten voeten uit geteekend -met krijt, zou men 't kunnen heeten, doch volledig, zonder éen kenmerkend trekje te vergeten of te verwaarloozen. Alsof de taal des schrijvers hier tooverkracht bezat, rijst het beeld van Victor Hugo onder haren bezielenden adem vóor de oogen van onzen geest op, tintelend van leven. Ja! roepen wij uit, getroffen en verrukt, dat is hij, de groote poëet! Inderdaad! al die schitterende hoedanigheden bezat hij, maar ook al die gebreken kleefden hem aan. Daar staat hij, omgeven door eenen verblindenden glorieschijn, waarbij echter de schaduwzijden des te scherper afsteken!

Het opstelletje over Paul Bourget, ter gelegenheid van het verschijnen dezes romans Cruelle Énigme, was, naar onze bescheidene meening, het herdrukken niet waard, tenzij de beknopte boekbeoordeeling werde uitgebreid tot eene eenigszins volledige studie over den dichter van zoo menig fraai vers, den diepzinnigen denker en fijnen ontleder, die de veelgeprezen Essais de Psychologie contemporaine schreef, alsmede de prachtige zielkundige romans Crime d'amour en Mensonges.

Zeven bladzijden over Emile Pouvillon is ook wel niet veel, doch genoeg nochtans om eenen romanschrijver te doen kennen, die tot heden weinig meer dan de meesterlijke verhalen Cézette en L'innocent heeft voortgebracht. Het artikel is met overtuiging en vuur gesteld, en zal, hoop ik, velen aanzetten, om eenen jongen auteur van uitstekend talent te lezen en - te genieten.

Het tafereel der wedergeboorte in Occitanië beslaat de grootere helft van het belangrijke boek.

De verschilligè deelen dezer uitvoerige studie dragen weder-

[pagina 382]
[p. 382]

zijds den titel: Blik in het Verleden, De hedendaagsche Félibrebeweging en De Vorsten der Nieuw-provençaalsche Letterkunde. Na eenen blik te hebben geworpen op het zoo merkwaardig verschijnsel der rassen be weging in onze eeuw, schildert Pol de Mont ons - heuglijke bladzij uit de wereldgeschiedenis! - de wording van volk, taal en letterkunde in Zuid-Frankrijk, zoowel in het oude Aquitanië als in Provence. Vervolgens verhaalt hij ons het ontstaan der hedendaagsche Félibre-beweging, om ten slotte onze bijzondere aandacht te roepen op de indrukwekkende of innemende gestalten van Mistral, Aubanel, August Fourès en Paul Arène. Wij gevoelen allen eerbied voor de fraaie ontleding van Mistral's leven en werken, doch wat betreft den laatste dezer vier corypheeën, die dunkt ons een luttel overschat. Dat de Provençalen hem in de hoogte tillen, wil ik gaarne gelooven; alleenlijk neemt hij tusschen de Fransche letterkundigen van onzen tijd niet zulken rang in, dat er aan zijne voortbrengselen zóoveel gewicht mag worden gehecht, als waarvan deze bladzijden getuigen. In welke bewoordingen zal Pol de Mont over Zola, Daudet, Flaubert en andere reuzen spreken, na zich met zulke geestdrift over Paul Arène te hebben uitgelaten?

Wij besluiten met eene klacht, nog door anderen dan door mij geslaakt: Waarom houdt de Mont er hier en daar eene eigene spelling op na? Is 't dan zoo moeilijk, wereld, verzen, waardig en troon te schrijven, in stede van waereld, vaerzen, waerdig en throon?

Stellig, de lieve Chronique heeft niet altijd ongelijk, wanneer zij den draak steekt met de Vlamingen.

Frans Van Cuvck.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Losse schetsen uit de letterkundige geschiedenis van onzen tijd (3 delen)


auteurs

  • F. van Cuyck