Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Nederlandse historische bronnen 3
Toon afbeeldingen van Nederlandse historische bronnen 3zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,71 MB)

XML (0,98 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandse historische bronnen 3

(1983)–anoniem Nederlandse historische bronnen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

8 Histoire intime na Ministerraad van 29 Juni 1939 (waarin 4e Kabinet-Colijn heeft besloten tot ontslag-aanvrage)Ga naar voetnoot68

29/6/'39

Bespreking Colijn/Slotemaker de Br./Romme ter opstelling van communiqué, houdende motiveering v. ontslag-aanvrage, zulks ingevolge besluit en machtiging van Min. raad van dien dagGa naar voetnoot69. Overeenstemming bereikt over communiqué, gemerkt A - nadat Sl. had geattendeerd op passage betreffende vergelijking met 1939 en C. had gezegd: ‘ja, hij is onder 1939’Ga naar voetnoot70.

 

Daarna naar Dept., waar briefje gemaakt voor Colijn ter begeleiding v. mijn Nota dd. 28/6/'39, welke hij (C.) als bijlage zou zenden bij zijn rapport aan H.M.Ga naar voetnoot71.

 

's-Middags korte bijeenkomst van 4 R.K. Ministers op Dept., v. Koloniën. Besloten tot onderhoud met VerschuurGa naar voetnoot72 en TeulingsGa naar voetnoot73, ter inlichting.

 

Bijeenkomst op SchaepmanhuisGa naar voetnoot74 tusschen 4 R.K. Ministers en Verschuur + Teu-

[pagina 280]
[p. 280]

lings, alwaar de heeren over den gang v. zaken in Min. raad en daarna (communiqué-opstelling) ingelicht.

 

's-Avonds BeaufortGa naar voetnoot75 te eten gehad en ingelicht.

30/6/'39

Bij opening 2e Kamer leest v. SchaickGa naar voetnoot76 brief voor van Min. Pres., dat de leden Kabinet ontslag hebben gevraagd en H.M. dit in beraad genomen heeftGa naar voetnoot77.

 

Ongeveer terzelfder tijd bericht in radio van R.P.D.Ga naar voetnoot78: het bovenstaande + bericht, dat Colijn als formateur aangezocht en in beraad genomen. - Geen communiqué ‘A’!

 

Ik ontmoet op trap Departement ± 2 u. LievegoedGa naar voetnoot79. Hij blijkt van communiqué ‘A’ niets te weten. Ik laat het hem lezen, en zeg: ‘Bel ReysegerGa naar voetnoot80 op, Colijn heeft, vrees ik, het vergeten’. L. zal dit doen.

 

Om ± 1½ u. is er bericht bij mij gekomen van Reyseger, dat ik om 3½ u. verwacht werd op Algemeene Zaken door Colijn.

 

Om 2¼ u. korte bijeenkomst met Goseling-Welter (Steenberghe kon niet wegens persconferentie i.v.m. bezoek-FunkGa naar voetnoot81) op Justitie, alwaar ik hun ingelicht heb cfr. het vorenstaande.

 

Om 2½ u. bijeenkomst op Schaepmanhuis met bestuur R.K. KamerclubGa naar voetnoot82 (DeckersGa naar voetnoot83, BongaertsGa naar voetnoot84, KortenhorstGa naar voetnoot85, SuringGa naar voetnoot86, KuiperGa naar voetnoot87) en R.K. Ministers, in welke bijeenkomst het bestuur is ingelicht over verloop Min. raad en communiqué.

 

Om 3½ u. bij Colijn op Alg. Zaken, die mij vertelde: ‘bij H.M. geweest; ik ken haar lang, maar zóóveel noten op haar zang - nog nooit beleefd; echt onaangenaam onderhoud; ze was pas met de hooge legerautoriteiten langs de grens geweest en klaagde over Defensie: te weinig contact met hooge legerautoriteiten, Dept. deed maar raak; en ook sprak ze weerGa naar voetnoot88 over een proefmobilisatie om te

[pagina 281]
[p. 281]

zien, of alles in orde was; en over Patijn - vol met klachten; daaraan heb je te danken dat ze ook niet mijn advies heeft willen volgen over behandeling niet alleen v. lopende zaken maar van alles wat ernstige toestand des lands vordert (formule v. 1935Ga naar voetnoot89); dat wilde ze niet: “dan doet Patijn maar raak en dan weet ik niet wat er gebeurt”; ik heb haar aangeraden, Verschuur als formateur te nemen, maar ze wilde niet; ze zei: ik heb U in 1937 opdracht gegeven voor de vorming van “een” Kabinet, zonder U hoe ook te binden; U hebt toen 10 heeren uitgezocht, met wie U het nu niet meer kan vinden; nu moet U andere heeren zoeken; en wat de finantiëele kant der zaak betreft: dat is een aangelegenheid, die niet intern kan worden afgedaan, die moet ten slotte beslist worden in het Parlement’. C. ging voort: ‘dat maakt het nu nog moeilijker: ik moet Ministers zoeken, die niet ertegen op zien, over enige maanden weer op straat te staan; ik heb H.M. gezegd, dat ze zeer ernstig rekening moest houden met niet-slagen mijnerzijds; dinsdag (NB! dat is 4/7) zal ik rapport uitbrengen. En nu het communiqué: dat wil ze ook al niet: a) er is geen noodig, want bij interpell.-WijnkoopGa naar voetnoot90 gezegd dat Kabinet bezig was met begr. '40 en dat voor 1 Juli de beslissing er zou zijn, zoodat nu iedereen weet dat het daarom gaatGa naar voetnoot91; b) en als een communiqué, dan niet “A”: 1 meening van Romme - ze had je nota goed bestudeerd, gisterenavond 11½ u. begonnen ermee - dat werklh. uitgaven omlaag kunnen, staat er niet, 2 datgene wat de andere heeren nu willen, staat er niet, 3 het is een voor het publiek onbegrijpelijk stuk. En nu heb ik, zei C., iets anders gemaakt, zoo goed mogelijk rekening houdend met haar bezwaren’.

Hij overhandigde het mij: tendenz was, dat enkele Ministers niet op kosten werklh. wilden besparen, en de rest meende dat het wel moest; wel werd erin gesproken van de aanvankelijk met gemeene instemming getroffen of voorgenomen maatregelen in zake werkloosheid. Ik ben in het stuk gaan knoeien, en het is tenslotte geworden communiqué, gemerkt BGa naar voetnoot92.

C. zou het zenden aan Slotemaker - dien hij niet had kunnen bereiken, evenmin v. Boeyen - en, als die ook acc., zenden naar H.M.

Ik zei nog, dat communiqué toch absoluut noodig i.v.m. Oss. Dat is waar, zei C., dat heb ik helemaal vergeten te zeggen, misschien maakt dat indruk op haar; die Ossche kwestie zit haar hoog.

 

Van C. ben ik gegaan naar Justitie, alwaar bijeenkomst met 3 anderen R.K. Mi-

[pagina 282]
[p. 282]

nisters. Even gediscussiëerd over communiqué ‘B’, waarmee de anderen heeren zich vereenigd hebben.

 

Circa 6 uur C. opgebeld en gezegd: ik ga eten bij Goseling; als U mij nog noodig hebt i.v.m. communiqué, kunt U mij daar bereiken. Hij zei, niet te weten, hoe laat H.M. in den Haag kwamGa naar voetnoot93, maar communiqué B haar gezonden te hebben.

 

Na tafel bij Goseling bespreking met Verschuur + Teulings, hen ingelicht over loop v. zaken.

Verschuur was het ermee eens, dat, als C. mislukte en een R.K. geroepen werd, deze niet moest aanvaarden, doch adviseeren De GeerGa naar voetnoot94.

 

Om 10½ u. communiqué ‘B’ afgeroepen door radio.

Verschuur geeft enkele inlichtingen aan Tijd en Maasbode en zal persconferentie houden op 1/7/'39 - om uit het communiqué te halen wat erin zitGa naar voetnoot95.

3/7/'39

Dr. C. heeft in den Ministerraad mededeelingen gedaan over zijn opdracht tot Kabinetsformatie en over zijn bezigheid te dien zake. H.M. had geweigerd in te gaan op zijn advies tot opdrachtverleening aan Mr. Verschuur, en wel om 3 redenen:

a) zulks zou den schijn hebben van effening v.d. weg voor Dr. C., door een mislukking v.V. - gelijk gefluisterd was in 1935 met de opdracht-AalberseGa naar voetnoot96;

b) Dr. C. had zijn werk, in 1937 hem opgedragen, nog niet afgemaakt (= reden, door Dr. C. aan mij genoemd op 30/6; cfr. hierboven op blz. 3 onderaanGa naar voetnoot97);

c) het woord was nu niet aan de minderheid in het demissionaire Kabinet, maar aan de meerderheid.

- De werkzaamheid van Dr. C. had zich totnogtoe beperkt tot verkenning: bij 4 R.K.'s geïnformeerd, of hij op representatieve R.K. Ministers zou kunnen rekenen voor zijn (Dr. C.'s) finantiëele politiek (reden v. informatie allereerst bij R.K.'s was: R.K.'s zijn in min of meer geïsoleerde positie gekomen, en dat moet

[pagina 283]
[p. 283]

niet geaccentueerd worden door Kabinet zonder R.K.'s); het antwoord van alle 4 - Dr. KoolenGa naar voetnoot98, Mr. v. Schaick, Mr. Verschuur, Dr. Deckers - was, in verschillenden toonaard maar het stelligst v.V. - was: neen. Verschuur had deze gedachte geopperd: minderheids-kabinet (R.K., Ch.H., V.D.) onder de Geer of OudGa naar voetnoot99, dat voor defensie kan rekenen op A.R. en voor werklh. op S.D.A.P. Vervolgens gesproken met de Geer, die gedachte-V. verworpen had, maar geopperd had gedachte v. een zaken-kabinet - ‘abnormaal Kabinet’ zou de titel kunnen zijn - waarin ook S.D.A.P. (waarvoor genoemd: Prof. v.d. BerghGa naar voetnoot100 + v.d. TempelGa naar voetnoot101). Over deze laatste gedachte AlbardaGa naar voetnoot102 gepolst, die daarvoor weinig of niet voelde. Vanmiddag zou hij voor een onderhoud bellen met Oud. - Hij, C., aarzelde tusschen twee dingen: gedachte V. (mits het weerklank zou vinden bij Oud) en gedachte v. zaken-kabinet (als ik het goed begrepen heb: zonder S.D.A.P., maar met A.R.). Dr. C. zou morgenochtend naar Koningin gaan; ernstig rekening moest door de heeren worden gehouden met niet-slagen zijnerzijds in de opdracht en dus weigeren tot aanvaarding daarvan.

 

's-Avonds bespreking ten huize v. Goseling v. 4 R.K. Ministers + Mr. Verschuur. Mr. V bevestigt, wat Dr. C. 's-middags over onderhoud met hem heeft medegedeeld.

Algemeene zienswijze der aanwezigen is, dat indien R.K. thans voor formatie gevraagd wordt, deze moet weigeren. Na een mislukking van de Geer en Oud kan oogenblik voor formatie door R.K. aangebroken zijn. Bezwaren tegen een R.K. formateur: a) geen vertrouwen in de beurswereld; b) i.v.m. anti-papistische windGa naar voetnoot103 beter wat op de achtergrond.

Indruk v. Welter + Steenb. van C.'s mededeelingen in Min. raad: het gaat naar niet-aanvaarding v. ontslag v. zittend Kabinet. W. bereid tot formule, waarbij C. naar buiten gelijk en wij naar binnen. Overigen hiertegen. V. staat sterk op standpunt: tusschen A.R. en R.K. thans geen samenwerking mogelijk. V. belt v. Schaick op en spreekt onderhoud met hem af, zulks teneinde ook v. Sch. ervan te doordringen dat opdracht tot formatie thans geweigerd moet worden. v. Sch. zegt door telefoon, dat hij ‘een vaststaande meening over de zaak heeft’. De aanwezigen concludeeren: dus een negatieve meeningGa naar voetnoot104.

[pagina 284]
[p. 284]

7/7/'39

Dept. v. Alg. Zaken laat mij via Hr. M. de VriesGa naar voetnoot105 vragen om 2 exemplaren mijner Nota dd. 28/6/'39, welke door mij aan Hr. M. de Vr. ten behoeve v. Alg. Zaken gegeven.

9/7/'39

Bespreking gehad ten huize v. Dr. Deckers - gearrangeerd door Welter - met 4 R.K. Ministers + Verschuur. D. heeft 's-middags bespreking gehad met Dr. KoolenGa naar voetnoot106, die zich ertoe zetten wil, rechts Ministerie te vormen, met beleid-Romme t.a.v. werklh.-politiek, echter met dien verstande dat hij iets moet kunnen ‘aanbieden’ aan A.R., in verband waarmee genoemd wordt de jeugdregistratie. D. heeft aan K. gezegd: R.K. fractie zeer tevreden met werklh. beleid, en zal als eisch stellen: op hetzelfde doel gericht beleid, langs welke wegen ook, hetgeen ‘der Regeering’ is. K. wil met mij spreken, ter fine v. inlichting.

D. vertelt ook nog over bespreking v. Dr. Colijn met 6 fractieleiders: C. heeft daar klaarblijkelijk zijn nota dd. 21/6Ga naar voetnoot107 voorgedragen; R.K., S.D.A.P. + V.D. tegen; A.R. + V.B. voor: Ch.H. op de vlakte. - D. zal K. opbellen, dat ik gaarne inlichtingen zal geven.

 

Bespreking daarna gehad met Goseling + Steenberghe. G. is het ermee eens, dat, als K. slaagt en er 4 R.K. in Kabinet komen, hij uitvallen moet. Ik stel als eisch, naast handhaving v. mijn beleid, dat voor nieuw Kabinet zaak-Oss zal uit zijn, dus geen ‘[één woord onleesbaar]’. Verder zal samenstelling Kabinet natuurlijk ook een rol spelen. Geen binding vóórdat wij nieuw beraad gevoerd hebben over een concreet voorstel. Wij zijn het met ons drieën over al het vorenstaande eens.

10/7/'39

Telefoontje v. Mr. Koolen: wil mij spreken, cfr. hetgeen Deckers gezegd heeft; op Dinsdag 11/7, op een door mij te bepalen uur. Afgesproken 11/7 10½ u.

11/7/'39

Onderhoud met Mr. Koolen

Begint te vragen, of de Wilde met ieder onzer over de ontwerp-begr. '40 gespro-

[pagina 285]
[p. 285]

ken heeft. Ik zeg: neen, daar is hij heelemaal niet aan toe gekomen; hij is weggegaan met oog op wetsontwerp 411 (jeugdwerklh. bestrijding). Koolen: dan is het nog gekker dan ik dacht. Ik vertel K. verder wordingsgeschiedenis crisisGa naar voetnoot108: a) op 15/5 heeft de W. in Min. raad zijn besluit tot ontslag-name medegedeeld, op grond v. ontwerp 411; C. vond dit praematuur, de W. kon verloop besprekingen begr. '40 toch afwachten; b) bespreking v.C. met 4 R.K. Ministers op 16/5: wij moeten sluitende begr. benaderen; niet bezuinigen op jeugdwerklh.; C. wat ruimer dan de W.t.a.v. grens gewone/buitengewone uitgaven; c) gerevideerde begrooting '40: f 11 m. gevonden, waarnaast kwestie v. f 8 m. verminderde Rijksbijdrage aan W.S.F.; d) onderhoud tusschen Colijn, VogelGa naar voetnoot109 en mij: f 8 m. bij mij minder, f 4,6 m. verhooging v.h. tekort '40, f 8. verlaging v.h. tekort '40; e) in vergadering Min. raad wilde C. den boel erbij neergooien, door Welter weer vlottend gemaakt; aan Slotemaker, v. Dijk en mij gevraagd, ieder nog f 10 m. te leveren; f) bespreking der sub e) genoemden twee dagen later: v. Dijk - f 12.3 m. hooger dan in '39 - kan niets; Slotemaker - f 5.3 m. hooger dan '39 - kan niets; ik had nota gestuurd, waarin kwestie v. schifting werkloozen-leger besproken; in deze bespreking sub f) zeide C.: dit is niet de methode, ik begrijp wel dat de heeren het niet kunnen; ik zal het zelf aanwijzen; g) nota Dr. C.v. 21/6, waarin Def. + O.K.W. niet genoemd en ik f 15 m. lager moest; h) mijn contra-nota van 28/6, met de tegenstelling aan het slot: wijziging contra handhaving; i) bij toezending nota 28/6 aan C. gevraagd om bespreking vóór Min. raad, welke bespreking door hem vastgesteld op 29/6 9¼ u. (Min. raad: 29/6 10½ u); j) in die bespreking zei C.: je bent de enige, die naarstig gestreefd hebt om er iets van te maken; ik prijs je eerlijkheid, dat je zegt, handhaving der werklh. politiek te willen; ik wil dat niet; kloof tusschen beide opvattingen zoo groot, dat daarover niet te praten valt (vervolgens heb ik nog gesproken over persoonlijke kant, wat goed geëindigd is); k) in Min. raad zei C.: tegenstelling in nota-Romme geeft zaak goed weer; rondgevraagd, hoe anderen erover dachten, en toen [één woord onleesbaar].

Koolen: persoonlijke verhouding in Kabinet dus goed gebleven? Ik: ja.

Geheim zei K. mij vervolgens: ik streef naar aanblijven v. Kabinet in zijn geheel. Koolen: er moet een sluitend budget komen; noodig voor crediet, er moet geleend worden.

Vervolgens kwam K. op jeugdwerklh.: blijkens advies H.R.v.A.Ga naar voetnoot110 is er iets veranderd; van ingediende ontwerpen (bij Kamer + R.v.S.Ga naar voetnoot111) zijn menschen ge-

[pagina 286]
[p. 286]

schrokken; dit kan toch allemaal minder - die bureaux niet noodig. Ik heb hem gewezen op het gebrek aan wetenschap, hetgeen hij erkende, wijzend op onbetrouwbaarheid v. cijfers v. arbeidsloozen. Jeugdregistratie is noodig, heb ik gezegd, voor grondslag, in welke mate maatregelen noodig. Het aangevraagde is maximum; niemand liever dan ik zal zien, dat het niet noodig is. Districtbureaux: hallen, leiders, en verder jeugdige werkloozen. - K. kwam ook nog met adres nijverheidsonderwijs, verzonden aan Min. v.O.K.W., naar aanleiding waarvan ik hem heb gezegd, dat uit interdep. overleg O.K.W., S.Z. en Fin. gebleken was, dat mijn opleiding goedkooper dan v.O.K.W. (adres ging vooral over de meisjes). K. wilde eigenlijk, dat verbetering in toestand nu reeds in cijfers zou worden verdisconteerd; bij verslechtering v. toestand: suppl. begrooting!! Ik heb hem gewezen erop, dat ik vooral bij jeugdwerklh. voorzichtig moet zijn, wegens gebrek aan wetenschap; nogmaals gewezen op maximum-karakter v. aanvragen, en op waarborg, gelegen in feit dat particulieren ook moeten bijdragen. Ook gewezen op radio-rede C. op 8/5/'39Ga naar voetnoot112, waarin maatregelen aanbevolen.

K. gezegd, dat m.i. jeugd-zaak bij Prot.Ch. dieper zat: een zekere antagonie tusschen vakbeweging en jeugdorganisaties, en vrees voor Staatsopvoeding. Prof. DijkGa naar voetnoot113 bij ons gehad, dien ik zaak uit de doeken gedaan heb.

Vervolgens aan K. gevraagd, hoe hij stond tegv. uitsmering product. werkv. over 5 of 10 of 15 jaren. Hem medegedeeld, dat in zomer 1938 v. Boeyen berekening had gemaakt over uitsmering over 15 jaren, waarmee de Geer zich had vereenigd. Bij uitsmering over 10 jaren reeds een sluitende begrooting. - K. vond dit volkomen rationeel, en meende dat Colijn hiertegen geen bezwaren kon hebben. Heb dat mijnerzijds betwijfeld.

K. keerde zich tegen gedachte v. niet-meedoen der R.K.'s: tegen R.K. pers en tegen ‘zich laten interviewen’ (dit sloeg kennelijk op Verschuur). Het moest overbrugd worden. Vanmiddag had hij bespreking met SchoutenGa naar voetnoot114 - dien hij zeer prees, en vanavond met TripGa naar voetnoot115, die overdrijft en oud-liberale theorieën aanlegt, maar wiens cijfers toch v. belang.

Tot slot vroeg K. mij, of hij kon aannemen, dat R.K. ministers alle 4 op standpunt stonden, v. een sluitend budget te willen. Geantwoord: ja. K. vond dit zeer belangrijk.

In loop v. gesprek zei K. nog, dat hij Slotemaker wel graag eruit wou hebben, en dat v. Dijk [vier woorden onleesbaar]. Voorts nog: terugbrenging van bijdrage vloot aan Ned. Indië bedenkelijk, maar dat moet ten slotte Welter weten.

[pagina 287]
[p. 287]

Tusschendoor vroeg hij mij ook nog, te overwegen wat hij gezegd had. Aan de deur: we spreken nog wel eens.

 

Na terugkomst heb ik K. nog een briefje geschreven, om hem cijfers te geven v. budgetaire beteekenis uitsmeering prod. wv. over 10 jaren: leidt tot volkomen sluitende begrootingGa naar voetnoot116.

 

Goseling gesproken, die gisteren, bij afwezigheid, telefoontje had gekregen v. ‘secretaris v. Mr. Koolen’. G. aarzelde, of hij tegengeluid zou geven. G. kort meegedeeld verloop van mijn onderhoud. Resultaat: G. geeft geen tegen-geluid.

 

Briefje 's-middags ontvangen van Mr. KoolenGa naar voetnoot117.

 

's-AvondsGa naar voetnoot118 bespreking der 4 R.K. Ministers te OverveenGa naar voetnoot119; besloten tot een brief aan Koolen, welke den volgenden dag - 12/7 -, na een korte bespreking der 4 R.K.'s op Soc. Zaken, bezorgd is bij Mr. KoolenGa naar voetnoot120.

13/7/'39

's-Middags bespreking der 4 K.R.Ga naar voetnoot121 Ministers, i.v.m. met op 12 dezer ontvangen rapport van Dr. C., waarbij deze het ontslag v.h. Kabinet aan H.M. heeft aangeboden. Het rapport is onjuist: het stelt als dilemma ‘al dan niet uitwerking v.d. in 1937 afgesproken Kabinetspolitiek’, terwijl het dilemma in feite is geweest: al dan niet voortzetting der sinds 1937 gevoerde werklh.-politiek. - Wij hebben een memorandum naar Dr. C. gezonden in tweevoud -, 1 ex. bestemd voor H.M.; aan alle ambtgenooten een afschriftGa naar voetnoot122.

Afgesproken een onderhoud met bestuur R.K. Kamerclub, ter inlichting v. gang v. zaken met Dr. Koolen.

[pagina 288]
[p. 288]

14/7/'39

Mr. Verschuur door mij ingelicht over mijn onderhoud + corr. met Mr. Koolen.

Mr. V. ziet ernstige mogelijkheid v. verwerping wetsontwerp 411. Hij raadt aan, staat-v.-dienst boekje (waarvan hij geen voorstander blijkt te zijn!) prijs te geven, waarin hij mogelijkheid ziet v. overbrugging verschil R.K./A.R.

 

Bespreking met Goseling met het bestuur der R.K. Fractie. Ingelicht over onderhoud + corr. met Mr. Koolen. Mr. Deckers deelde, over onderhoud v. Dr. Colijn met zes fractie-leidersGa naar voetnoot123, nog mede, dat Dr. C. daarin eenige voorbeelden had gegeven van slechte werking huidige werklh. politiek, waaruit Dr. C. - ten onrechte, meende Dr. D. - een algemeene conclusie trok met betrekking tot die politiek. - Die voorbeelden waren o.m.:

a)bij [één woord onleesbaar] waren volwassenen ontslagen wegens gebrek aan jeugdigen, ‘die bij Romme zaten’;
b)de Vries RobbéGa naar voetnoot124 heeft lasschers-cursus, uit eigen middelen bekostigd; in de buurt werd een kamp gevestigd; jongens hollen daarheen - en lieten de Vr. R. met zijn cursus zitten - i.v.m. f 1.75 zakgeld in kamp.

Ik heb gezegd: daar is het onderhoud Colijn/HackeGa naar voetnoot125!

 

Van Steenberghe vernomen, dat Dr. C. vanmiddag 4½ u. de 5 niet-Kath. ambtgenooten heeft uitgenoodigd tot een bijeenkomst (i.v.m. ons memorandum dd. 13/7).

 

Ik heb onderzocht

geval-[één woord onleesbaar] (zie hierboven sub a). [Eén woord onleesbaar] heeft zich beklaagd per 10/6 over 1 steunaftrek meisjes 2 arb. verbod 14 + 15 j. meisjes, en door mijn bemiddeling een onderhoud gehad met Hacke op 16/6. Hacke heeft mij ter zake geschreven per 19/6, en wel ad 1 dat hij daarover een onderhoud met mij wil hebben (hij denkt aan maatregelen, waardoor dochters v. gesteunden een grootere aantrekking zouden krijgen naar het bedrijfsleven) en ad 2 dat tegen verbod van 14 j. meisjes geen onoverkomelijke bezwaren bestaan. Ik heb den brief op de gebruikelijke wijze afgehandeld en laten doorgaan naar Afd. A.Ga naar voetnoot126.

Ik heb Afd. A. heden gevraagd, of deze aangelegenheid, i.v.m. verzoek ad 1, nog in behandeling is.

Geval-de Vries Robbé: ik heb aan S.J.D.Ga naar voetnoot127 gevraagd, of hem iets van een klacht v. de Vr. R. bekend is.

[pagina 289]
[p. 289]

Brief ontvangen van Colijn - gericht aan alle Ministers - waaruit blijkt, dat ons Memorandum d.d. 13/7 naar H.M. door hem is gezonden.

16/7/'39

Bespreking, 's-avonds (Zondag), bij Min. Welter, v. 4 R.K. Min. + Verschuur. Dr. C.Ga naar voetnoot128 is Zondagmorgen bij Welter geweest, en heeft hem gevraagd: vormen de 4 heeren één blok? Welter: niet onder alle omstandigheden. Dr. C. wil Welter + Steenberghe gaarne opnemen. Hij heeft een ontwerp-program toegezonden aan Welter, met machtiging het te bespreken met Steenb. en mij. Welter's meening is, dat hij niet in nieuw Kabinet treedt zonder mij. W. leest program voor. Daarop is geen ja of neen te zeggen, want allerlei concrete vragen laat het onopgelost. Afgesproken wordt, dat W. aan Dr. C. zal aanraden, met mij te praten. W. deelt nog mede, dat er een fin. nota bij het ontwerp-program is, doch dat hij die nota slechts vluchtig heeft doorgezien en ze niets interessants bevat. - W. is nog ervoor, ook Goseling opgenomen te krijgen. - Koolen boos over slot v. mijn brief dd. 12/7Ga naar voetnoot129; Schouten tot elke medewerking bereid.

17/7/'39

Na Ministerraad vraagt Dr. Colijn mij een oogenblik te spreken. Hij vertelt v. zijn gesprek met Welter. Bij 1e opdracht heeft hij zichzelf de beperking opgelegd: mèt Kath. Thans staat hij op tweesprong: met of zonder Kath. Het eerste vindt hij het beste, al zijn er adviseurs die hem anders raden (v. Schaick). - Koolen heeft in zijn rapport aan H.M. gezegd, dat verschil tusschen hem (K.) en R.K. fractie te groot dan dat hij overbruggen kan. - Welter had hem (C.) gezegd: praat met Romme, want in ontwerp-program staan een aantal dingen, die wij kunnen onderschrijven. ‘Een nieuw licht’, zei Colijn. Hij gaf mij ontwerp-program + fin. nota, en wij spraken af, dat ik hem schriftelijk mijn vragen zou geven.

Betr. Goseling zei C. nog, dat hij tegen opneming niet [één woord onleesbaar] bezwaren maakte, maar opneming wel moeilijk: Ossche zaak niet uit, overplaatsing van SpeyartGa naar voetnoot130 bij vacature.

 

Met Steenb + Goseling (Welter had ergens een lunch) fin. nota dd. 1 Juli '39 gelezen: vrijwel gelijk en gelijkvormig aan nota v. 21 juni l.l.!!!

 

's-Middags in gezamenlijk overleg brief geschreven aan ColijnGa naar voetnoot131.

[pagina 290]
[p. 290]

18/7/'39

Brief ontvangen v. ColijnGa naar voetnoot132.

 

Verschuur + Deckers, afzonderlijk, ingelicht.

 

Antwoord op brief C. geconcipiëerdGa naar voetnoot133, maar: toen kwam bericht v. brief v.C. aan Steenb. + Welter, waarbij hij hen uitnoodigt zitting te nemen in Kabinet ‘op deze grondslagen’, [één woord onleesbaar] op bijgevoegd program (voor Kabinet ‘dat geen politiek karakter draagt’) + fin. nota dd. 1 Juli '39 + corr. met Romme, en onder mededeeling dat hij bereid is, nog een 3e R.K. te vragen en wel voor O.K. & W.

 

In laten middag besproken tusschen 4 R.K. Ministers. Over weigering was men het terstond eens.

19/7/'39

Geconfereerd door 4 R.K. Ministers over antwoord-Welter + Steenberghe aan Dr. ColijnGa naar voetnoot134.

 

Voorts geschreven door mij i/z. geval de Vries-Robbé, cfr. inlichting van Hr. v. [naam onleesbaar], aan Dr. Colijn, met afschrift aan 3 R.K. Ministers, Deckers en v. SchaickGa naar voetnoot135.

20/7/'39

Steenb. heeft telef. onderhoud gehad met A.C. Josephus JittaGa naar voetnoot136, die gevraagd

[pagina 291]
[p. 291]

is voor S.Z., maar bedankt heeft; staat dichter bij ons, dan bij Colijn met zijn nieuwe sociale program.

21/7/'39

Afscheidsbrief ontvangen van ColijnGa naar voetnoot137.

24/7/'39

In Min. raad deelt Dr. C. mede, dat er een Regeeringsverklaring komt na behandeling v. Defensie-ontwerp, dat op Kamer-agenda staat voor 25 dezer.

 

Hr. M. de Vries deelt mij namens Hr. WesthoffGa naar voetnoot138 mede, dat deze van Jhr. de Geer gehoord heeft, dat diens uitlating op Ch.H. Conferentie te Lunteren betreffende excessen op S.Z.Ga naar voetnoot139, alleen sloeg op de jeugdplannen: hij wil geen verroomsching van Nederland noch Staatsopvoeding; plan-WesthoffGa naar voetnoot140 gaat onverkort door. - Volgens Hr. M. de Vries is het heele zaakje samenrotting v. Prot. Ch. Nederland tegen de R.K.

25/7/'39

Bespreking - na overdrachtGa naar voetnoot141 - van 4 R.K.'s in Witte BrugGa naar voetnoot142. Eens over wegstemming nieuwe RegeeringGa naar voetnoot143 op grond v. constitutioneele kwestie; geen liberale Reg. meerderheid bij 4 liberalen in KamerGa naar voetnoot144; bij wijze v. spreken is elke andere minderheidsregeering beter dan deze; consequentie is niet ‘roomsch-rood’. 's-Avonds bespreking der ‘vier’ met bestuur fractie. Fractie ingelicht; schrifturen aan Deckers gegeven. Onze meening (in vorige al.) bij stukjes en beetjes medegedeeld.

Daarna bespreking der 4 bij Verschuur. Deze belde Oud op en sprak af, dat deze

[pagina 292]
[p. 292]

met JoekesGa naar voetnoot145 op 26/7 bij hem zou komen: motie der V.D. op grond van constitutioneele kwestie, waarmee R.K. zich vereenigenGa naar voetnoot146.

28/7/'39

Noenmaal ten Paleize aan afgetreden Ministers. Ik zat naast [naam onleesbaar], die daad v. Deckers - motie dd. 27/7, waarop vijfde Kabinet-Colijn gevallen isGa naar voetnoot147 - buitengewoon onvaderlandslievend noemde; had hij nooit mogen doen; de partij vóór alles, was het. Ik heb gezegd: niet mee eens; U kent niet de groote verbittering onder het volk, dat zich verkocht en verraden gevoelde onder het nieuwe Kabinet; het door-laten-gaan zou gespletenheid in het volk vergroot hebben.

2/8/'39

Concept-verklaring voor de Pers gezonden naar Mr. Goseling, zulks i.v.m. citaat v. Dr. Colijn uit mijn nota dd. 28/6/'39. Tweeërlei bedoeling: a Dr. C. dwars zitten i.v.m. mij gerapporteerde feit, dat hij in Min. raad zijn ambtgenooten heeft verzocht, zich in de zaken in te werken, want dat er alweer tijd anders verloren ging; b mij verdedigen tegen een suggestie, welke mijn beleid aantastGa naar voetnoot148.

3/8/'39

Bespreking der ‘vier’. Via BeelaertsGa naar voetnoot149 heeft Jhr. de Geer gehoord, dat hij de formatie krijgt. De Geer is 2/8 's-avonds bij Welter geweest, en op heden ± 12½ u bij Steenberghe. Hij heeft hen gevraagd voor Kol., resp. Ec. Zaken in Kabinet v.: 2 R.K., 2 Ch.H., 2 A.R., 1 S.D., 1 V.D. en 1 V.B. (de Geer, premier en Financiën; Patijn, de GraafGa naar voetnoot150 of v. KarnebeekGa naar voetnoot151, Buitenl. Z.; AnemaGa naar voetnoot152, Justitie; v. Boeyen, Binnenl. Z.; V.D.-er - BolkesteynGa naar voetnoot153? - voor O.K.W.; v. Dijk, Defensie; v. LithGa naar voetnoot154,

[pagina 293]
[p. 293]

Waterstaat; Steenberghe, Ec. Z.; v.d. Tempel, S.Z.; Welter, Kol.). Program had de Geer nog niet bij zich, maar eruit medegedeeld t.a.v. werklh. bestrijding: handhaving v. ontwerp 367, intrekking v. ontwerpen 411 (tegen staat-v.-dienst-boekje; wel wilde hij wat doen voor vakonderwijs, en voor verkrijging v. wetenschap omtrent jeugd-werklh.).

Steenb. + Welter waren geweest bij Verschuur en bij v. Schaick (die opdracht krijgen zou bij mislukken v. de Geer), die beiden sterk hadden aangeraden: doen. - Ik heb begrepen, dat Welter al ‘ja’ gezegd had. - Ik heb geadviseerd: doen, al zou ik zelf niet erin willen zitten omdat de zaak op gebied v. jeugd mij verloren schijnt en ik dat pernicieus acht. Ook Goseling adviseerde: doen, in de overweging, dat de Geer's poging niet op R.K.'s mag afstuiten, en met als achtergedachte dat de Geer's poging niet slagen zal. Steenberghe heeft tenslotte de Geer geschreven: dat hij in beginsel bereid is in Kabinet v. samenstelling als door de G. gedacht, uiteraard onder voorbehoud v. overeenstemming over het program. -

Tenslotte nog even gesproken over mijn concept-verklaring voor de Pers (zie 2/8). Gaat voorloopig, gelet op deze nieuwe situatie, niet door. Ik heb de concept-verklaring weer mee teruggenomenGa naar voetnoot155.

4/8/'39

Bespreking der ‘vier’ bij Welter. Program-de Geer behandeld. Werklh. p. in het algemeen gunstig, met uitzondering v. jeugd. Steenberghe zal besproken wijzigingen formuleren en nog rondzenden. Indien S.D.A.P. niet meedoet, een R.K.i.p.v. hen.

 

's-Avonds bespreking met Hr. M. de Vries, die mij o.m. mededeelt, SlingenbergGa naar voetnoot156 bij zich te hebben gehad. Deze maakte indruk, gesproken te hebben met Oud + Joekes:

in nationaal Kabinet voor-V.D. 1 man genoeg;

in R.R.R.Ga naar voetnoot157 Kabinet moet V.D. wat meer plaatsen hebben dan haar naar evenredigheid zou toekomen; V.D. daarin de remmende kracht tusschen rechts- en links-radicalen; Sl. (Min. v. Fin.: a opvoering v. werkverschaffing; b geen wijziging karakter wv.; c uitsnijden excessen steun; d sluitend budget. - KranenburgGa naar voetnoot158 was schriftelijk gevraagd door Dr. Colijn, die in zijn program had: vermindering der werkverruiming. - Hacke was, volgens juffr. Rutgers (insp. v.d. arbeid)Ga naar voetnoot159, door Dr. C. gevraagd als Minister.

[pagina 294]
[p. 294]

5/8/'39

Steenb. heeft telefonisch voorlezing gedaan v. zijn brief aan De Geer betr. program. Mij mee vereenigd. Ik krijg nog afschriftGa naar voetnoot160.

 

Beaufort gesproken. Deze had gehoord v. ReinaldaGa naar voetnoot161, dat fractievergadering S.D.A.P. gisteren had besloten: minstens 2 S.D.'ers + versterking v. ontwerp-program.

 

Telef. v. Steenberghe over

a)bespreking met fractie-bestuur: deze had geen aanmerking op program + brief St. en wilde niet afwijzend adviseeren;
b)mededeelingen van de Geer:
α)S.D.A.P. had 3 eischen: 1 geen extra-parlementair karakter; dit bezwaar weggepraat; 2 twee S.D.A.P.'ers; ingewilligd (vermoedelijk Albarda en O.K.W.); 3 enkele eischen betr. program, nl. mijn werklh. [een woord onleesbaar] en wettel. vacatie-regeling (St. wil niet verder gaan dan mijn ontwerp: verb. verkl. v. feitelijk bestaande regelingen).
β)A.R.'s obstinaat; de Geer had indruk v. TerpstraGa naar voetnoot162 + v. Dijk, dat ze ‘niet mochten’; was naar Colijn geweest, die niet aanraadt noch afraadt en dit nog aan v. Dijk zeggen zou.

Brief v. St. was naar de Geer onderweg. St. wilde hieraan geheel vasthouden. Ik heb hem geraden, eventueel nog beraad te nemen.

6/8/'39

Geschreven aan Steenberghe, om in overweging te geven, desgewenscht in overweging te geven aan de Geer een splitsing v.S.Z. in: Dept v. werklh. zaken en Dept. v.S.Z.; bij het eerste: alles wat nu behoort tot Afd. Werkverruiming en Steun. Op S.Z. een 3e R.K. (niet ik, met oog op A.R.).

[pagina 295]
[p. 295]

8/8/'39

Bespreking met Steenberghe, vnl. over jeugdzaak (411). Uiteengezet - ten behoeve v. zijn bespreking met de Geer - waarom jeugdapparaat zóó opgezet:

a film v.d. Ned. schoolvrije jeugd maken; element: staat-van-dienst boekje; adm. werk (waarbij gedachtGa naar voetnoot163 als object voor jeugdige werkloozen);

b wat te doen om zwakke plekken - werklh. - weg te werken; stimulans v.e. staat-v.-dienst-boekje, en verder: de jeugd bereiken, indiv. contact; jeugdwerk is dit.

Tusschengedachte: jeugdbureaux beperken tot daar, waar grootere omvang werklh. blijkt of noodig voor bevordering v. opleiding.

9/8/'39

Steenb. belt mij op, dat de constitueerende vergadering geslaagd is. Tijdens de vergadering is Bolkesteyn uitgenoodigd; ter vergadering verschenen en zich bereid verklaard! - Op punt v. jeugd zal 411 niet worden ingetrokken dan met gelijktijdig nieuw ontwerp; v.d. Tempel verklaarde zich vóór werkkampen en vakcursussen, tegen jeugdreg. en staat-v.-dienst boekje, maar wilde deze laatste dingen eerst nog ten departemente bezien alvorens definitief te beslissen. Ontwerp 367 wordt volledig gehandhaafd; karakterverandering wv. idem. - Na de vergadering zei v.d. Tempel aan Steenb., hoop uitsprekende voor goede samenwerking: dat hij zich zou beijveren, mijn werk voort te zetten zóó dat ik mij nimmer onaangenaam getroffen zou gevoelen door deze opvolging.

 

Mij is nog enigen tijd geleden verteld, dat tijdens of na totstandkoming v. 5e Kab. Colijn (in de Pers over het algemeen beter genaamd: Kab. Colijn V) Min. v. Dijk heeft gezegd: de Katholieken zitten in een tang, ze kunnen niet heen en ze kunnen niet weer.

voetnoot68
Verwijzingen naar aangehechte brieven zijn niet opgenomen.
voetnoot69
Vergelijk document nummer 1, p. 260.
voetnoot70
Met ‘hij’ is natuurlijk Romme bedoeld. In het RKSP-archief dossier 163 bevindt zich een exemplaar van dit communiqué. In de collectie-Romme dossier 203 is slechts een ontwerp aanwezig, waarop allerlei wijzigingen staan aangegeven. Het communiqué luidt: ‘Bij de besprekingen over het voorontwerp van de begrooting voor 1940, welke ten doel hadden te geraken tot een beperking van het te verwachten tekort, is in het Kabinet over de wijze, waarop dat doel ware te bereiken, geen overeenstemming kunnen worden verkregen. In het bijzonder is bij de beraadslagingen over een grootere verlaging van het in dat voorontwerp voorkomende eindcijfer van het Hoofdstuk Sociale Zaken beneden het eindcijfer van dat hoofdstuk in de begrooting 1939, overeenstemming niet mogelijk gebleken over de wijze, waarop een verdere vermindering der in het voorontwerp uitgetrokken bedragen voor werkverruiming en steunverleening, benevens bestrijding van de jeugdwerkloosheid zou kunnen worden verkregen’. Voor het niet verschijnen van dit communiqué zie de aantekening in Romme's dagboekje onder 30 juni.
voetnoot71
Vergelijk document nummer 4; de nota van 28 juni is document nummer 3.
voetnoot72
Mr. T.J. Verschuur, voorzitter van de RKSP.
voetnoot73
Mr. F.G.C.J.M. Teulings, secretaris van de RKSP en lid van de RKSP-fractie in de Tweede Kamer.
voetnoot74
In het Dr. Schaepmanhuis aan de Mauritskade 25 te Den Haag was het partijbureau van de RKSP gevestigd.
voetnoot75
Dr. L.J.C. Beaufort OFM, lid van de RKSP-fractie in de Tweede Kamer.

voetnoot76
Mr. J.R.H. van Schaik, lid van de RKSP-fractie in en voorzitter van de Tweede Kamer.
voetnoot77
Vergelijk Handelingen Tweede Kamer 1938-1939, Verslag, 30 juni 1939, 2185.
voetnoot78
Regeringspersdienst.
voetnoot79
A.J. Lievegoed, chef van de Regeringspersdienst. Joan Hemels, Van perschef tot overheidsvoorlichter. De grondslagen van overheidsvoorlichting (Alphen aan den Rijn, 1973) 38-39.
voetnoot80
Drs. W. Reyseger, secretaris van Colijn op het ministerie van algemene zaken.
voetnoot81
Walter Funk, de Duitse minister van economische zaken en president van de Duitse Rijksbank, bezocht Nederland van 5-7 juli 1939.
voetnoot82
Tweede-Kamerfractie.
voetnoot83
Dr. L.N. Deckers, voorzitter.
voetnoot84
Ir. M.C.E. Bongaerts, vice-voorzitter.
voetnoot85
Mr. L.G. Kortenhorst, tweede secretaris.
voetnoot86
J.G. Suring, eerste secretaris.
voetnoot87
C.J. Kuiper, penningmeester.
voetnoot88
In april 1939 had Colijn al een keer de druk van de koningin op dit punt weerstaan. De Jong, Koninkrijk, I, 624-632.
voetnoot89
Toen het tweede kabinet-Colijn in 1935 ontslag aanbood, kreeg het van de koningin een opdracht van deze strekking. Nieuwe Rotterdamsche Courant, 92e jaargang nr. 205 (26 juli 1935) ochtendblad C, 1.
voetnoot90
Vergelijk document nummer 1, p. 247.
voetnoot91
Dit is niet geheel correct. Noch in eerste noch in tweede termijn heeft Colijn de datum van 1 juli genoemd. Hij memoreerde slechts de afspraak in het kabinet dat in 1939 de ministers de voorlopige begrotingscijfers voor 1940 niet, zoals gebruikelijk, in juli, maar reeds eind april bij het ministerie van financiën zouden inleveren. Handelingen Tweede Kamer 1938-1939, Verslag, 16 juni 1939, 1984 en 1999. Overigens klopt deze fasering niet met die, welke Romme in het eerste afgedrukte document op p. 247 noemt.
voetnoot92
De letterlijke tekst van dit communiqué is te vinden in document nummer 1, p. 250.
voetnoot93
In verband met de verjaardag van Prins Bernard was de koningin na haar onderhoud met Colijn naar Soestdijk vertrokken. Vandaar was zij samen met de prins doorgereisd naar Den Bosch om de jubileum-tentoonstelling van Het Nederlandsche Trekpaard te bezoeken. Om half acht keerde zij terug in Den Haag. Aldus de avondbladen van 30 juni en 1 juli 1939.
voetnoot94
Jhr. mr. D.J. de Geer, voorzitter van de christelijk-historische fractie in de Tweede Kamer.
voetnoot95
De Tijd besteedde de helft van de voorpagina van de avondeditie van 1 juli 1939 aan de crisis en benadrukte de bereidheid van de katholieke ministers tot bezuiniging en de aandrang van de overige ministers op Romme om zijn beleid te wijzigen. De Maasbode wijdde in dezelfde betoogtrant en met dezelfde argumenten en voorbeelden één kolom op de vijfde pagina van de ochtendeditie van 2 juli 1939 aan de kabinetscrisis.

voetnoot96
In 1935 vroeg het tweede kabinet-Colijn om ontslag, omdat de RKSP-fractie, waarvan mr. P.J.M. Aalberse toen de voorzitter was, weigerde in te gaan op een verzoek van Colijn vertrouwen uit te spreken in het regeringsbeleid. Aalberse kreeg daarop de formatie-opdracht, maar slaagde niet, waarna Colijn zijn derde kabinet formeerde. P.J. Oud, Het jongste verleden. Parlementaire geschiedenis van Nederland, V, 1933-1937 (Assen, 19682) 224-228; J.P. Gribling, P.J.M. Aalberse 1871-1948 (Utrecht, 1961) 468-481.
voetnoot97
Zie p. 281.
voetnoot98
Mr. D.A.P.N. Koolen, lid van de Raad van State.
voetnoot99
Mr. P.J. Oud, tot november 1938 voorzitter van de vrijzinnig-democratische fractie in de Tweede Kamer, sedertdien burgemeester van Rotterdam.
voetnoot100
Prof. mr. G. van den Bergh, hoogleraar staatsrecht te Amsterdam.
voetnoot101
Dr. J. van den Tempel, lid van de SDAP-fractie in de Tweede Kamer.
voetnoot102
Ir. J.W. Albarda, voorzitter van de SDAP-fractie in de Tweede Kamer.
voetnoot103
Aangewakkerd door de Osse affaire.
voetnoot104
Het is niet geheel duidelijk, hoe op dat moment de vaststaande mening van Van Schaik luidde. In het archief-Van Schaik (Algemeen Rijksarchief) bevinden zich in dossier 75 enkele adviezen van de Kamervoorzitter aan de koningin, onder andere een voor en een na 3 juli. Het eerste advies dateert reeds van 10 juni naar aanleiding van een onderhoud met de koningin die, bezorgd om de ‘zwarigheden’ in de boezem van het kabinet, hem op 8 juni raadpleegde voor het geval er een kabinetscrisis zou ontstaan; bij die gelegenheid pleitte hij voor een voortzetting van de rechtse samenwerking onder leiding van Colijn. Het tweede advies dateert van 7 juli en daarin sprak Van Schaik zich uit voor een katholieke formateur, die desnoods een minderheidskabinet van RKSP-CHU-VDB tot stand moest brengen, maar zelf daarvan niet de leiding moest nemen. Het kan dus zijn dat Van Schaik reeds op 3 juli, rekening houdend met een falen van Colijn, neigde tot een katholieke formateur.
voetnoot105
Hoofd van de afdeling werkverruiming van het ministerie van sociale zaken en regeringscommissaris bij de Rijksdienst voor de Werkverruiming.

voetnoot106
Koolen had op 8 juli de formatie-opdracht gekregen, tot verrassing van vrijwel iedereen. Na een ministerschap in het kortstondige eerste kabinet van Colijn (1925-1926) is hij spoedig overgegaan naar de Raad van State en had hij zich niet meer ingelaten met de actieve politiek. Oud, Het jongste verleden, VI, 136-137.
voetnoot107
Zie document nummer 2.

voetnoot108
Vergelijk document nummer 1.
voetnoot109
Zie noot 3 en 4.
voetnoot110
Bedoeld is het advies van de Hoge Raad van Arbeid van 17 mei 1939 over de voorontwerpen van wet tot verbod, respectievelijk tijdelijk verbod van arbeid door veertienjarige meisjes respectievelijk veertienjarige jongens. Op basis van statistische gegevens bestond in de Hoge Raad van Arbeid grote onenigheid over de vraag, of onder de mannelijke jeugd een belangrijke werkloosheid heerste. Zie ook noot 55.
voetnoot111
Bedoeld zijn de ontwerpen, genoemd in document nummer 1, p. 251, waarvan enkele zaken in de wetsontwerpen 367 en 411 van 6 april en 10 mei 1939 aanhangig waren. De voorontwerpen betreffende arbeidsverbod voor veertienjarigen heeft Romme op 23 juni naar de Raad van State gestuurd, die - zo blijkt uit stukken die zich in de collectie-Romme dossier 89 bevinden - op grond van de in noot 110 genoemde onenigheid in de Hoge Raad van Arbeid ernstig twijfelde aan de noodzaak van het verbod.
voetnoot112
Zie document nummer 1, p. 252.
voetnoot113
Prof. dr. K. Dijk, hoogleraar aan en secretaris van het College van Hoogleraren van de Theologische Hogeschool te Kampen. Zie ook document nummer 14, p. 305-306.
voetnoot114
J. Schouten, voorzitter van de antirevolutionaire fractie in de Tweede Kamer.
voetnoot115
Mr. L.J.A. Trip, president van de Nederlandsche Bank.
voetnoot116
Uit deze hier aangehechte brief van 11 juli 1939, maar in de collectie-Romme liggend in dossier 89, blijkt dat Romme bij verdeling van de lasten van een vijfjarenplan van produktieve werkverschaffing over een tijdvak van tien jaar rekende op een verlichting voor het Werkloosheidssubsidiefonds van ƒ 21,9 miljoen, waarvan ƒ 10 miljoen ten bate van het Rijksbudget zouden komen. Daarmee dacht Romme de door hem en Colijn berekende tekorten (zie de documenten nummers 2 en 3) te hebben weggewerkt. ‘Resultaat van een en ander zou zijn een volkomen sluitende begrooting, derhalve een volkomen bereiking van het doel, waarnaar zoowel door Dr. Colijn als door mijn naaste geestverwanten in het Kabinet en mij vóór het uitbreken van de crisis naarstig is gestreefd’.
voetnoot117
In deze eveneens hier aangehechte brief van 11 juli 1939, maar in de collectie-Romme liggend in dossier 89, zegt Koolen dat hetgeen Romme voorstelt slechts verschuiving is en herhaalt dat hij, Romme, in navolging van het rapport van de Hoge Raad van Arbeid de uitgaven voor de jeugdwerkloosheid verder moet verlagen.
voetnoot118
Deze passage is geschreven op 12 juli 1939.
voetnoot119
Woonplaats van Romme.
voetnoot120
In deze eveneens hier aangehechte brief van 12 juli 1939, maar in de collectie-Romme liggend in dossier 89, herhaalt Romme zijn aarzeling om de uitgaven voor de jeugdwerkloosheid verder te verlagen. Dan speelt hij de bal terug naar Koolen door hem uit te dagen dan zelf maar een concreet voorstel te doen, als hij denkt dat langs die weg de oplossing der moeilijkheden naderbij kan komen.

voetnoot121
Moet zijn: R.K.
voetnoot122
Zie hierover de documenten nummers 4-7.
voetnoot123
Zie de notitie hierboven onder 9 juli 1939.
voetnoot124
Constructiebedrijf De Vries Robbé & Co. te Gorinchem met een dochteronderneming N.V. Betondak te Arkel. Vergelijk: De Vries Robbé & Co 1881-1956. Tijdsbeeld van driekwart eeuw technische en maatschappelijke vooruitgang. Gedenkboek (Gorinchem, 1956).
voetnoot125
Dr. ir. A.H.W. Hacke, directeur-generaal van de arbeid. Over het onderhoud is ons niets bekend.
voetnoot126
Afdeling arbeid van het ministerie van sociale zaken.
voetnoot127
Sociale Jeugddienst.

voetnoot128
Na het mislukken van Koolen heeft Colijn een nieuwe formatie-opdracht gekregen. Oud, Het jongste verleden, VI, 137.
voetnoot129
Zie noot 120.

voetnoot130
Mr. E.L.M.H. baron Speyaert van Woerden, procureur-generaal te Den Bosch, fungeerde in de Osse affaire als belangrijke informant van Goseling en raakte politiek besproken, toen zijn voortvarende rol bekend werd.
voetnoot131
Als document nummer 9 hier afgedrukt.
voetnoot132
Als document nummer 10 hier afgedrukt.
voetnoot133
Als document nummer 11 hier afgedrukt.

voetnoot134
Als document nummer 12 hier afgedrukt.
voetnoot135
Het onderzoek, zo schrijft Romme - de brief is hier aangehecht, maar ligt in de collectie-Romme in dossier 89 -, ‘heeft slechts dit resultaat gehad, dat mij gebleken is, dat in Leerdam geen kamp bestaat, wel een centrale werkplaats; voorts dat de lasscherscursus van de Vries Robbé gesubsidiëerd wordt door Sociale Zaken. Overigens is het onderzoek negatief verloopen: van eenig min of meer wegtrekken van leerlingen van den lasscherscursus door de centrale werkplaats of door een kamp was bij den Socialen Jeugddienst niets bekend, evenmin bij de Vries Robbé, die hiernaar gevraagd is, en evenmin bij den leider van den bedoelden lasscherscursus, die eveneens hiernaar gevraagd is. Wel - maar dit schijnt mij met de bij U aanhangig gemaakte klacht niet te maken te hebben - is bij een bezoek, dat de Burgemeester van Leerdam Maandag l.l. [= 17 juli J.B.] aan het bureau van den Socialen Jeugddienst heeft gebracht, door dezen magistraat verteld, dat er een jongen geweest was, die de centrale werkplaats had verkozen boven de aanvaarding van een bepaald werk in de fabriek van de Vries Robbé, terwijl bij een bezoek van één mijner ambtenaren aan Leerdam op Dinsdag l.l. nog gebleken is, dat twee jongens van de centrale werkplaats door de Vries Robbé niet zijn aangenomen omdat zij op de vraag, of zij het werk van vijler graag deden, hadden geantwoord, dat zij liever resp. als draaier en vuurwerker werkten’. Deze gegevens zijn tot in de formulering toe terecht gekomen in een artikel ‘Legendevorming’, De R.K. Staatspartij VIII (1939) nr. 7, 31 juli, 150-153, waarin stelling werd genomen tegen ‘geruchten en verhalen, waaruit de funeste werking van de huidige werkloosheidspolitiek ten duidelijkste moest blijken’.

voetnoot136
Prof. mr. A.C. Josephus Jitta, hoogleraar te Delft, Rijksbemiddelaar, lid van de Hoge Raad van Arbeid, vroeger vrijzinnig-democraat, maar overgestapt naar de ARP.

voetnoot137
Als document nummer 13 hier opgenomen.

voetnoot138
Ir. J.Th. Westhoff, een van de directeuren van de Rijksdienst voor de Werkverruiming.
voetnoot139
De Geer hield op 20 juli 1939 te Lunteren op de zestiende zomerconferentie, uitgaande van de CHU en de vereniging van christelijk-historische leden van gemeentebesturen, een rede over de uitslag van de Statenverkiezingen van dat jaar en over de kabinetscrisis. Volgens de ANP-telex, waarvan een exemplaar te vinden is in het archief-RKSP dossier 163 en waaruit de volgende dag door onder andere De Tijd rijkelijk geput werd, had De Geer gesproken over ‘bepaalde uitwassen in de werkloosheidsbestrijding’, die Colijn en zijn medestanders wilden afsnijden, en dat het ontwerp inzake de jeugdwerkloosheid, daarmee doelend op wetsontwerp 411, volgens Colijn cum suis mank ging aan de fout dat veel geld aan de strijkstok bleef hangen, dat wil zeggen niet dienstig werd aan het belang, waarom het te doen was, maar aan allerlei administratie en organisatie, waarom het niet te doen was. Kritiek die ook in de Kamer reeds was ingezien, aldus De Geer.
voetnoot140
Zie noot 53.

voetnoot141
Romme droeg zijn portefeuille over aan dr.ir. H.M. Damme, directeur-generaal van de PTT.
voetnoot142
Hotel in Den Haag.
voetnoot143
Het vijfde kabinet-Colijn was een minderheidskabinet van antirevolutionairen, christelijk-historischen, liberalen en partijlozen.
voetnoot144
De fractie van de Vrijheidsbond De Liberale Staatspartij bestond uit vier personen.
voetnoot145
Mr. A.M. Joekes, voorzitter van de vrijzinnig-democratische fractie in de Tweede Kamer.
voetnoot146
Verschuur gaf er dus de voorkeur aan dat de vrijzinnig-democraten de motie van wantrouwen zouden indienen. Uiteindelijk heeft toch Deckers dat gedaan. In het RKSP-archief dossier 163 bevindt zich een interessant fragment van een dagboek van Verschuur over de dagen 22-26 juli 1939, waarin uitvoerig wordt ingegaan op het contact met Oud en Joekes over de motie van wantrouwen tegen Colijn.

voetnoot147
De motie-Deckers kreeg de steun van de sociaal-democraten, de vrijzinnig-democraten, de communisten, de christelijk-democraten en uiteraard de katholieken. Zij werd aangenomen met 55-27 stemmen. Zij luidde: ‘De Kamer, van oordeel, dat de kabinetsformatie niet heeft geleid tot het optreden van een kabinet, dat den grootst mogelijken waarborg biedt voor een deugdelijke behartiging van 's lands belangen in gemeenschappelijk overleg met de Staten-Generaal, keurt het optreden van dit kabinet af en gaat over tot de orde van den dag’. Handelingen Tweede Kamer 1938-1939, Verslag, 27 juli 1939, 2229.

voetnoot148
Zie de paragraaf ‘Over de documenten’, p. 242-243.

voetnoot149
Jhr.mr. F. Beelaerts van Blokland, vice-president van de Raad van State.
voetnoot150
Wellicht dr. S. de Graaff, minister van koloniën 1919-1925 en 1929-1933.
voetnoot151
Jhr.mr. H.A. van Karnebeek, minister van buitenlandse zaken 1918-1927.
voetnoot152
Prof.mr. A. Anema, antirevolutionair, hoogleraar burgerlijk recht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en lid van de Eerste Kamer.
voetnoot153
G. Bolkestein, inspecteur middelbaar onderwijs.
voetnoot154
Ir. O.C.A. van Lidt de Jeude, minister van waterstaat 1935-1937 en in het vijfde kabinet-Colijn.
voetnoot155
Zie de paragraaf ‘Over de documenten’, p. 243.

voetnoot156
Mr. M. Slingenberg, vrijzinnig-democraat, 1935-1937 minister van sociale zaken en in die hoedanigheid dus Romme's voorganger.
voetnoot157
Rooms-rood-roze.
voetnoot158
Mr. R. Kranenburg, vrijzinnig-democraat, lid van de Eerste Kamer.
voetnoot159
Mej. H. Rutgers, inspectrice bij de Arbeidsinspectie.
voetnoot160
Romme ontving op 7 augustus afschrift van deze brief van 5 augustus en hechtte deze hier aan het dagboek; in de collectie-Romme ligt de brief echter in dossier 89. Steenberghe verzette zich hierin onder andere tegen de intrekking van wetsontwerp 411. Hij vreesde dat er dan geen enkele stimulans zou zijn voor jeugdige werklozen om gebruik te maken van opleidingsmogelijkheden. ‘Diegenen onder de jeugdige werkloozen, die ook nu niet aan de opleiding deelnemen, zullen, bij het vervallen van het staat-van-dienst-boekje, geen enkele prikkel hebben om wèl aan de opleiding deel te nemen, terwijl een andere categorie van jeugdige werkloozen, namelijk degenen, die ongeschoold werk verrichten tot hun 20ste jaar en dan, wegens de te hooge belooning voor hun ongeschoolde diensten, op straat gezet worden, zonder een arbeidsverbod voor den allerjeugdigsten leeftijd zeker niet aan de opleiding zal deelnemen’. Dit standpunt is nog in overeenstemming met dat van Romme (vergelijk ook de briefwisseling tussen Colijn en Romme, 17 en 18 juli 1939, en de brief van Steenberghe en Welter aan Colijn, 19 juli 1939, hierna afgedrukt onder de nummers 9, 10 en 12), maar de feiten wijzen uit dat Steenberghe zich uiteindelijk niet verzet heeft tegen de intrekking van het wetsontwerp door Romme's opvolger!
voetnoot161
Waarschijnlijk M.A. Reinalda, lid van de SDAP-fractie in de Eerste Kamer.
voetnoot162
Mr. J. Terpstra, lid van de antirevolutionaire fractie in de Tweede Kamer en 1929-1933 minister van O.K. & W.

voetnoot163
Boven de laatste vier woorden is geschreven: ‘zou kunnen bij arb. bureau’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nederlandse historische bronnen


auteurs

  • Kees Dekker


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 29 juni 1939

  • 30 juni 1939

  • 3 juli 1939

  • 7 juli 1939

  • 9 juli 1939

  • 10 juli 1939

  • 11 juli 1939

  • 13 juli 1939

  • 14 juli 1939

  • 16 juli 1939

  • 17 juli 1939

  • 18 juli 1939

  • 19 juli 1939

  • 20 juli 1939

  • 21 juli 1939

  • 24 juli 1939

  • 25 juli 1939

  • 28 juli 1939

  • 2 augustus 1939

  • 3 augustus 1939

  • 4 augustus 1939

  • 5 augustus 1939

  • 6 augustus 1939

  • 8 augustus 1939

  • 9 augustus 1939