Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandse historische bronnen 9 (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandse historische bronnen 9
Afbeelding van Nederlandse historische bronnen 9Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandse historische bronnen 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.34 MB)

XML (0.60 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven
non-fictie/geschiedenis-archeologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandse historische bronnen 9

(1991)–Anoniem Nederlandse historische bronnen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

33 Aan Van Weede van Dijkveld

Keulen, 22 december 1671

 

Mijn Heer, Ick sie met verwonderinge uijt de missive van de ridderschap dat Haar Ho. Ed. gesint sijn in weijnich dagen te confereren het cameraerschap van den Leckendijck, sonder dat yemandt van de heeren edelen mij de eere doet van te schrijven werwaerts sij daermede uijt willen. Uw Wel Ed. weet de gestadige ende continuele sollicitatie die ick van de heeren BootGa naar voetnoot244 en Van der Hoolck daer over hebbe gehadt {ende waarmede sij mij nu met haer schrijven al wederom moeije-

[pagina 86]
[p. 86]

lijck vallen}Ga naar voetnootm, ende aen de andere sijde mijn genegentheijt tot de neef van de heer van NellesteijnGa naar voetnoot245, soo dat mij dit becommert, niet weetende waer de heeren edelen heen willen.

Ende heb ick om dese onkundicheijt geen anderen voorslach connen uijtvinden als hetgeen U Wel Ed. sal believen te sien dat ick deswegen aan de heer van ZuylenGa naar voetnoot246 onder ‘cachet volant’Ga naar voetnoot247 schrijve die, soo het hem gevalt ende hij vermeent dat van operatie can sijn, conform de interessen, gemelte heer door Beusecom condt laeten behandigen. Ende schrijve ick ‘mutatis mutandis’ op het iteratif versoeck van de heere Boot, die echter sijn soon sonder Bentum recommandeert aan de heer van Arsbergen. De heeren van Berckesteijn, WullevenGa naar voetnoot248, Sandenburgh ende [van] der AaGa naar voetnoot249 hebben mij op mijn vertreck geseijt aan nyemandt geëngageert te sijn, ende soo Haer Wel Ed. van dit sentiment verbleven, soo meijne ick dat men beijde de heeren volgens mijn schrijven soude connen contentement doen, ofte het confereren tot mijne wedercompste uijtstellen. Ick hebbe bedencken of dit precipitant vergeven ons in de bewuste electie niet soude connen brouilleren, dewijl misschien eenige hare rekeninge niet mochten vinden. ‘Quidquid sit’, ick hadde liever gesien, dat men hetselve noch een geruijmen tijt hadde getraisneert, ten waere men mij anders had geïnformeert.

Ick schrijve in gelijcken zin als die van de heer van ZuylenGa naar voetnoot250 aan de heer Boot, die neffens die aan den heer van Arsbergen, alle onder ‘cachet volant’ hier neffens gaat; die dan connen geslooten ende, soo het U Wel Ed. goet vindt, alle drie door monsieur Beusecom verhandtreijckt werden ende sal deselve mij verobligeren, soo hij aensiens [deses] briefs mij hier op beliefde te rescriberen, alsoo ick noch tot aenstaende sondach alhier sal verblijven ende alsdan mijne reijse naer Berlin voortsetten. Waermede verblijve - - -

voetnoot244
Cornelis Booth vroeg Amerongen en anderen steun voor de begeving van deze post aan zijn zoon Everard (RAU, AHA, I, inv. nr. 103, 5/15-12-1671).
voetnootm
Tussen {}: in margine zonder duidelijke plaatsverwijzing.
voetnoot245
Ook Albert van Benthem, bewindhebber VOC (kamer Amsterdam) en een goede relatie van Amerongen, had diens steun gevraagd (RAU, AHA, I, inv. nr. 112, Amerongen-Booth, 22-12-1671). Inzake de familierelatie tussen Nellesteyn en Van Benthems vrouw Gauda Anselmusd. Salmius, zie bijlage VII. Cornelis Booth had echter via zijn vrouw Digna van Wijckerslooth een minstens zo nauwe band met Nellesteyn (bijlage VII). Zijn houding bij de verkiezing van 1 oktober had evenwel hun verhouding verstoord.
voetnoot246
Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerken, heer van Zuylen, lid van de Utrechtse ridderschap.
voetnoot247
Persoonlijk verzegeld briefje.
voetnoot248
Hiƫronymus van Tuyll van Serooskerken, heer van Wulven, lid van de Utrechtse ridderschap.
voetnoot249
Frederik van Renesse van Moermont, heer van Ter Aa en Zuyleveld, lid van de Utrechtse ridderschap (bijlage VI).
voetnoot250
Amerongen stelde een compromis voor: Van Benthem en Booth jr. zouden elk de functie drie jaar bekleden (RAU, AHA, I, inv. nr. 112, Amerongen-Van Tuyll van Zuylen en Van der Capellen van Aertsbergen, 22-12-1671).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nederlandse historische bronnen

  • Briefwisseling van Godard Adriaan van Reede van Amerongen en Everard van Weede van Dijkveld (27 maart 1671-28 juli 1672)


auteurs

  • P.H.D. Leupen

  • Murk van der Bijl

  • Herman Quarles van Ufford


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 22 december 1671