Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandse historische bronnen 9 (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandse historische bronnen 9
Afbeelding van Nederlandse historische bronnen 9Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandse historische bronnen 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.34 MB)

XML (0.60 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven
non-fictie/geschiedenis-archeologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandse historische bronnen 9

(1991)–Anoniem Nederlandse historische bronnen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

76 Aan Van Weede van Dijkveld

Berlijn, 8 juni 1672

 

Mijn Heer, Ick verstaen uijt U Wel Ed. schrijven van 30 may lestleden alsmede uijt Haer Ho. Mog. resolutie van den 28. dito dat deselve, siende dat de penningen, tot de bewuste alliantiën gedestineert, seer langsaem ende traegh bijkomen ende dat met verloop van tijt daerinne meerder scharsheijt volgen sal, derhalven haer in geene swaerdere lasten met het aengaen van noch andere alliantiën, geresolveert sijn te steeckenGa naar voetnoot501. En eerst en vooral willen afwachten of ijts, ende wat, met de hertogen van Bronswijck ende Lunenburgh sal konnen werden gedaen. Ende dat U Wel Ed. vermeijnt, dat het bij die van Zelle ten goeden verandert is ende den Staet daer noch soude konnen te recht komen. Hoe verre [de saecken] nu van daer [verwijdert sijn] believe deselve te sien uijt dese 2 bijlaegen, mij met de jongste post door d'heer Brasser toegesondenGa naar voetnoot502, doch deselve te secreteren.

Ende heeft den heer Curfurst noch Pelnitz, die lest van daer compt, geen de minste oppinie dat van die kant ijts goedts te verwachten sij, ten waer dat de conditiën die sij van den keyser ende Dennemarcken, gelijck uijt de voorseijde bijlaegen kan gesien worden, voor dezen voorgaen, behalven dat de heer HamersteijnGa naar voetnoot503 is het instrument, die alles brouillieert, soo veel moglijck is. Ende dewijl ick uijt de voorseijde resolutie Haer Ho. Mo. intentie hebbe verstaen, ben [ick] geresolveert mijne reijse naer Dresden te staecken, vertrouwende om een simpel compliment daer te gaen maecken hetselve onnodig te wesen, maer sal ik mij, naer uijtwisselinge van de ratificatie van 't bewuste tractat ten spoedigsten naer Hollant vervoegen, soo als ik jongst aan U Wel Ed. heb geschreven.

[pagina 162]
[p. 162]

Den heer Churfurst is geresolveert mij den heer Pelnitz met te geven om aen den Staet te remonstreren het gevaar waerin hij sich heeft gesteeken, ende wat hem van Sweden gedreijgt werdt, ook hoe dat Saxen, Brunswijck en Hessen, jegens haer voor deesen gegevene woorden, van met hem te sullen in de partije treeden, nu daerbuijten blijven.

Den prince van AnhaltGa naar voetnoot504 schrijft van Weenen, dat hij van het kaijserlijcke hoff met woorden wel satisfactoirlijck is bejegent, dan, de experiëntie heeft genoeg aengewijsen dat die majesteijt, zedert al het onheijl dat het Duijtse rijck nu twee à drij jaeren herwaerts, in Lottringen als elders, [is] overkomen, daertoe niet anders heeft gedaen als de soodaenige te geven, sonder eenige de minste effecten. Hetselve heeft oock gebleeken uijt de negotiatie van IsolaGa naar voetnoot505 in Den Haghe. Indes worden des heeren Churfursten landen van Cleve en Marck, soo de tijdinge hier daeglijcx inkomen, te vuur ende te swert van de France ende haere adhaerenten gedreijgt.

Hoochgemelte Churfurst, die ick de eere hadde gisterenavent laet nae de maeltijt apart, in bijwesen van d'heere Pelnitz, te spreeken, heeft mij daerover een sensible discours gehouden. Seggende onder andere dat hij hem over de voorgenoemde princen ten hoogsten hadde te beklaegen, ende nu moste sien dat andere in 't rijck sijne vijanden wierden ende hem commineerdenGa naar voetnoot506, doch dat hij in Godes naem geresolvert was en bleef voor de religie en de goede saeck alles te hazarderen ende daerbij op te setten.

Sijn wervingen gaen over nacht ende daegh voort. Hier is binnengekomen het nieuwe regiment van den generael quartiermeester Chieze, altemael uijtgelesen volck, die jegens de Hollantse guardes souden konnen monsteren, alle gekleet in 't roodt. Men wil hier niet één ruijter of soldaet aanneemen, of hij moet voor deesen gedient hebben. Overmorgen sal Sijn C.F.D.t een generael creijgsraedt met sijne officieren houden ende delibereren wat hem met sijne armée te doen staet.

Den generael majoor Spaen schrijft mij van den 2. deeses dat hij met 5.000 man in LijpstadtGa naar voetnoot507 staet en geresolveert is de France met haere adhaerenten, die hem dreijgen, af te wachten. Dan, hetgeen ick duchte is dat des heeren Churfursten trouppen te wenigh sijn om soo veel machten te konnen resisteren, doch de tijt sal het leeren.

Sijn C.D.t heeft mij zedert een maent herwaert twee à drie notable advisen van des bisschops van Munsters desseijnen laeten toecomen ende versocht dat ick die aen den Staet wilde oversenden om Haer Ho. Mo. gedachten daerover te mogen verstaen ende sich daernaer te reguleren. Ick hebbe sulx gedaen, maer bekome geen antwordt ende, soo de correspondentie niet beeter sal werden onderhouden, sal het al mede in tijden en wijlen sijn ongelegenheijt geven.

[pagina 163]
[p. 163]

Hier loopen geruchten dat den koningh van Vranckrijck met sijn ganse macht naer den Rhijn soude wesen gesackt, Wesel ende Rhijnbergh hebben belegert ende den prince van Condé tot Kayserswerth den Rhijn gepasseert omme sich met de Munstersche trouppen te conjungeren. De Cleeffse post is opgehouden, ende kompt de voorseijde tijdinghe uijt de graefschap Ravensbergh.

Van de vloot hebben wij niets naders als 't geene U Wel Ed. bij den sijnen van den 30. may adviseert.

Godt de Heere behoede den Staet te waeter en te landt en neeme U Wel Ed. in sijne heilige protextie. Ick blijve - - -

voetnoot501
ARA, Arch. St.-Gen., inv. nr. 8563, nrs. 272-273, secr. res. St.-Gen, 28-5-1672: daarmee was dus de voorgenomen reis naar de keurvorst van Saksen geannuleerd.
voetnoot502
Niet aangetroffen.
voetnoot503
In de marge staan hier de volgende cijfers: 28, 21, 32, 25, 37, 38, 39, 25, 29, 33. De sleutel van deze in de oorspronkelijke brief voorkomende codering is ongetwijfeld dat de letters van het alfabet vervangen worden door opeenvolgende cijfers, waarbij de ‘a’ op 21 gesteld wordt en de ‘i’ en de ‘j’ dezelfde waarde hebben. Het resultaat van de decodering is dan: Hamerstein.
voetnoot504
Johann Georg II, vorst van Anhalt-Dessau, Brandenburgs ambassadeur in Wenen, gehuwd met Henriëtte Catharina, dochter van stadhouder Frederik Hendrik.
voetnoot505
Franz Paul, Freiherr von Lisola (de l'Isola), keizerlijk diplomaat.
voetnoot506
Dreigden.
voetnoot507
Lippstadt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nederlandse historische bronnen

  • Briefwisseling van Godard Adriaan van Reede van Amerongen en Everard van Weede van Dijkveld (27 maart 1671-28 juli 1672)


auteurs

  • P.H.D. Leupen

  • Murk van der Bijl

  • Herman Quarles van Ufford


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 8 juni 1672