Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandse Letterkunde. Jaargang 18 (2013)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandse Letterkunde. Jaargang 18
Afbeelding van Nederlandse Letterkunde. Jaargang 18Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandse Letterkunde. Jaargang 18

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.81 MB)

Scans (3.49 MB)

ebook (3.24 MB)

XML (0.82 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandse Letterkunde. Jaargang 18

(2013)– [tijdschrift] Nederlandse Letterkunde–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[p. 4]

Anne van Buul (red.), Lopende vuurtjes. Engelse kunst en literatuur in Nederland en België rond 1900. Rythmus. Jaarboek voor de studie van het fin de siècle I. Hilversum, Verloren 2012. €22

De bundel Lopende vuurtjes. Engelse kunst en literatuur in Nederland en België rond 1900 verscheen in 2012 als eerste deel van een nieuwe reeks jaarboeken over de Nederlandse en Belgische cultuur van het fin de siècle. Met dit eerste boek haakt de redactie in op de huidige belangstelling voor internationale culturele connecties en wisselwerkingen. In tweemaal zes artikelen (geordend onder de noemers ‘transfer’ en ‘integratie’, ook al van die actuele toverwoorden) belichten de auteurs de banden die er rond 1900 bestonden tussen kunstenaars in de Lage Landen en Engeland. De keuze voor juist Engeland als ‘broncultuur’ is verrassend. We zijn voor deze periode immers gewend vooral naar Franse en in mindere mate Duitse invloeden te kijken. Toch wordt deze keuze in de inleiding niet erg uitgebreid verantwoord. Evenmin komt daarin de toch aanzienlijke overlap aan de orde tussen Lopende vuurtjes en de in 2009 verschenen bundel Crossing Cultures. Nineteenth Century Anglophone Literature in the Low Countries, onder redactie van Toremans en Verschueren.

In de 12 artikelen van Lopende vuurtjes wordt veel aandacht besteed aan de activiteiten van uiteenlopende cultuurbemiddelaars. Schrijvers, kunstenaars, tijdschriften, geleerden, dilettanten, vertalers en critici brachten Nederlandse en Belgische kunstenaars op allerlei manieren in contact met wat er aan de overkant van het kanaal gaande was. Nederlandse, Belgische en Engelse personen en instanties, die zelf via directe wegen hadden kennisgemaakt met de Engelse cultuur, ontwikkelden zich tot cultuurbemiddelaars. Ze selecteerden, transporteerden en integreerden, hetzij als doorgeefluik en wegbepaler, hetzij als creatief recipiënt. De centrale stelling die in de bundel wordt verdedigd is dat de kennis van de Engelse kunst in literatuur zich in het fin de siècle dankzij hen als een lopend vuurtje kon verspreiden.

Volgens de inleiding verliep deze transfer en integratie op verschillende manieren. Nederlanders en Belgen namen allereerst via de pers kennis van Engelse ontwikkelingen. In Nederlands(talige) kranten en tijdschriften werd geregeld geschreven over Engelse kunst en literatuur; bovendien werden artikelen uit Engelse kranten soms vertaald opgenomen, en hadden sommige lezers zélf abonnementen op Engelse bladen. Daarnaast maakten jonge lezers al vroeg via schoolboeken en schoolbloemlezingen kennis met de Engelse literatuur, en boden de Wereldtentoonstellingen in 1854 (Antwerpen) en 1857 (Brussel) een uitgelezen kans om beeldende kunst, design en architectuur uit Engeland te bekijken. Vanaf

[p. 5]

1855 konden Nederlandse en Belgische kunstliefhebbers bovendien Prerafaëlitische schilderijen zien, eerst in galerieën in Parijs, later ook dichter bij huis. Tegelijk vonden gebruiksvoorwerpen, illustraties, reproducties en stoffen uit Engeland hun weg naar Nederlandse en Belgische huiskamers.

De artikelen in Lopende vuurtjes nemen de lezer mee op een onderhoudende tocht langs culturele hotspots als kunstenaarsverenigingen Les XX en La Libre esthétique, ontmoetingsplaatsen als de Cercle Artistique et Littéraire, en kunstboekhandels als Maison Dietrich in Brussel. Ook horen we over uitgeverijen als De Wereldbibliotheek en J.-E. Buschmann, en over tijdschriften zo divers als De Nieuwe Gids en Revue de l'art chrétien, De Nederlandsche Spectator en La Jeune Belgique. We volgen de omzwervingen van bemiddelaars als Georges Khnopff, auteur en cultureel agent, die een heel parcours aflegt - niet alleen door het Brussel van het fin de siècle, maar ook door meer dan één artikel in deze bundel. Het is via dit soort alomtegenwoordige figuren dat het patroon van transfer en integratie goed zichtbaar wordt.

Stof te over dus, voor de 12 auteurs die zich over deze veelheid van uitwisseling en invloed hebben gebogen. Wie hun artikelen goed bekijkt, ziet echter dat twee thema's de meeste aandacht krijgen. Niet minder dan een derde van de teksten houdt zich bezig met de ontvangst en verwerking van kunst van de Prerafaëlieten (de artikelen van Vandevoorde, Vandebussche, Van Buul, Van den Bossche), en nog eens een derde stelt William Morris en de Arts en Craftsbeweging centraal, met name de impact ervan op de Art Nouveau (Tibbe, Van Impe, De Smet, Van Capelleveen).

Van de overige artikelen valt vooral de tekst van Wessel Krul op. Hij schreef een onderhoudend en verrassend artikel over de leesgewoontes van Johan Huizinga. Krul constateert dat in het fin de siècle Franse literatuur stond voor ‘gedurfd, pikant, origineel, maar ook frivool en onverantwoordelijk, terwijl “Engels” de connotatie meedraagt van ernstig, idealistisch en vertrouwenwekkend’. Krul stelt vervolgens de interessante vraag of Huizinga ‘inderdaad in de Engelse literatuur en cultuur een tegenwicht [heeft] gezien tegen de dingen die hem in de Franse tijdschriften boeiden, maar tegelijk een gevoel van onbehagen gaven.’

Dit soort observaties weegt de Engelse invloed af tegen de impact van andere culturen (in dit geval de Franse) op datzelfde moment. Ik had zo'n bredere visie graag op meer plaatsen in de bundel tegen willen komen. Hoewel de meeste auteurs er uitstekend in slagen hun casus overtuigend te illustreren, is het kennelijk lastig om individuele casussen in een wat bredere, Europese context te plaatsen. Wat daarbij niet helpt, is dat enkele artikelen wat plichtmatige herhalingsoefeningen lijken van inzichten die de auteurs al uitgebreid elders en eerder hebben uitgewerkt (Tibbe, Van Capelleveen). Krul hebben we ook al vaker over Huizinga gehoord, maar hij slaagt er hier uitstekend in om één klein aspect van Huizinga's Werdegang verrassend te her-contextualiseren.

 

Helleke van den Braber

(Radboud Universiteit Nijmegen)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Lopende vuurtjes. Engelse kunst en literatuur in Nederland en BelgiĆ« rond 1900


auteurs

  • Helleke van den Braber