Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 4 (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 4
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.92 MB)

Scans (30.51 MB)

XML (1.01 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 4

(1900)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Z.A. Taalbond.
Prijsuitdeeling te Stellenbosch.

Volgens aankondiging vond de jaarlijksche prijsuitdeeling van den Z.A. Taalbond laatstleden Zaterdag in de fraaie en ruime zaal van de C.J. Vereeniging te Stellenbosch plaats. De voorzitterstoel werd bekleed door den hoogeerw. professor Hofmeyr, en dokter Hoffman trad op als de gelegenheids-redenaar. De verschillende opleidings inrichtingen van Stellenbosch waren goed vertegenwoordigd onder het talrijk gehoor, en te oordeelen naar de belangstelling waarmede geluisterd werd vielen de zaden, die gezaaid werden, in vruchtbare en weltoebereide aarde.

Professor Hofmeyr heette al de aanwezigen hartelijk welkom. Hij deed zulks als kommandant-generaal van de vergadering, en zou zich dus grootendeels bepalen tot het bestieren. Spreker herinnerde er aan, dat hij de plaats bekleedde van den hoogeerw. professor De Vos, die thans in Engeland werkzaam was als lid der volks-deputatie. Met waardeering werd van dat werk gewag gemaakt, en hoewel het voor het tegenwoordige mag schijnen, dat de zaden door de deputatie gezaaid op onvruchtbare aarde vielen, toch had spreker de overtuiging, dat ze op Gods tijd vruchten zullen dragen. Het speet hem dat de secretaris, die van al de geheimen wist, nog niet tegenwoordig was, doch kort daarna werd een telegram van den heer Besselaar, van Hermon Station, ontvangen, meldende dat er een oponthoud op het spoor was, maar dat hij zoo spoedig mogelijk zou komen. De taalbond bestond reeds tien jaar en het boompje groeide voorspoedig. De aanmerking werd soms gemaakt dat de geestdrift van den Afrikaander van zeer korten duur is, hetgeen spreker echter niet geloofde, doch in elk geval verblijdde het hem ook in dit opzicht een merkbaren vooruitgang bij ons volk te zien. In 1896 meldden 504 kandidaten zich aan voor de verschillende examina uitgeschreven door den taalbond; in 1897, 766; in 1898, 1,141; in 1899, 1.381; en in het afgeloopen jaar waren er, niettegenstaande den oorlog en de krijgswet, toch 932 kandidaten. Deze cijfers toonden hoe welig de taalbond aangroeide. Hij herinnerde zich dat bij de oprichting van de kweekschool in de synode door iemand voorspeld was, dat men binnen weinige jaren al de vrienden van die inrichting in één omnibus tegelijk naar Stellenbosch zou kunnen vervoeren. (Gelach, en een fluisterende stem: men zou nu niet eens al de professoren in één omnibus krijgen). Het doel van de taalbond was: de verspreiding van de kennis der volkstaal, en 't aankweeken van een nationaliteitsgevoel. Hij vertelde van twee vergaderingen die hij te Stellenbosch had bijgewoond, waarop al de verrichtingen in het Engelsch werden gevoerd. Daarop vroeg hij hoevelen op die vergaderingen waren die geen Hollandsch verstonden, en men bevond dat er niet één zoodanige was. Nationaliteitsgevoel was van zelf ontstaan, en groeide in de stilte aan, doch die groei moest bevorderd worden door de kennis der vaderlandsche geschiedenis.

Professor Marais sprak ook een kort woord, en zei dat hij tot hiertoe geen lid van den taalbond was geweest. De reden was omdat hij, naar zijn aard, niet medeging met ondernemingen die hij meende dat geen stand zouden houden. Het was hem echter duidelijk geworden dat de taalbond een plaats behoorde te hebben in onze harten, en het verheugde hem dat hij die plaats steeds met meer eer kon innemen. Hij moedigde de jongelui aan om toch meer aandacht aan onze geschiedenis te wijden, en hij hoopte dat het getal kandidaten van de examina in de geschiedenis grootelijks zou toenemen, en dat die geschiedenis al meer en meer beslag zou leggen op het hart van ons volk. Hij had zich voorgenomen lid van den taalbond te worden en hij zou een werkzaam lid zijn. (Luide toejuiching).

Dr. Hoffman gewaagde in den loop zijner toe-

[pagina 126]
[p. 126]

spraak van de geschiedenis van den taalbond, en merkte op dat hij van een bijna zuiver plaatselijke instelling gegroeid was tot een door en door Zuid-Afrikaansche, daar kandidaten zich uit alle deelen van Zuid-Afrika aanmeldden. De taalbond had reeds veel goed gedaan. De kandidaten toesprekende drong spreker bij hen aan meer aandacht te wijden aan Zuid-Afrikaansche geschiedenis, een studie welke heel min in acht genomen werd. Uit de geschiedenis van Zuid-Afrika was er veel te leeren, doch men moest niet alles wat men las voor evangelie waarheid aannemen, maar de feiten zorgvuldig overwegen, in gedachte houdende dat vele van de feiten alleen in de verbeelding van den schrijver bestonden. Geschiedenis wordt thans gemaakt in bloed en ellende, en het toekomstige Zuid-Afrika zou de mannen zegenen die thans voor haar streden. (Toejuiching). De man die de geschiedenis van zijn land niet kent is slechts een halve burger. Van den taalbond gewagende dankte spreker de vrienden die geholpen hadden. De ed. heer J.H. Hofmeyr (toejuiching) had £ 10 gegeven voor prijzen; mevrouw Koopmans de Wet, de koningin onder de Afrikaander vrouwen (toejuiching) verscheidene speciale prijzen, waaronder een fraaie prachtuitgave van ‘Paul Kruger, en de opkomst der Z.A.R.,’ terwijl de heer J.H. Marais L.W.V., zich een milddadig vriend had betoond. (Applaus). Hij vertrouwde dat zij in de naaste toekomst verscheidene Maraisbeurzen zouden in verband met het Victoria College, en dat ze een even groot succes zullen zijn als de Jamison beurzen in verband met 't Z.A. College. (Hoor, hoor!) Ten slotte deed hij een beroep op de aanwezigen om te volharden in de taak die zij ondernomen hadden, nooit verslappende in hunne pogingen om het doel dat zij zich gesteld hadden te bereiken, en zelfs de minst begaafden onder hen konden een naam maken indien zij volhardend werkten. Hij drong bij hen aan hun taal en land lief te hebben, want alleen dan zullen zij met hart en ziel ware Afrikaanders zijn (Toejuiching).

Professor Hofmeyr reikte daarna de certifikaten uit, en legde als slotwoord in den boezem der vergadering de leuze: ‘weest getrouw en volhardt.’

Het volgende muziek-programma werd met veel talent en smaak uitgevoerd: -

Piano duet, mejuffrouwen Van der Merwe en Wege.

Zangstuk, ‘Klein Liedje,’ Frl. Lincke.

Zangstuk, ‘Avondlied,’ mej. Du Toit.

Koor, ‘Zomerlied,’ voor te dragen door de dames Burnard, Van Huyssteen en Marais, en de heeren Stroebel en Neethling.

 

* * *

 

Als bewijs van den innigen drang naar Hollandsch, thans, in den oorlog, onder Kapenaars, geven wij eveneens uit Ons Land, nog de volgende Oproeping aan onze Afrikaander Kinderen van Johs. Smith te Aberdeen K.K.

Wij, de Afrikaander kinders van Aberdeen, hebben een taal vereeniging gesticht met het doel: 1e Om onze taal meer in gebruik te krijgen; 2e om ons goed te leeren Hollandsch te spreken en te schrijven; 3e om warme Afrikaanders te worden, en te strijden voor onze taal en volk. Ik hoop in elk dorp zal men het doen. Er wordt werk uitgegeven aan de leden, n.l.: een opstel, lezing, recitatie, en dan worden er ook een journalist en twee subjournalisten gekozen, en iedereen moet een brief schrijven; dan worden de namen van drie leden afgelezen, ook iedereen een brief te schrijven. Wij hebben deze vereeniging zes weken geleden opgericht, en het is altijd nog goed gegaan. De leden zijn allen werkzaam en deden hun werk goed. Eenigeen die verder instrukties wil hebben kan aan mij schrijven, ik zal hun dit geven. ‘Broeders, ontwaakt, slaapt langer niet meer.’ Indien iemand graag van ons wil weten zal ik onze journalen aan hem sturen. - Ik ben de uwe, Johs. Smith (sec), -c/o J.S.H. Fourie, Aberdeen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken