Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 8 (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 8
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.77 MB)

Scans (11.15 MB)

XML (1.24 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 8

(1904)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 145]
[p. 145]

[November 1904]

Tegenstrijdigs.

Wij hebben in het vorige nummer van dit tijdschrift iets medegedeeld over de voorstellen tot vereenvoudiging van de Nederlandsche schrijftaal, zooals de Z.A. Taalbond ze in de Kaapkolonie en overal in Zuid-Afrika ingevoerd zou willen zien; en verder over den strijd, die daarover aanstonds in Ons Land gevoerd is. Het bleek ons daarbij, dat de tegenstanders van die vereenvoudiging de mannen zijn, die het Afrikaansch als de schrijftaal van het Afrikaander volk aanvaard willen hebben, waarbij het Nederlandsch - maar dan het Nederlandsch zooals zij het kennen en het in Nederland zelf nog meest gebruikt wordt - als vreemde, zij 't verwante, taal beoefend zou dienen te worden, vooral om het Afrikaansch, een taal nog in wording of voor 't minst in hare kindsheid, te voeden, zijn woordenschat te verrijken.

De mannen die zoo pleitten waren Kapenaars. Hun aanhang is nog gering onder hun landgenooten; zij vormen althans slechts een minderheid. Maar als wij goed zien, winnen zij veld. De stukken, in het Afrikaansch geschreven, nemen toe in de Hollandsche bladen. Er zijn medewerkers, die nooit anders dan Afrikaansch gebruiken. Het denkbeeld, dat men die taal wel kan spreken, maar niet mag schrijven, gaat er uit. Men mag dit betreuren of niet, 't is zoo.

In Transvaal is er een weekblad, door Afrikaners opgesteld, dat tegenwoordig vierkant voor het Afrikaansch opkomt, hoewel het in het Hollandsch blijft verschijnen.

In het nummer van dit blad - de Transvaler, te Johannesburg uitgegeven - met de laatste mail hier te lande aangekomen, pleit de redactie weer in een hoofdartikel voor het gebruik van het Afrikaansch Daarbij komt nog een andere kwestie ter sprake, die van belang is.

Het artikel begint met aan te halen wat iemand, die zich

[pagina 146]
[p. 146]

Pastor noemde, onlangs in Ons Land had geschreven. Pastor verblijdde zich, dat de liefde voor de eigen taal onder de Afrikaners opleeft, maar ‘hij had een appel te schillen met de meisjeskostscholen te Stellenbosch, Wellington, Graaff-Reinet, Worcester en elders, waar bijna niets als Engelsch wordt gebruikt. De toekomstige moeders leeren daar 't Engelsch verkiezen boven eigen taal, en later is dit het geval met het opkomend geslacht.’

Zoo vat de Transvaler zijn betoog samen. Woordelijk zegt Pastor o.a.: ‘Nog onlangs had ik eenige armenscholen bezocht waar geen woord Hollandsch gesproken werd en zelfs Bijbel-onderwijs door onderwijzeressen uit Bloemhof (Stellenbosch) en het Hugenoten Seminarie (Wellington) systematisch in 't Engelsch gegeven werd, en dat op boerenplaatsen en kinderen uit den armen werkmansstand.’

De Transvaler erkent, dat de klacht van Pastor juist is, en zegt zelf: ‘De principale van de groote meisjesschool (Huguenot Seminary) te Wellington is altijd een Amerikaansche dame geweest. De Hollandsche kerk van de Kaapkolonie heeft van jaren af een bijzondere voorliefde getoond voor Amerikaansche en Schotsche onderwijzers. Aan het hoofd van de Normaalschool, Kaapstad, een inrichting die van af 1878 onderwijzers onder het volk heeft afgeleverd, staat van begin af een Schot, de heer J.R. Whitton.’

Is het dan wonder - vragen wij in het voorbijgaan - dat men in Transvaal voor den oorlog den verengelschenden invloed van onderwijzers, zoo opgeleid, vreesde en een deugdelijk bewijs verlangde, dat de mannen en vrouwen uit de Kaapkolonie die de Transvaalsche jeugd wilden onderwijzen, vooral op het stuk der taal behoorlijk onderlegd waren?

De Transvaler vervolgt dan: ‘Maar de vraag is, wie moet men aanstellen in de plek van Engelsch sprekende onderwijzeressen der groote scholen? Is Zuid-Afrika in staat zijn eigen opvoedkundigen te leveren? Indien wel, dan is het tijd dat de Kaap Kolonie Afrikaansche dames aanstelt. Indien niet, dan is het eenige plan om dames uit Holland in te voeren als principale. Maar daar willen de Afrikaners in de Kolonie niet van hooren.’

Liever Engelsch dan Hollandsch. Het klinkt wonderlijk, maar het is al lang zoo geweest en, naar 't schijnt, nog zoo. Wat hebben landgenooten van ons daar gedaan om zich zoo weinig aantrekkelijk te maken? Maar voor een groot deel is de taal zeker de reden geweest. Het Engelsch werd meer en meer als de beschaafde omgangstaal verkozen; dus wilde men Engelsche scholen, en Engelschen of althans Engelsch sprekenden aan het hoofd dier scholen. De oorlog heeft wel vele Kapenaars tot andere gedachten gebracht. Maar de ommekeer gaat langzaam. En van Hollandsche vrouwen aan het hoofd der meisjeskostscholen, ‘daar willen de Afrikaners in de kolonie niet van hooren’. Men heeft er zich bij neer te leggen.

Volgens de Transvaler is dat niet zoozeer aan de liefde tot het Engelsch toe te schrijven, als wel aan den weerzin tegen het Hollandsch, het Nederlandsch. ‘De taal van den Hollander,’ zegt het blad, ‘is voor een Afrikaansch kind zeer moeilijk. Op school wordt hij gauw moedeloos van zijn “Dutch grammar”....De talrijke taalregels, en de talrijke uitzonderingen op de regels enz. wekken niet veel liefde voor de Nederlandsche taal. De Afrikaner kinderen vinden 't Engelsch maklijker. Al hebben ze jaren lang grammatikaal Hollandsch geleerd dan is er nog bij hen de vrees dat als ze “Hoog Hollandsch” spreken of schrijven moeten, er te veel fouten zullen voorkomen, en dat deze of gene uit die fouten zal opmerken dat de spreker of schrijver half opgevoed is. Vandaar dat zoovelen liever Engelsch spreken of schrijven. Dit is een feit dat geen ontkenning lijdt.’ Of de taalvereenvoudiging ook hard noodig is!

De Transvaler ziet voor de taal van Nederland geen goede toekomst in Zuid-Afrika, wel voor het Afrikaansch ‘soos ons hom praat.’ Maar voor men dit als schrijftaal algemeen aanneemt, zullen er nog jaren voorbijgaan, verwacht het blad. Inmiddels kan het Afrikaansch zijn woordenschat uit het Hollandsch aanvullen, desnoods ook uit het Engelsch. Trouwens het blad erkent, dat de spreektaal van de Afrikaners ‘tamelijk doorspekt is van Engelsche woorden.’ Het schijnt dat echter jammer te vinden, want het verwijt de volksleeraars, dat zij de Afrikaner kinderen hun moedertaal niet beter leeren waardeeren dan nu op die meisjesscholen geschiedt. Komt daar geen verandering in, dan zal het in Zuid-Afrika gaan als in de Vereenigde Staten en op Ceylon, waar de Hollandsche kolonisten geheel verengelscht zijn.

Ziedaar het artikel van de Transvaler dat voldoening geeft op zich zelf, maar nog eens in het licht stelt hoe machtig in Zuid-Afrika het Engelsch nog is. De taal van den overheerscher, van den verdrukker, van den vijand van de vrijheid en de nationale toekomst der Afrikaanders heeft bij velen niets van haar oude aantrekkingskracht verloren. Wonderlijk! Maar, het mag nooit vergeten worden, ‘de talrijke taalregels, en de talrijke uitzonderingen op de regels enz.’ van het Nederlandsch hebben groote schuld.

Een ander verschijnsel, waarover men zich verbazen zal, is dat er Afrikaanders zijn, die vierkant er voor zijn, het Hollandsch, hun eigen taal zoowel als de taal van Nederland, over boord te gooien en het Engelsch als de taal van den Afrikaander aan te nemen. Malan, de schoonzoon van wijlen generaal Joubert, heeft het in Land en Volk, het Transvaalsche weekblad dat te Pretoria verschijnt, openlijk voorgesteld. In de praktijk heeft menig Afrikaner het alreede gedaan, maar zoo'n stem nu te Pretoria te hooren, doet toch wel vreemd aan.

Van Land en Volk gesproken: kort na den oorlog begon dat blad zoo goed. Het had oprechte Afrikaansche redacteurs en sloeg een flinken toon aan. Maar toen ging het den verkeerden weg op. Het nam als hoofdredacteur een Nederlander, die in Zuid-Afrika zijn land oneer aangedaan heeft; in den oorlog was hij ergens censor voor de Engelschen. Onlangs is hij weer van het blad weggegaan, en wie is hem opgevolgd? Een man, die in den oorlog en daarna, toen de generaals hier waren, uit Nederland de Engelsche pers voorzag van de zotste en brutaalste leugens over de voormannen der Boeren, en hen voortdurend belachelijk trachtte te maken of hun gemeene dingen aanwreef. Die man leidt nu een blad, dat - al wordt het bij het betere deel der Boeren zeker niet hoog geacht - blijkbaar het orgaan is van nog een aanmerkelijk deel der oude Transvaalsche bevolking.

Onlangs beroemde de luitenant-gouverneur van Transoranje er zich op, dat een der Hollandsche predikanten hem geschreven had, dat het onderwijs in het Hollandsch op de staatsschool - drie uur in de week en veelal door Engelsche onderwijzers of onderwijzeressen die van het Hollandsch al bitter weinig kennen - hem voldoende leek. Hoe is 't mogelijk, vraagt gij, dat men dat voor 'slands taal voldoende vindt?

De Vriend, het Bloemfonteinsche blad, klaagde er onlangs in een hoofdartikel over, dat, terwijl er in en om de stad zooveel gegoede Afrikaanders wonen, er in Bloemfontein, de hoofdplaats van het land, geen enkele nationale school is verrezen. Er is geen geld voor te krijgen.

 

* * *

 

Het is beter, dunkt ons, dergelijke veege teekenen van lauwheid en verblindheid, waar het de hoogste belangen van het volk raakt, niet onopgemerkt voorbij te laten gaan. Het is beter iemands fouten onder de oogen te zien, te trachten ze te verklaren. Geen echte waardeering, die de dingen niet wil kennen als zij zijn. Welk volk is zonder gebreken? Het Afrikaansche heeft ze, en verdient achting in veel. Een aanmerkelijk deel der Boeren is in den oorlog droevig te kort geschoten, maar welk onvergetelijk heldendicht zijn de daden van de natie in haar geheel geweest. Er is in sommige kringen een onbegrijpelijk vasthouden aan de Engelsche taal en gebrek aan liefde voor de moedertaal, maar wat is er toch een sterke herleving na den oorlog ten gunste van de Dietsche taal, welke groote offers getroosten er zich, in hun kommervol bestaan, nog duizenden voor.

En is het wel onbegrijpelijk, dat vasthouden van het

[pagina 147]
[p. 147]

Engelsch? Het heele onderwijs is er in de Kaapkolonie sedert tientallen van jaren op ingericht geweest om het Hollandsch te verdringen. In den Vrijstaat werkte het in minder mate evenzoo. Zoozeer was het Engelsch al in het leven der Afrikaanders doorgedrongen, dat goede opmerkers herhaaldelijk gezegd hebben, dat Zuid-Afrika hard op weg was geheel Engelsch te worden en het dat in verloop van tijd ook wel geworden zou zijn, als de politiek van Engeland het Hollandsch niet tot nieuw leven had gewekt.

En van dat nieuwe leven zijn er teekenen te over. Denk aan het nationale onderwijs in Transvaal. Welke vlucht heeft dat reeds genomen! Zie ook in den Vrijstaat de geesten wakker worden. De zending van ds. van Heerden en gen. Kritzinger naar Nederland is een nieuw bewijs, dat men er met den schoolstrijd ernst wil maken. In de Kaapkolonie hebben de Afrikaanders helaas hun oude eensgezindheid verloren, maar als - misschien spoedig - de leiders, die in een eenzijdige verzoeningspolitiek heil gezocht hebben. weer krachtiger het nationale leven in zich laten spreken, dan is de eendracht hersteld en dan zal men zien, hoe ook daar het beste deel der oude bevolking zich van de Engelsche school afkeert.

Reeds heeft de synode van de Gereformeerde Kerk der Kaapkolonie ‘ten ernstigste’ gewaarschuwd ‘tegen de tegenwoordige richting van het gouvernements-onderwijs’ en aangeraden om ‘waar het maar eenigzins mogelijk is, vrije scholen te hebben, waarin onze godsdienst, taal en geschiedenis in waarde gehouden worden.’

De groote Nederd. Geref. Kerk is zoover nog niet, maar op haar laatste synode bleek toch overvloedig, dat de meerderheid die richting zal uitgaan, wanneer de laatste poging tot verzoening, bij de regeering beproefd, mislukt. En zij zal mislukken, daar is geen twijfel aan.

Aan het Victoria College te Stellenbosch heeft men niet geschroomd tot tweemaal toe een Nederlander als hoogleeraar te roepen. En de studenten hebben daar gedaan gekregen, dat de Nederd. Geref. gemeente bij haren kerkeraad aangedrongen heeft op afschaffing van den Engelschen dienst, die er sedert vele jaren in de Hollandsche kerk gehouden wordt.

Nog een goed teeken. In een brief aan de Nieuwe Courant uit Kaapstad lezen wij:

De Paarlsche drukkerij van D.F. du Toit is te koop!...Zoolang Rhodes leefde had de Paarlsche jingo Afrikaander drukkerij een bestaan. Rhodes zaaide met zijn pondjes verdeeldheid in de Afrikaansche gelederen door middel van den beruchten ex-dominee S.J. du Toit, die te Paarl met Di Patriot en Ons Kleintji en te Kaapstad met de Kolonist de Afrikaanderzaak afbreuk deed. Kolonist en Patriot stierven onder de krijgswet - vreemd genoeg ook Ons Kleintji, en thans wordt de drukkerij der firma S.J. en D.F. du Toit ter overneming aangeboden.

Er is dus in de Kaapkolonie geen geld meer te verdienen met Hollandsche kranten die voor de Engelschen werken.

Een ander teeken, dat moed geeft. Malan, de hoofdredacteur van Ons Land en tevens lid van de Wetgevende Vergadering der Kaapkolonie, hield onlangs een redevoering te Kaapstad, waarin hij als het ideaal van de Z.A. partij stelde: een vrij, vereenigd Zuid-Afrika onder de Union Jack. Daar stak uit den Afrikaander hoek een storm tegen op. Is dat uw ideaal? vroeg men. Moet dat het ideaal van den Afrikaander zijn? Te blijven onder die vlag? Men moest het Malan gewonnen geven, dat hij niets anders gedaan had dan als ideaal overnemen wat de Z.A. partij in haar program heeft geschreven. Daarom hebben de Afrikaanders van het oude slag ook zoo'n spijt, dat hun Bond bij die partij is aangesloten.

Ook gaf men Malan toe, dat de Engelsche vlag nu eenmaal over het land woei. De republikeinen hadden zich bij het verdrag van Vereeniging neergelegd, waarom zouden dan de Kapenaars het niet kunnen? Alles goed en wel, maar Zuid-Afrika onder de Engelsche vlag - gesteld dat 't daaronder waarlijk vrij kon zijn - als ideaal te aanvaarden, m.a.w. zich voor goed bij den toestand neer te leggen, aan geen verandering te denken, dat wilde men nooit.

Dat de Stem van Burgersdorp zich onbewimpeld zoo uitsprak, dat ds. Vorster het in Ons Land deed, en nog anderen met hem, dat was reeds een verblijdend teeken. Maar misschien meer nog, dat Malan, de volgeling van J.H. Hofmeyr, de voorzichtige politicus, de stage verdediger van de politiek van verzoening, voor dien aanval van de onverzoenlijken geweken is, dat bewijst, dat hij gevoeld heeft, op zijn standpunt zijn volk niet achter zich te hebben.

Toen in een der laatste nummers van Ons Land een zekere J.H. Swanevelder hem verzocht had ‘zijn bloedbevlekte Union Jack’ thuis te houden, antwoordde Ons Land, na een vrij zwakke poging om het standpunt van Malan nog te verdedigen, ten slotte: ‘Een vlag is maar een doek, en beteekent voor een bevolking dat wat ze er van maakt. Laten wij niet over de vlag strijden, maar trachten een vrij, vereenigd Zuid-Afrika te krijgen.’ Nu, als 't er zoo mee staat, zullen de Stem en ds. Vorster en de anderen er wel niets tegen hebben.

Er is tegenstrijdigs in de berichten uit Zuid-Afrika, maar die van een aan krachten winnend nationaal leven gewagen zijn de meeste.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken