Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 10 (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 10
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.42 MB)

Scans (35.74 MB)

XML (2.07 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 10

(1906)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het Nederlandsch Consulaatwezen.

Geachte Redactie.

 

Onlangs werd mijn aandacht getrokken door de volgende aankondiging in de Staatscourant:

‘De heer R. Halewijck, Consul van België te Yokohama, is tijdelijk belast met de waarneming van het Nederlandsch vice-consulaat te genoemder plaatse.

Aan den heer Halewijck kan in het Nederlandsch worden geschreven’.

Op het laatste Taal- en Letterkundig Congres is ook de zaak van het consulwezen besproken en wel in de Afdeeling V, Nederlandsche Stambelangen. Het verlangen was bij ontstentenis van Belgische consuls de Belgische belangen te doen behartigen door den Nederlandschen consul en omgekeerd. En zie, hier hebben we klaarblijkelijk de practische toepassing.

Misschien is dit onwillekeurig geschied, het is immers nog slechts 2 maanden geleden, dat de zaak uitvoerig besproken werd, maar hoe het ook zij, wij kunnen niet anders dan juichen over deze toenadering van Noord tot Zuid en vooral over het feit, dat we hier te doen hebben met een Vlaming, aan wien in onze moedertaal kan geschreven worden. Dat dit voorbeeld door meerdere goede gevolgd worde en ons consulaatwezen, dat gelukkig in de laatste tijden meerdere belangstelling ontmoet, zal er niet anders dan wel bij varen.

Uw dw. dr.,

P.H. STUURMAN.

Zaandam, 3 November 1906.

 

Rude Indramajoe, Java, Juli 1906.

De Redactie en Bestuur van het Orgaan van het Algemeen Nederlandsch Verbond, Dordrecht.

WelEd. Heeren.

Een ieder, die de wereld zoo'n beetje bekijkt en tevens wat voelt voor ons Hollanderdom, zal het opvallen, dat ons bestaan en aan uw streven twee groote principieele fouten ten grondslag liggen, n.l.: eerstens gebrek aan samenwerking, te zamen houden van al wat Hollander is, te veel trachten zelf alleen vooruit te komen zonder te bedenken, dat in den vreemde thans elke stap vooruit, elk duimpje gewonnen voor een koopman of industrieel een overwinning is, maar, dat hij 't gewonnen plekje niet voor zich zelf maar voor zijn landslui moet trachten open te houden;

tweedens de verschrikkelijke kleinzieligheid, die men overal in den vreemde ontmoet van vele Hollanders en die maar al te wel bewijst, dat wij Hollandsche Hollanders nog veel moeten aanleeren, maar nog veel meer moeten afleeren, willen onze jongelui geschikt zijn voor de internationale samenleving, om te weten waar het begin is van te zamen houden, als bijv. schatten en... waar het einde moet zijn willen wij niet vervallen in het verderfelijke van een ‘clan’ zucht, van een ‘kongsee’, doen en laten der Chineezen.

Als eerste bewijs neem ik de vrijheid u er op te wijzen, dat ons streven 't zij Hollander tehuis in onze kolonies of in den vreemde moet zijn ‘Eendracht maakt macht’. Ons streven moet zijn (niet waar?) als een cricketspel, waar alleen het goede samenspel ter overwinning leidt.

Nu heb ik in het bijzonder het oog op de uitgave van ons Orgaan.

Was vroeger Grein's Hollandia (uitgave Londen) zoo wat het blad van al wat Hollander was in den vreemde, aardig aangenaam geredigeerd, evenals het Duitsche blad das Echo voor den Duitscher was, thans hebben wij uw orgaan en u zult het mij zeker ten goede houden, wanneer ik u eerlijk en rond verklaar, dat wij Hollanders in den vreemde het een muffe uitgave vinden, zonder attractie; werd naar Hollandia gegrepen, ik zie het dagelijks in den vreemde, ons Orgaan blijft meestal in zijn adresband liggen.

Wat meer kauffmannisch ingericht, zou elken Hollander er in vinden waar hij zijn vaderlandsche specifieke zaken als tabak en sigaren enz. enz. zou kunnen krijgen, overgezonden per (Engelsche) postdienst, die billijk en practisch, tevens goedkoop is, dat dan tevens... een beste kostelooze reclame zou zijn voor onze vaderlandsche nijverheid in den vreemde.

Maar nu is men in Indië begonnen een eigen blaadje op te richten ons Volksbestaan.

Ziedaar weer de eerste stap op hetzelfde thema: ver-

[pagina 282]
[p. 282]

snippering van krachten en ik wil het u wederom misschien meer openhartig dan aangenaam zeggen, ook dat blad is muf, zonder eenige aantrekkelijkheid.

Wij zeelui bemerken, waar wij in den vreemde op de leestafels velerlei lectuur aantreffen, het onderscheid dadelijk.

Is het goed dat Ned. Oost-Indië een orgaan op eigen houtje heeft?

Immers neen: 1o. het versnippert; 2o. willen wij in Indië gaarne berichten ook advertentiën uit ons Hollandje, en vinden dat beter en maklijker in één blad vereenigd, dan in twee; 3o. is de uitgave in Indië zeer duur; 4o. hebben wij in Indië, levende Hollanders, te weinig vrijen tijd om iets te kunnen doen om de redactie te steunen, met het inzenden van berichten, schetsjes enz. en wordt ons den lust daartoe nog benomen ook, omdat wij weten, dat ons geschrevene niet gelezen worden zal, omdat gelijk ik boven zeide, niemand het blad opneemt.

De Bintang India bewijst, dat een blad zeer goed in Indië geredigeert kan worden en in Holland uitgegeven. De kosten van beide uitgaven vereenigd, zullen het in staat stellen, dat er meer zal kunnen bereikt worden al was het desnoods, dat u het daar heen leidde, n.l. één blad, zeg maandblad of weekblad met een Hollandsche, een Belgische (Vlaamsche), een Oost-Indische, een Zuid-Afrikaansche, een Noord-Amerikaansche, een West-Indisch gedeelte, met elk gedeelte bijv. een eigen redacteur. Laat ons doel zijn één moederland, één volk, één taal, één blad. En indien onze landgenoot Grein, weder onder de steunpilaren zoude willen toetreden, zou het succes grooter, de financieele uitkomsten beter zijn.

Ik, zeeman, schrijf u dit aan boord onder mijn drukke bezigheden. Wat u met dit epistel doen wilt, laat ik aan u over, maar dit zeg ik u, gelijk thans onze organen verschijnen, stemt dit niet, het trekt niet aan, waar wij in den vreemde totaal niets geen voordeel hebben van ons Hollander zijn; waar andere natie's wel steun hebben in het bekennen van hun land, is het noodig, dat uw orgaan meer aantrekkelijk worde.

Hoogachtend,

Uw dw. dr.,

J.P. KOSTER,

1e stuurman ter Koopvaardij.

 

Als er meer heeren Koster waren, met even groote aantrekkelijke zeemansopenhartigheid, dan zouden zij door telkens op hun beurt een stukje als dit in te zenden, inderdaad afwisseling en gezelligheid in Neerlandia kunnen brengen. Maar hoe aan de lezers dat te laten weten, als zij ons maandblad niet eens opnemen, of, als ze dat al doen, het in zijn adresband laten zitten? Dat gaat lastig. Voor wie Neerlandia zoo duf en saai vinden, dat zij er al van schrikken als zij het zien, zou elke blijde boodschap daar binnen geheim zijn als in een gezegeld boek.

De heer Koster verlangt Hollandia terug.

Wij ook, Hollandia was een frisch en pittig blad; de heeren Simons en Grein, die het uitgaven waren en zijn nog pittige Nederlanders. Maar het trof zoo ongelukkig: Hollandia werd niet gelezen en daarom verdween het!

Wel lazen zij het die het onvingen, maar er waren te weinig die het wilden ontvangen.

Zoo is er altijd wat.

Neerlandia is het maandblad van een vereeniging. Laat de heer Koster dat niet vergeten. De persoonlijkheid van de medewerkers komt daardoor niet zoo tintelend en prikkelend uit als bij een vrije uitgave; zij moeten steeds bedenken, dat zij niet schrijven voor enkele Hollanders, maar voor alle; het terrein waarop zij strijden is gemeenschappelijk, met vermijding van alle partijschap. Neerlandia wil vereenigen en opbouwen Als het strijdlustige medewerkers had, die alles aanpakten en raak behandelden, dan zouden die toejuiching vinden bij de tientallen die het met hen eens zijn, maar de duizendtallen die in het Verbond geen partij, op welk gebied ook, erkennen, van zich vervreemden. Als de heer Koster het vorige nummer uit zijn bandje heeft gehaald, dan zal hij hebben kunnen zien hoe een heele Groep zich zou hebben ontbonden, alleen omdat Neerlandia een proef heeft genomen die verkeerd werd begrepen en kwaad bloed heeft gezet.

Hollandia nu - er mogen andere redenen zijn bijgekomen - is te gronde gegaan ook om het krachtig persoonlijke zijner ondernemers en medewerkers. Dat mag Neerlandia, het Orgaan van het Algemeen Nederlandsch Verbond nooit.

* * *

Kan Neerlandia aantrekkelijker worden voor zijn lezers? Natuurlijk en de redactie doet moeite genoeg om dat te verwezenlijken, maar dat gaat niet zoo gemakkelijk als het lijkt.

Zoolang de leden over de geheele wereld verspreid, niet aan den dringenden oproep voldoen om wat te vertellen, liefst met foto's, van hun leven en streven in den vreemde - blijft dat deel althans van het vraagstuk onopgelost. Het stuk van den heer Besse, waarmee dit nummer opent is een bewijs dat het kan. Toch, als men Neerlandia maar eerst leert kennen, het doel van het Verbond goed beet heeft, dan valt er uit ieder nummer nog wel wat te halen, dat overweging en bespreking waard is. Wat meer ‘Kauffmannisch’ ingericht, zouden meedeelingen omtrent ‘specifieke zaken als tabak en sigaren enz. enz. een kostelijke reclame zijn voor onze vaderlandsche nijverheid in den vreemde?’ Zeker. En de kooplieden in al die artikelen behoeven slechts hun aankondigingen in te zenden, en zij worden met liefde geplaatst, juist als kostelijke reclame. Of ze kosteloos over de geheele wereld zouden worden vervoerd? Evenmin als de lading van een Koopvaardijschip.

* * *

 

Wat het maandblad betreft der Groep Ned. Indië van het A.N.V. - dat is een zaak van de Groep zelf. De heer Koster kan dan ook zeker zijn, dat zijne opmerkingen omtrent Ons Volksbestaan het bestuur dier Groep door Neerlandia zullen bereiken.

Neerlandia zij den heer Koster verder aanbevolen. Hij vergete niet, dat men niet allen evenzeer kan gerieven; dat het al mooi is als er weinigen gevonden worden wien men het naar den zin maakt. En verder ook dat Neerlandia belangrijker zal worden, ook in zijn oog, naarmate het Alg. Ned. Verbond, waarvan hij zulk een gewenscht lid is, zich uitbreidt en aan invloed wint.

Red.

 

Rotterdam, 7 Nov. 1906.

Mijneheeren,

 

Ingesloten aanbeveling ontving ik heden van den heer A.M. Beerens.

Of genoemde heer nu werkelijk van plan geweest is, het streven van het A.N.V. eens belachelijk te maken, of dat de man niet beter weet, is mij natuurlijk onbekend. Doch ik kan niet nalaten het merkwaardige stuk naar U op te zenden, mogelijk zult U het ‘grappig’ genoeg vinden, om het in Neerlandia te vermelden.

Hoogachtend,

UEd. dw. dr.,

F.W.A.J. VAN PESKI.

 

't Ingeslotene is een poenig rondschrijven van genoemden sigarenfabrikant aan de leden van 't A.N. V. te Rotterdam.

Er komen zinnen in voor als:

‘Waar 't vermoeden voor de hand ligt, U beamen zult, dat het streven der firma W.H. Voet & Zonen, in hare gevolgen noodwendig de belangen van het A.N.V. zal pousseeren en populariseeren, daar verklaart ondergeteekende zich bereid om, ingeval afstand van zijne zaak voor U een beletsel zoude zijn, bij eventueele bestellingen per post, 't gewenschte franco ten Uwen huize af te leveren’.

Het heeft de verontwaardiging van velen gewekt en zal zijn averechtsche uitwerking niet missen.

Red.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • P.H. Stuurman

  • J.P. Koster

  • F.W.A.J. van Peski


datums

  • 3 november 1906

  • juli 1906

  • 7 november 1906