Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 10 (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 10
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.42 MB)

Scans (35.74 MB)

XML (2.07 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 10

(1906)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Onze Takken.

Antwerpsche Tak. In bestuurszitting van Donderdag 8 November 1.1. besloot onze Tak bij de heeren Volksvertegenwoordigers aan te dringen, opdat zij alle middelen, die hun ten dienste staan, zouden gebruiken om de behandeling van het wetsontwerp-Coremans aan het hoofd van hun dagorde te plaatsen.

Bij die gelegenheid werd er nogmaals op gedrukt, dat de onderrichtingen, die de E.E.H.H. Bisschoppen van België aan de oversten van de vrije scholen zonden, de stemming van de wet geenszins onnoodig maken en dat de vervlaamsching van het vrij middelbaar onderwijs in Vlaamsch-België een maatschappelijke noodzakelijkheid is geworden.

De leden van ons Verbond zijn niet vergeten, dat op de jaarlijksche vergadering van Groep België, op 8 Maart 1903 te Antwerpen gehouden, door 31 van de 34 stemgerechtigde afgevaardigden van de afdeelingen het stelsel van de ‘Commissie gelast met het onderzoeken van de wenschelijkheid van het inrichten eener Nederlandsche Hoogeschool in Vlaamsch-België’ werd aangenomen.

De Antwerpsche Tak meent, dat de veranderde tijdsbehoeften de dringende noodzakelijkheid hebben doen ontstaan het vraagstuk van de vervlaamsching van de Gentsche Hoogeschool een tweede maal op de dagorde te stellen van een buitengewone algemeene vergadering en een nieuwe stemming uit te brengen over de wijze, waarop de vervlaamsching moet geschieden, en over de verschillende vakken van het Hooger Onderwijs, die moeten vervlaamscht worden.

Die nieuwe stemming zou het uitgangspunt zijn van een vruchtbare propagandawerking, omdat ze de eenheid in den strijd zou bevorderen en de kwestie weer zou warm maken.

Om te voldoen aan den wensch van onze laatste algemeene vergadering zal de studie van den heer Aug. Bossaerts over de ‘Vervlaamsching van het Mijnwezen’ eerlang in druk verschijnen. Na te hebben aangetoond, dat de wijziging door de heeren G. Helleputte, Cl. Cartuyvels, J. Van der Linden, Ch. De Brocqueville, Edw. Coremans en A. Raemdonck voorgesteld, onvoldoende zal blijken, acht hij dat het volgende voorstel de Vlamingen zou kunnen bevredigen:

Artikel in te lasschen in de mijnenwet na art. 21 bis:

De Staatsambtenaars bij het Mijnbestuur, de ambtenaars bij het Middenbestuur, de leden van den Raad der mijnen en de ambtenaars van geconcedeerde mijnen moeten zich schikken naar de bepalingen van de wet van 22 Mei 1878 op het gebruik van de Vlaamsche taal in bestuurszaken.

Om een volledige toepassing van de wet van 1878 mogelijk te maken zal de bevoegde Minister vóór 1 Januari 1911 door middel van omstandige onderrichtingen aan de ambtenaars voorschrijven, hoe ze zich moeten gedragen in de onderscheiden gevallen, die zich kunnen voordoen bij de uitoefening van hun ambt.

Dat opstel zal met de brochure van Dr. M. Rudelsheim ‘Een Vlaamsche Mijnbouwschool’ aan al de Volksvertegenwoordigers gezonden worden.

 

Het streven van onzen Tak om onze bevolking tot een hooger peil van beschaving op te voeren werd, zooals algemeen bekend is, door het Provinciaal en door het Gemeentelijk Bestuur gewaardeerd. Zoo ontvangen wij van het Prov. Bestuur een jaarlijksche toelage van fr. 300; terwijl het Stedelijk Bestuur met de som van fr. 800 ons mild zijn steun blijft verleenen. Doch die vleiende tegemoetkoming, hoe beduidend ook, kon ons niet bevredigen. Het ligt op den weg van kleinere gemeenten van ons bestuurlijk arrondissement, door het aanvaarden van het lidmaatschap van het A.N.V., ons niet alleen geldelijk maar vooral zedelijk te steunen. Aan de belangrijke gemeente Hoboken komt de eer toe, dat het eerst begrepen te hebben. Het Gemeenetebestuur van Hoboken werd inderdaad lid van onzen Tak.

 

De arbeid door onze onder-afdeelingen verricht kan opwegen tegen dien van den Tak. Zoo heeft heeft onze Letterkundige Afdeeling en Leestafel een nieuwe wijze van werken aangenomen. Zij stelt zich ten doel voordrachten in te richten over letterkundige en wetenschappelijke vraagstukken. Na elke voordracht wordt een debat geopend. Ieder zegt vrij zijn meening en oefent zich aldus in het spreken.

Het eerst kwam de heer Frans Van Cuyck aan de spreekbeurt met een welgeslaagde lezing over Gabriele d'Annunzio. Hij handelde achtereenvolgens over den genialen Italiaan als novellist, als romanschrijver, als tooneelschrijver en gaf eenige kenschetsende bizonderheden over het leven van d'Annunzio.

De studie van den heer Frans Van Cuyck munt uit door klaarheid en grondige kennis van het onderwerp. Gedurende twee volle uren hield hij zijn toehoorders aangenaam bezig. Droogte in de kritiek werd hier zorgvuldig vermeden. De spreker oogste dan ook een welverdienden bijval.

 

De boekentombola door deze Afdeeling ingericht heeft een goeden uitslag opgeleverd zoowel op stoffelijk als op zedelijk gebied. Talrijke mooie werken werden onder het publiek verspreid. De overgebleven prijzen zullen grootendeels geschonken worden aan de trouwste bezoekers van de Afdeeling.

Het Bestuur van de Letterkundige Afdeeling acht het een plicht hier aan al de Takken, lees-, tooneel- en studentenkringen, bizondere personen, evenals aan de pers zijn innige erkentelijkheid uit te drukken voor hun gewaardeerde ondersteuning.

 

Onze Afdeeling ‘Liederenavonden voor het Volk’ hield op 24 October een propaganda-

[pagina 305]
[p. 305]

feest in de prachtige zaal van de Kon. Maatschappij van Dierkunde. Onder de kundige leiding van Julius J.B. Schrey voerden meer dan drie honderd zangers en zangeressen niet minder dan achttien liederen uit en leerden ‘Lief Minneken’ aan, het snaaksche wijsje van G.A. Antheunis op woorden van A.H. Hoffmann von Fallersleben. De heeren A. Hertogs, burgemeester, Nic. Cuperus en Steger, gemeenteraadsleden, A.C. Van der Cruyssen, provincie-raadsheer, Ed. De Beukelaar, verschillende leden van den Lierschen en den Mechelschen Tak en veel toondichters vereerden ons met hun tegenwoordigheid. De heer Gouverneur had zich verontschuldigd.

Na afloop van het feesl doorliep het muziekkorps ‘Arbeid Adelt’ van de firma Ed. De Beukelaer & Co. aan het hoofd van de zangers en hun familie de stad en speelde het bekende ‘Smidje’, dat door iedereen gezongen werd.

Het past hier een woord van dank te richten tot het Stadsbestuur, dat ons zijn zedelijken steun wilde verleenen en tot den heer Ed. De Beukelaer, die geen opoffering te zwaar vond om het werk van de Liederenavonden te doen bloeien.

 

Aalst. Op 4 November hield de heer Pol de Mont een voordracht over ‘Albrecht Rodenbach’.

In een beeldrijke, gloedvolle taal beschreef de vroegere studiemaker het leven van zijnen vriend. Hij vertelde hoe de Vlaamsche studentenbeweging ontstond en welk werkzaam aandeel de jeugdige, onvermoeibare strijder er aan nam. Albrecht Rodenbach was tevens een geniaal dichter en het kon niet anders of hij moest de heerlijkste gewrochten voortbrengen. De heer Pol de Mont droeg de beste onder zijn gedichten voor. Van het drama ‘Gudrun’ deed de talentvolle spreker de hoofdtrekken kennen. Jammer maar, dat tooneelstukken als ‘Gudrun’ maar één opvoering in Vlaamsch-België mochten beleven!

De leden van de Letterkundige Afdeeling hadden het voorrecht op 17 November van oprechte kunst te mogen genieten. Mejuffrouw Dr. C.C. van der Graft, leerares aan de Hoogere Burgerschool te Utrecht, sprak over Vondel en zijn treurspel ‘De Maeghden’. Op echt prachtige wijze droeg zij de mooiste brokken uit het treurspel voor.

Beurtelings klonk het stemgeluid der begaafde spreekster manhaftig kloek of vrouwelijk teeder.

Wat mooi, wat sierlijk Nederlandsch! Zoo kan en moet men van Vondel genieten.

Nog lang blijft de indruk van dezen heerlijken avond nawerken.

Iets over de bijrollen in ‘Iwein van Aalst’, was het onderwerp, dat de heer Dr. Isidoor Bauwens op 1 December behandelde. Van dit geschiedkundig werk, dat hij vroeger schreef, maar dat hij thans geheel omwerkte, gaf de spreker de uiteenzetting van het verhaal en deed bizonder de rol van de bijpersonen uitkomen.

Mej. Alice Schouppe stond den voordrachthouder terzijde met de mooiste uittreksels uit het werk voor te lezen.

 

Ter gelegenheid van haar tweejarig bestaan heeft deze Tak een kort en krachtig propoganda-geschrift uitgegeven om de Aalstenaars op te wekken lid te worden van het A.N.V.

Het verslag harer werkzaamheden getuigt van veel ijver en toewijding.

 

Gent. Voor de Gentsche Afdeeling trad 19 Nov. mej. Dr. C.C. van de Graft op met het onderwerp Vondel en zijn treurspel ‘De Maeghden’. Het goede, dat daarvan onder Aalst gezegd werd kunnen we slechts beamen. Een te bejammeren misverstand had hierbij plaats. De leden van den Gentschen Tak verkeerden in de meening, dat het zou zijn een letterkundige behandeling van Vondel's treurspel. Daarvoor komen slechts de getrouwen der veertiendaagsche vergadering van de letterkundige Afdeeling op. En al was onze vergaderzaal te klein voor de opgekomen leden, toch had Dr. Van de Graft veel beter verdiend; want zij vergastte ons op een der keurigste kunstavonden, die we nog mochten genieten. Zij heeft beloofd terug te komen; we zullen haar, onder gunstiger omstandigheden, gaarne dankbaar terugzien.

In de Letterkundige Afdeeling hield Dr. V. Fris een voordracht over het ‘Wonderjaar te Gent’, naar aanleiding van een reeks artikelen onder dien titel verschenen in den ‘Tijdspiegel’, van de hand van wijlen Dr. Daniël Jacobs. Het ‘Wonderjaar’ is het jaar der beeldstormerij 1566. Dr. Fris verklaarde, met groote helderheid, uit de economische en sociale tijdstoestanden, de voorbereiding en het verloop van deze calvinistische beweging te Gent.

 

Oostende. Onze tak heeft zijne werkzaamheden hernomen. Het bestuur werd met algemeene stemmen herkozen en Prof. V.D. Weghe werd verkozen als tweede vertegenwoordiger voor Oostende.

Wekelijks wordt er nu zitting gehouden en worden er zeer belangrijke voorlezingen gedaan of voorvoordrachten gehouden.

Vermelden we de voordrachten van de heeren De Maeker over ‘De strekking van het tooneel’; Van Muilen over ‘Heyermans en zijne werken’. De voorlezingen van Dr. Van Oye ‘Balders dood’, bekroond in den prijskamp voor tooneelletterkunde door de stad Antwerpen met den 2en prijs; van Prof. V.D. Weghe ‘Van het schoone Griekenland’; van den heer Verschelde ‘Botjes bakken’ door Heyermans.

Al deze voordrachten en voorlezingen bekwamen den grootsten bijval en getuigen van de groote werkzaamheid en den ijver, waarmede onze leden bezield zijn. Alles voorspelt, dat dit jaar een zeer vruchtbaar en nuttig jaar zal zijn.

Ook de lessen der Hoogeschooluitbreiding worden druk bijgewoond. Prof. Van Hauwaert uit Gent is begonnen met eene reeks van 4 lessen over Schiller. Na hem zullen optreden Dr. Lefèvre, prof.; Dr. Van Oye, vader en zoon, medici; Prof. V.D. Weghe en Dr. Verdeyen, prof. Er zal dus een zeer groote verscheidenheid zijn in de onderwerpen.

 

Lier. In October hervatte onze Afdeeling hare werkzaamheden. Van vroeger blijft ons nog een woord te zeggen over de door den heer Baele, telegraaf-ontvanger, gehouden voordracht over de X-stralen. Talrijke schoone proefnemingen gedaan met de toestellen van het huis Coock van Brussel, helderden deze zeer belangwekkende voordracht op.

 

Den 18en October las de heer Verschoren, voorzitter, zijne welgeslaagde novelle voor: ‘Maandag vieren’, waarin hij zijn opmerkingstalent eens te meer bevestigd heeft.

Den 21 en November hield de heer De Bosschere, algemeene secretaris der Volksuniversiteit te Antwerpen en leeraar aan de Normaalschool te Lier, eene voordracht met lichtbeelden over Parijs. In eene sierlijke, ongekunstelde taal onderhield de spreker een talrijk en uitgelezen publiek en deed een echt kunsttoertje in de Fransche hoofdstad.

Doornik. De Vlaamsche Kring te Doornik heeft zich bij gelegenheid van haar 15-jarig bestaan aangesloten bij het A.N.V.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken