Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 11 (1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 11
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.72 MB)

Scans (28.72 MB)

XML (1.41 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 11

(1907)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bladvullingen.

De Ruijter's eigenlijk testament.

De Ruijter's eigenlijk testament zijn niet geweest de notariële bepalingen van December 1675, waarbij hij aan zijn zoon Engel, alsof een voorgevoel hem zeide, dat hij zijn laatsten scheepstogt ging aanvaarden, zijne adelbrieven, zijne ridderorde van Saint-Michel, en het met diamanten omzet portret van Lodewijk XIV vermaakte, dat de koning in 1666 hem vereerd had. Het is de brief geweest dien hij in December 1656 uit Texel aan de amsterdamsche heeren van den Raad der Admiraliteit rigtte, toen eene geheime orde van henzelf, waarbij zij hunne vlootvoogden toestonden den Engelschen het onderzoeken der hollandsche koopvaardijschepen te beletten, uit menschevrees of om redenen van Staat op nieuw door hen ingetrokken was. De Ruijter's onvergankelijkste eer is, het moorddadige dier intrekking voor de toekomst der Republiek beseft, en in ‘een zeemansstijl’, gelijk Brandt zegt, de Heeren daarop gewezen te hebben. Zijne taal is die van den idealen nederlandschen zee-officier:

‘Wij zullen op d'eene of andre tijdt een groot affront lijden, tot schande voor onzen Staat, en alzoo zullen wij bij onze koopluiden en onze gemeente voor eerlooze schelmen uitgemaakt worden. Want niemant kan zoo zijn konvoy beschermen. De minste van den Staat van Engelandt zal ons zoeken t'affronteeren, en onze scheepen tot haar contentement visiteeren, en dan op de minste pretentie met onze koopvaardijschepen doorgaan, en ons noch voor Jangats uitlacchen. Dat voor eerlijke dienaars van den Staat zeer droevig is te verdraagen’.

 

Busken Huet: Het Land van Rembrandt,

Deel II 2, blz. 261 en 262.

De Ruijter trouw dienaar van zijne meesters.

Toen de Ruijter nog als schipper voer voor de heeren Lampsens te Vlissingen, kwam hij met zijn koopwaren te Salée en bood daar, onder meer, een stuk Engelsch bruin laken te koop aan, waarin het opperhoofd der stad, of Sant, zooals Gerard Brandt hem noemt, veel zin had. Men kon het echter over den prijs niet eens worden; de Sant verklaarde het stuk laken te willen en te moeten hebben voor een veel lageren prijs dan door de Ruijter gevraagd werd. Maar de Ruijter bleef op zijn stuk staan en zeide, ‘Ik mag het niet geven onder de waarde, om de markt niet te bederven, maar ik mag het desnoods, en om erger te ontgaan, wegschenken’.

De Sant begon toen te dreigen met inbeslagneming van het schip en gevangenneming van de Ruijter, doch deze bleef op zijn stuk staan en zeide, dat als de Sant op zijn schip was, hij niet zoo bout zoude durven spreken Dit antwoord scheen den Sant te behagen; want nadat hij zich verwijderd had, kwam hij na een paar uren terug en deed de Ruijter hetzelfde bod, doch toen deze bij zijne weigering bleef, zeide hij tot de omstanders: ‘Ziet eens hoe trouw en kloek die Christen is voor zijn meesters. Weest gij allen, als het te pas komt, ook zóó voor mij’.

De Ruijter een vijand van kwaadspreken.

In een trekschuit werd in de Ruijter's tegenwoordigheid, de regeering door iemand belasterd, waarop de Ruijter den kwaadspreker beval te zwijgen, zeggende, dat hij, in dienst van het Land zijnde, zulke taal niet kon dulden. Toen de lasteraar doorging en de schipper niet genegen was om hem op bevel van de Ruijter aan wal te zetten, pakte de Admiraal, die veel lichaamskracht bezat, den kwaadspreker dubbelgevouwen op en zette hem buiten boord tegen den walkant, waar hij, met een nat pak, een goed heenkomen moest zoeken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken