Neerlandia. Jaargang 12

Oost-Indië

Een werkzame afdeeling.

De afdeeling Semarang heeft groote plannen en zal deze zonder twijfel ook ten uitvoer brengen. Het bestuur is begonnen met een program, waarin o.m. wordt gezegd:

Het bestuur der Semarangsche afdeeling van het Algemeen Nederlandsch Verbond trachtte reeds sinds lang in nauwere aanraking te komen met de hier in Indië geboren Europeanen. Het Algemeen Nederlandsch Verbond toch heeft zich, onder meer, ten doel gesteld, een hechten band te knoopen tusschen al de onderdeelen van het Nederlandsche volk op de geheele wereld. De in Nederlandsch-Indië wonende Europeanen vormen tezamen zulk een onderdeel van den Nederlandschen Stam en onder hen zijn 't voornamelijk de hier in Indië geboren Nederlanders die, ver van het moederland verwijlderd, wellicht nooit den Nederlandschen grond zullende betreden, te weinig in den geest kunnen samenleven met het volk waartoe zij toch krachtens hunne geboorte behooren. Een volk vormt eerst dàn eene volkséénheid als àllen geestelijk met elkander samenleven, elkander steunen, elkander voorlichten en ontwikkelen. De hier geboren Europeanen zijn in dit opzicht misdeeld. Wonende op een eiland - weliswaar een der schoonste plekken van het geheele aardrijk maar toch feitelijk in een uithoek der wereld, ver van dat deel van het menschdom dat wij Westerlingen het beschaafde deel plegen te noemen - zijn zij afgesloten van zooveel goeds dat anderen voor 't grijpen hebben.

[p. 47]

Buitendien is er voor hen zoo weinig gelegenheid om met elkander van gedachten te wisselen, hunne wenschen en verlangens in 't openbaar kenbaar te maken. De Semarangsche afdeeling van het Nederlandsch Verbond wil daarin verandering brengen. Het bestuur dier afdeeling heeft een commissie benoemd welke trachten zal, het geestelijk leven onder de hier ter stede wonende, in Indië geboren Europeanen te bevorderen en hen wat beter vertrouwd te maken met de denkbeelden van het geheele Nederlandsche volk. Deze commissie nu heeft gemeend, voorloopig 't best werkzaam te kunnen zijn in die richting door

1e:	Avondvoordrachten te doen houden over allerlei onderwerpen en daarbij aan de aanwezigen de gelegenheid te geven, vragen te stellen en onderling van gedachten te wisselen, en
2e:	Kleine geschriften te verspreiden waarin verschillende zaken, welke ieder staatsburger behoort te weten, op eene eenvoudige, voor iedereen begrijpelijke, manier zullen worden medegedeeld en uiteengezet.

De avondvoordrachten zullen voorloopig éénmaal 's maands plaats hebben en de commissie zal alle moeite doen om een geschikt lokaal daarvoor te vinden, dat voor hen die zij op 't oog heeft, gemakkelijk te bereiken is. Den eenen keer zal een of ander merkwaardig verschijnsel in het Europeesche leven onder de aandacht worden gebracht, waarbij dan, zoo mogelijk lichtbeelden zullen worden aangewend om de voordracht te verduidelijken; een andere maal zal een greep gedaan worden uit ons eigen Indisch maatschappelijk leven, om zoodoende eene kleinigheid bij te dragen tot verbetering van zooveel dat in de Indische maatschappij nog lang niet is wat 't wezen moest.

De Kleine Geschriften zullen éénmaal per maand verschijnen en gratis toegezonden worden aan iedereen die daartoe zijn adres opgeeft aan den heer W.F.K. Anemaet, Bodjong. Buitendien zullen zij zoo ruim mogelijk verspreid worden in de drukst bevolkte wijken onzer stad.

De avonavoordrachten en de kleine geschriften vullen elkander aan. Want in de vergaderingen zal men altijd vragen kunnen stellen naar aanleiding van 't geen in de kleine geschriften is medegedeeld. En hoe meer vragen er gedaan worden, hoe liever 't de commissie zal zijn.