Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 13 (1909)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 13
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.38 MB)

Scans (48.46 MB)

XML (2.00 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 13

(1909)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Stamverkeer.
(Adres der Afd. Stamverkeer: Willemstr. 15, Den Haag)

Gezelschapsreis door Vlaanderen.

De in Neerlandia aangekondigde gezelschapsreis door Vlaamsch-België heeft in de 3e week (16-21) Augustus plaats gehad. Een woord van dank aan de Nederlandsche Reisvereeniging, die door hare medewerking en leiding der reis veel bijdroeg tot het welslagen, mag hier niet worden achterwege gelaten. Dat onze Vlaamsche Stamgenooten ook nu weer getoond hebben, gastvrienden in den waren zin des woords te zijn, blijkt uit het hieronder volgende verhaalGa naar voetnoot*) van de ontvangst der leden van het reisgezelschap door de Takken van het A.N.V. in Oostende, Brugge, Gent, Brussel en Antwerpen.

 

In Oostende stond de stads-bibliothecaris, de heer Eugeen Everaerts, met een zijner vrienden aan de statie ons op te wachten, om ons nog wat meer te toonen dan het heel of half wereldsche Oostende, dat men gewoonlijk te zien krijgt. Des avonds ging onze Oostendenaar ook mee naar Brugge, waar men met Vlaamsche hartelijkheid ons wilde toonen dat de oude Vlaamsche kunst weer in de jongeren opleeft.

Na den voortreffelijken maaltijd in het Windsorhotel liet de heer Daled, de bewaarder van het stedelijk museum te Brugge, ons in bijzonder fraaie lichtbeelden zien wat Brugge in de musea en op de straten en pleinen voor schoons bezit. De heer Daled vertelde daarbij van zijn stad en haar kunst in het zoetvloeiend Vlaamsch, dat zoo wondergoed past bij die Middel-Nederlandsche kunst. De voordracht en de lichtbeelden over het oude werden afgewisseld door den voortreffelijken zang van mej. Beckers - eerste prijs van de groote muziekschool - die aan het klavier begeleid werd door den heer Joosis, wiens Vlaamsche toondichtingen zij zong.

Natuurlijk werden er dronken gewisseld in gloedvol Vlaamsch en in Noord-Nederlandsch, hartelijk en welgemeend. 't Was heel laat in den nacht toen we uiteen gingen, maar hierop scheen het stadsbestuur van Brugge gerekend te hebben, want wat anders nooit geschiedt: de gaslantarens in de straten hebben nog na twaalven gebrand!

Den volgenden ochtend waren we echter weer tijdig present, want de heer Daled zou ons nu rondleiden. En al wat wij den vorigen avond bij de vertooning van de lichtbeelden hadden gezien, de schilderijen, de gebouwen en pleinen en al dat wonderlijk mooie van het heel oude stadje, kregen we nu in werkelijkheid voor ons, ook vele dingen die de gewone reiziger nooit te zien krijgt, zooals de oude apotheek in het St. Janshospitaal, waar alles nog is zooals het eeuwen geleden reeds was en waar de nonnen geruischloos voortschrijden om het stille verleden niet te storen.

Van Brugge gingen we naar Gent; daar wachtte de heer Meert, de vol-ijverige secretaris voor Zuid-Nederland van het A.N.V., ons op en met zijn groote kennis van de stad en haar geschiedenis was hij ons een gids, dien wij moeilijk erkentelijk genoeg kunnen zijn. De meesten van ons gezelschap waren voor het eerst in Gent en stonden verbaasd over de kunstschatten welke ook deze oude Vlaamsche stad bezit.

In het stadhuis kwam de gemeente-archivaris ons begroeten en liet ons behalve het prachtige gebouw - gedeelelijk nog in Romaanschen stijl opgetrokken - ook zijn rijke archieven zien en toonde ons tal

[pagina 196]
[p. 196]

van brieven van Keizer Karel, van Willem den Zwijger (geteekend Guille de Nassaue), en van vele andere vorsten en vorstinnen, die over Gent geheerscht of met Gent in betrekking hebben gestaan. Vóór we de stad verlieten, hebben we nog even een bezoek gebracht aan het Gentsche Volkshuis van ‘de Vooruit’, ook een van de instellingen waar Gent trotsch op zijn mag, als een bewijs van de kracht en den practischen zin van zijn arbeidersbevolking.

Op Gent volgde Brussel; daar is vrijwel ieder Hollander ten minste ééns in zijn leven geweest, maar toch, wie Brussel bezoekt onder geleide van den heer L. Delpire van het A.N.V. krijgt de stad toch anders en beter te zien dan wie er met een Baedeker, of welken anderen reisgids dan ook rondloopt. 's Avonds waren we in Brussel aangekomen en ook den volgenden nacht zouden we er logeeren, zoodat we een geheelen dag vóór ons hadden om de stad en haar omgeving te zien. Onze geleider, hoewel verre van jong, was al even onvermoeid als zijn vrienden in Brugge en Gent het waren. Overal trok hij met ons heen en met zijn opgewekten kout wist hij steeds opnieuw onze aandacht op de eene of andere bezienswaardigheid te vestigen.

Voor Antwerpen, dat den laatsten dag aan de beurt was, en waar de heer F. van Laar ons rondleidde, bleef niet voldoende tijd over. Er is daar zooveel te zien uitwendig en inwendig, dat we het inwendige wel wat te vluchtig moesten beschouwen, en we in het museum bijna het zaaltje met de vier Breughels waren voorbij geloopen.

Van het gezicht over de haven vonden we allen dat Rotterdam met zijn prachtigen aanblik over de Maas toch verre boven Antwerpen ging.

Maar de Vlaamsche kunst! Dat is het groote overwicht voor de Zuid-Nederlanders in hun mooien strijd voor hun taal en hun volk. En die oude kunst der Vlamen, welke hun door alle eeuwen heen een eereplaats in de rij der volken heeft bezorgd, leeft vooral in hun woordkunst weder op.

Gezelle, Streuvels, Teirlinck, staan ook zij niet mede vooraan in de wereld-literatuur? en zijn zij het niet die het ideaal op zoo meesterlijke wijze verwezenlijken:

In Vlaanderen Vlaamsch!

 

Aan het reisverhaal worden nog eenige wenken omtrent de voorbereiding van dergelijke gezelschapsreizen toegevoegd. Het volgende jaar zal daarmede zeker rekening worden gehouden. Men vergete echter niet, dat deze gezelschapsreis een proefneming is geweest, en uit dat oogpunt mag zij zeker als geslaagd worden beschouwd.

voetnoot*)
Ontleend aan Het Vaderland.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken