Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 14 (1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 14
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.22 MB)

Scans (37.09 MB)

XML (1.64 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 14

(1910)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De taak der vrouw in den vreemde.

De Nederlandsche Vereeniging te Londen hield tot dit jaar haar feestmaal zonder dames. Was het bleuheid of gegeneerdheid geweest bij enkelen? Of sleur? Dit laatste is het waarschijnlijkst, want in een wereldstad denkt men zich de heeren alle zelfbewust en breed van opvatting. 't Kan dus ook zijn, dat de dames zelf zich schuchter op een afstand hielden.

Maar hoe dan ook, den 16en Februari werd het 37-jarig bestaan gevierd met dames. En niet maar met enkele, met een kleine veertig. Een verovering dus stormenderhand, want, naar 's dichters woord, is Eén vrou duysent mannen te erg.

Als in een niet-intiemen kring als deze, bijeen krachtens hooger bedoelen, een vrouw het woord vraagt, dan luistert ieder. Dat is niet wellevendheid alleen, men weet, nu komt er iets dat de geest zal verruimen. Zij die haar schroom heeft overwonnen en daar nu staat en spreekt, die heeft al lang gevoeld dat er iets ontbrak; een nieuw element zal worden gebracht in overdenking en bespreking. Daar zal ernst wezen en takt en beschaafde taal door zinsbouw en woordkeus. Want slordigheid is verre van haar en voor haar voeten is het gras niet weggemaaid.

Het was mevrouw Baart de la Faille, de vrouw van den Hollandschen predikant te Londen, die aan dit feestmaal der Vereeniging een hoogere beteekenis gaf. Zij herinnerde het woord van een dichter, van Pierre Loti:

 
Il n'y a plus de bonheur pour ceux qui ont deux patries,

en dat was de tekst voor haar voordracht: Over de roeping van de Nederlandsche vrouw in den vreemde.

Heeft geen vaderland, wie dubbel vaderland heeft? Is voor hem geen geluk meer weggelegd? Dichterlijke overdrijving, zei de schrandere en gevoelvolle spreekster, maar toch in de kern waar. In Engeland is er voor ons Hollanders altijd iets, dat heimwee wekt naar 't moederland, waar we als kinderen hebben gespeeld tusschen de pinksterbloemen in de Hollandsche wei; waar zij werken en vergrijzen, bij wie altijd een plaats voor ons open staat; waar onze stille dooden rusten. Gulden ketenen van blijde en

[pagina 48]
[p. 48]

dankbare herinneringen binden ons aan het vaderland. En toch, in een vreemd land hebben wij onze tenten opgeslagen; in een vreemd land is ons gezin, ons werk en, liefste droom eener vrouw, ons eigen te-huis. In dat te-huis is het voor vele, jonge Hollandsche vrouwen vaak zoo eenzaam, de dagen zijn zoo lang. Want tot den avond is de man afwezig, in zijn zaken, en met den avond eerst komt de gezelligheid. Voor haar is dubbel vaderland geen geluk. Het kan het worden, al blijft het verlangen naar overzee bestaan, indien de vrouw zich een werkkring schept en zij buitenshuis meewerkt, voor zoover zij dit kan doen zonder verwaarloozing van huiselijke plichten, aan de ontwikkeling en instandhouding der Hollandsche gemeenschap. De taak der vrouw, door geen man in die mate te verwezenlijken, is bovenal de steun aan hen die lijden, aan jeugd en ouderdom. Daartoe moet er volkomen samenwerking zijn tusschen de Nederlandsche man en vrouw, op elk gebied van openbaar leven. Die volledige samenwerking moge een ongrijpbaar ideaal schijnen: heerlijkheid van ideaal schrikke nooit af.

 

In dien trant sprak mevrouw De la Faille. Zij sprak voor het recht der vrouw om overal, maar vooral in den vreemde, den man als gelijkwaardige ter zijde te staan, zij het met andere gaven en talenten. En het werk dat zij op het oog had, was vooral de dienende liefde, leniging van zorg bij minder bedeelden, een terrein waarop de vrouw onbetwist de meerdere is van den man.

Geen wonder dat hare welsprekende woorden zeldzamen weerklank vonden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken