Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 14 (1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 14
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.22 MB)

Scans (37.09 MB)

XML (1.64 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 14

(1910)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De Hollandsche kerk te Roubaix.

Den meesten lezers van Neerlandia zal wel bekend zijn: dat het ‘Noorden’ van Frankrijk ‘krioelt’ van de Vlamingen - om niet te zeggen: overwegend Vlaamsch is. Maar minder bekend, zoo niet totaal ònbekend zal hun wezen: dat daar te midden van die tienduizenden taal- en stamgenooten ook ergens nog een Hollandsche kerk wordt gevonden. Toch is dat het geval. En niet alleen een kerkgebouw; maar ook een kerkelijke gemeente, wier officieele naam luidt: ‘Hollandsch-Vlaamsch protest. kerk’; en die is gevestigd te Roobais (Roubaix) een der grootste nijverheidssteden dààr in het noorden. Laat mij u in 't kort mogen schrijven hoe vóór omstreeks 'n vijftigtal jaren, die gemeente er ontstond, en tot heden zich wist staande te houden. Immers, al ware het alleen maar als bijdrage tot de geschiedenis van ‘onzen’ taalstrijd en van ‘onze’ taaiheid in den vreemde...

Een halve eeuw geleden dan begon zich te Roubaix de textiel-industrie met kracht te ontwikkelen. Spinnerijen, weverijen, ververijen rezen als paddestoelen uit den grond; als een mastbosch van schoorsteenen verhief zich ten hemel; aan nijvere handen was grootelijks gebrek. En tengevolge van eene ‘crisis’ moesten, tezelfder tijd ongeveer, zoo in Holland as België tal van katoenfabrieken stop gezet worden.

Hier voor velen dus geen werk en geen brood;

[pagina 149]
[p. 149]
dáár arbeid in overvloed, ruimschoots betaald. Voor wie derhalve een beetje ‘durf’ bezaten was de keuze

illustratie
Holl. kerk te Roubaix.


niet moeilijk. En zoo togen voor en na meer dan 'n veertig familiën uit Holland (ik spreek alleen van protestantsche gezinnen) naar hun ‘dorado’ Roubaix, om daar gekomen ook een zeker aantal Vlaamsche geloofsgenooten aan te treffen, voor wie reeds af en toe godsdienstoefening werd gehouden in de Nederlandsche taal.

Deze had aanvankelijk plaats binnen de gastvrije muren der Fransche kerk; en onder leiding o.a. van den bekenden Ds. Van Schelven, destijds pred. te Gent. Het meerendeel dier Vlamingen toch kwam van Gent en waren leden van zijne gemeente. Terwijl verreweg de meerderheid der Hollandsche werklui, van verschillende gezindte, afkomstig was uit Haarlem. En van hier uit nu schijnt de eigenlijke stoot gegeven te zijn tot wat men noemt: ‘Gemeentevorming’. Het daartoe benoodigde geld kwam, altans voor een aanzienlijk deel, eveneens uit Noord-Nederland. In de eerste notulen toch van den kerkeraad worden slag op slag met eere vermeld de namen van Ds. C. Hoog en Mr. Van Kempen, beiden destijds resp. predikant en commissaris van politie te Haarlem. Terwijl meermalen, en wel in verband met de voorgenomen stichting eener Nederlandsche School er ook in voorkomt de naam van Dr. A.W. Bronsveld, tháns predikant te Utrecht. Dat voor dit doel reeds een aardig kapitaaltje werd bijeengebracht, was vooral aan zijn ijverige pogingen te danken. Dat het echter nooit tot uitvoering van dit voornemen kwam, lag vóórzeker niet aan hem... Intusschen was de Holl. VI. prot. gemeente te Roubaix reeds tot stand gekomen. Zij telde weldra ver over de 200 leden; maakte deel uit van de tegenwoordige Belgische Zendingskerk en had in Ds. W. Haksteen haren eersten, volijverigen leeraar gekregen. Als bewijs, hoe er groei en bloei school in deze Hollandsche planting op vreemden bodem kan dienen, dat er niet alleen geregeld des Zondags tweemaal ‘kerk’ werd gehouden voor 'n talrijk gehoor; maar ook Zondagschool en zangschool, spaarkas en 'n bibliotheek. Alleen - 'n eigen kerkgebouwtje ontbrak nog. De Fransche gemeente was een nieuwen ‘Temple’ rijk geworden... de Hollandsche bleef vergaderen in de ‘oude kerk’. Zóó oud inderdaad, dat men bijwijlen tijdens den dienst z'n regenscherm moest opsteken om tegen den doorzijpelenden regen beschut te zijn. Edoch, ook hieraan zou heerlijk een eind komen. Een rijke Engelsche fabrikant te R. schonk den Hollanders een gift van fr. 12000 plus een fraai orgel voor hun nieuw te bouwen kerk - en Nederland offerde eveneens ruim 6000 gulden plus (wat later) een prachtig avondmaalsgerief. En op den len November Ao Do 1873 werd met groote plechtigheid de Hollandsche kerk te Roubaix aan zijn bestemming gewijd; evenals de kansel, die een bizonder geschenk uitmaakte van wijlen Koning Willem III.

 

* * *

 

Tot zoover wat betreft de wordingsgeschiedenis van deze ècht ‘Nederlandsche’ stichting in het buitenland. Over hare verdere lo geva len, de jaren door, in 't bizonder uit te weiden, daarvoor is het hier niet de plaats. Licht en schaduw, voorspoed en tegenspoed, strijd en zegepraal vormen hier schering en inslag. Te strijden had zij vóórtdurend, tergen allerlei invloed en macht. Maar zij is blijven leven en Hollandsch gebleven. Voor een deel door 't hardnekkig volhardingsvermogen onzer mannenbroeders, die zelfs in herderlooze tijden de kerkdeuren open en het kuddeke bijeen wisten te houden. Voor een ander deel ook door de liefde en den steun, die men voortdurend van uit Nederland der gemeente heeft bewezen. Steun, die in cijfers omgezet gedurende deze bijkans 50 jaren in de tienduizenden loopt.

Maar laat mij nu ten slotte nog kortelijk meedeelen hoe de toestand op het oogenblik is. Natuurlijk niet meer, gelijk in den beginne. Toch valt er met name sedert de laatste vier jaren weer vooruitgang te speuren - in menig opzicht. De kinderen

illustratie
De Holl. kerk te Roubaix inwendig.


niet meegerekend, telt de gemeente reeds weer ruim 90 leden, zoo Noord- als Zuid Nederlanders.
[pagina 150]
[p. 150]

De ‘Hollandsche’ godsdienstoefeningen, iederen Zondag, worden geregeld door 'n 50 à 60 volwassen hoorders bezocht. De Zondagschool en catechesaties, weer sinds een paar jaar geopend, nemen gestadig in bloei toe. In het naburige Rijssel, waar eveneens gemeenteleden wonen, werd, mede te hunnen behoeve, een ‘filiaalpost’ gesticht. Zooveel gelegenheid en middelen dit toelaten, wordt er doorloopend goede Vlaamsche en Hollandsche lectuur uitgedeeld. En intusschen werden 'n enkele maal reeds pogingen aangewend om Vlamingen, die in Roubaix bij duizenden wonen (doch worden vergeten) tot een ‘gezellig samenzijn’ uit te lokken. Vooral in laatstgenoemd opzicht ware heel veel goeds in het belang van taal en van stam uit te richten.

Geruimen tijd reeds wordt er in ons midden gepeinsd over de inrichting van een soort ‘Vlaamsch-Volkshuis’ als brandpunt van taal- en stambelangen en als beschavings centrum voor zoovele duizenden stamgenooten, die in zoovèle opzichten een helpende hand noodig hebben en zouden waardeeren.

Maar in eigen kring ontbreken daartoe de middelen totaal. De eigen kring, die immers maar voor een klein gedeelte in eigen nooden en behoeften kan voorzien. Behoeften, die er nà invoering der bekende ‘scheidingswetten’ voorwaar niet op zijn verminderd...

Edoch - wie weet!? Immers, waar het geldt, de heilige belangen van taal en van stam, daar deinst het A.N.V. met zijn dapper bestuur niet heel makkelijk terug. Te minder wanneer 't er op aankomt: ‘het ijzer te smeden als het heet is’. En het Vlaamsche (taal) ijzer begint heet te worden! In Vlaanderen zelf zóó heet, dat men er nu duchtig op raak wil gaan slaan... In Noord-Frankrijk zóó heet ook blijkbaar, dat ‘men’ er hard begint om te zien naar een ‘koelbak’... En ook hier dus hoog tijd om flink aan den ‘blaasbalg’ te trekken.

Welnu, daartoe zou ook een handje kunnen helpen de kring, op wiens leven en streven, juist in verband met deze verschijnselen, hierboven even de aandacht werd gevestigd. Hoe? D. w.z. behalve door middel van datgene, wat uitteraard hier die Holl. Gem. reeds verrichtte en nog doet: ja, dat is een zaak waar zeker wel in de allereerste plaats het A.N.V. raad in weet en advies in wil verstrekken.

Mousseron.

F.G. BEEKMAN.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken