Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 14 (1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 14
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.22 MB)

Scans (37.09 MB)

XML (1.64 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 14

(1910)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Polis-Nederlandsch.

In het Augustus-nr. stond een stukje Polis-Nederlandsch, gevolg van al weer een klacht van een lid over het bargoensch, voorkomende op sommige polissen. Die stukken gaan inderdaad voor een deel het bevattingsvermogen van een gewoon mensch te boven. Om een toegezonden lijst van vreemde woorden niet zonder meer af te drukken, heeft de Redactie toen een proeve van vertaling daarvan gegeven, die moest worden beschouwd enkel als een aanleiding tot opmerkingen. Haar bedoeling is geslaagd; vooral van twee zijden, van de heeren Hymans van Venendaal en Mr. A. Lind, kwamen zeer gewaardeerde bijdragen in, die thans om herhalingen te vermijden, worden verwerkt, niet tot kritiek of verweer, maar tot eene korte bespreking.

In een Rotterdamsche brandpolis, gedrukt bij M. Wijt & Zonen, 10816, eene die gereedelijk als voorbeeld kan dienen, is het streven om begrijpelijk Hollandsch te leveren hier en daar onmiskenbaar. Toch zouden de, uit vroegere leggers overgenomen, stadhuiswoorden voor een groot deel daaruit nog kunnen worden geweerd, zonder in het minst de bedoeling te kort te doen. Terloops kan daarbij worden gewezen op woorden als qualiteit, inspecteeren, geassureerde, attestatie, taxeeren, taxatie, origineele, usantie enz., die weliswaar burgerrecht

[pagina 230]
[p. 230]

hebben verkregen, maar die in Hollandsche klanken als hoedanigheid, schouwen, verzekerde, verklaring, schatters, schatten, oorspronkelijke, gebruik, enz. ook nog goed worden begrepen. Het A.N.V. strijdt niet voor de uitroeiing dier vreemde woorden, het wil geen overdrijving, maar als eenmaal een goedgezinde Vereeniging van Verzekeraars eene tekstverandering vaststelt, dan zal zij zonder eenig bezwaar ook voor begrippen als de bedoelde, een eigen woord kunnen kiezen.

Noodeloos en niet voor ieder begrijpelijk is ongetwijfeld ‘in cas van’ voor ‘in geval van’; ‘autoriseeren’ voor ‘machtigen’; ‘approbeerende’ voor ‘aanvaardende of goedkeurende’; ‘renuntieerende’ voor ‘afstand doende of verwerpende’, al naar de verschillende beteekenissen waarin het wordt gebruikt; het Nederlandsch is hier nauwkeuriger.

Voor den gewonen lezer bepaald onbegrijpelijk zijn restorno, abandonnement, sustenu en geprejudicieerd. De beide eerste zijn rechtstermen. Het in de ‘proeve’ voor abandonnement voorgestelde ‘prijsgeving’ wordt gewraakt, als zijnde het vreemde woord het begrip voor ‘een bepaald, door den Wetgever omschreven en gedoopt rechtstinstituut, te vinden in het Wetboek van Koophandel II boek, titel XI, 5e afdeeling’. Daartegen is niets te zeggen. Behalve misschien, naar aanleiding van dit woord, dat de Nederlandsche wetgever niet altijd gewoekerd heeft met onzen taalschat en menige uitdrukking in onze wetten, die, verhollandscht, zoude kunnen doordringen tot het bewustzijn van belanghebbenden, nu als een mirakel voorbijzweeft. Zoo kan men gerust aannemen dat weinig verzekerden klaar begrip hebben van wat hun boven het hoofd hangt, als in hun geval geen restorno of abandonnement zal kunnen plaats hebben, evenmin als het tot hen zal doordringen als de verzekeraars tegen hen zeggen: ‘wij zullen in dit of dat geval in de door ons te voeren sustenuen niet worden geprejudiceerd’.

Weinigen zullen er zijn die gelooven dat bij goede wil die sustenu en prejudice met aankleve, niet kunnen worden vermeden. Van letterlijke vertaling der woorden moet noch hier, noch elders sprake zijn; de begrippen zijn het die zuiver moeten worden vertolkt. Sustenu wordt niet eens in alle Fransche woordenboeken gevonden; het Handboek van Vreemde Woorden enz. van Baale, vermeldt het niet eens. Hoe wil men dan dat de gemiddelde Nederlander, zelfs hij die door ambt of zoo het dagelijks moet gebruiken, de kracht van het woord gevoelt? Waren het technische termen, zooals restorno of abandonnement, dan is het wat anders. Maar dat zijn noch sustenu, noch prejudicieeren. Beide kunnen vertaald worden of omschreven, tot recht begrip van ieder en tot eer van onze taal.

Berucht is geworden de ontboezeming: ‘Alles onder verband en submissie van onze personen en goederen, presente en toekomende, renuntieerende als lieden van eer, van alle cavillatiën, en exceptiën, die deze zouden contrarieeren’. Dit belachelijke stukje Hollandsch, zegt Mr. Lind, ‘stamt uit de 18e eeuw en is uit behoudzucht steeds in de polissen gebleven’. Bij de overzetting evenwel in Nederlandsch, blijkt het dat er verschil van meening kan bestaan. Zoo omtrent renuntieeren. Onze taal biedt daarvoor twee uitdrukkingen: afstand doen en verwerpen; het eerste beduidt dat men van een recht, waarop men aanspraak laat gelden, niet langer gebruik zal maken; het tweede dat men van dat recht afziet, uit afkeer, gevoel van eigenwaarde of iets dergelijks. Om die reden is verwerpen hier te verkiezen boven afstand doen. Cavillatiën zijn spitsvondigheden, muggezifterijen; haarkloverij staat daar dichter bij dan ‘tegenkantingen’, zooals ook wordt voorgesteld. Exceptie is een technisch woord; als gepleit wordt op bijzaken, maar die ten slotte over den eisch beslissen dan spreekt men van exceptie. Als de dagvaarding niet in orde is b.v., of de rechter is niet bevoegd, dan heeft dat met de zaak zelf eigenlijk niet te maken; het is een exceptie. Kan hier echter niet uitvlucht gebruikt worden? Uitzondering zooals in de proeve werd aangegeven, benadert het begrip, maar is toch niet volkomen juist.

Men zou dan krijgen: ‘Alles onder verband en onderwerping van onze personen en goederen, tegenwoordige en toekomende, verwerpende als lieden van eer alle spitsvondigheden (of tegenkantingen) en uitvluchten die deze zouden tegenwerken’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken