Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 15 (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 15
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.07 MB)

Scans (40.49 MB)

ebook (6.63 MB)

XML (1.80 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 15

(1911)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Nederlandsche ondernemingsgeest.

Langzamerhand begint 't bewustzijn door te dringen bij de massa, dat Nederland in ondernemingsgeest toch niet zoo ten achter is, als vrij algemeen werd geloofd.

Voor een niet gering deel danken wij dit oplevend zelfvertrouwen aan de vele schrijvers, die in Nederland zijn opgestaan om die verslappende geestkracht, doodende meening, met klem van bewijzen te bestrijden.

Zoo maken wij thans met groote ingenomenheid gewag van 't artikel van den heer A.J. Bruyn, hoofd eener school te Amsterdam, in de Vragen van den Dag, van wien wij in Dec. 1905 eveneens een zeer belangrijk opstel opnamen. In zijn Vragen van den Dag artikel toont de schrijver aan dat Nederland sedert 1870 zich met steeds groeiende kracht ontwikkelt.

Onze plaatsruimte gedoogt tot onze spijt niet, het artikel eenigszins uitvoerig aan te halen. Moge 't weinige dat wij er uit geven, een aansporing zijn om het in zijn geheel te lezen.

Na zijn inleiding zet de schrijver uiteen hoe Nederland zijn ouden roem van zeevarend volk opnieuw nastreeft. Hij geeft de geschiedenis en beteekenis der verschillende stoomvaartlijnen: Holland-Amerikalijn; Koninklijke Westindische Mail, nog pas uitgebreid door overname van zes booten van de Neptune-lijn; de Koninklijke Hollandsche Lloyd, die dank zij de Nederlandsche Handelmaatschappij de taak

[pagina 5]
[p. 5]


illustratie
Dit kaartje van Nova Zembla is uit het journaal der tweede ontdekkingsreis, van 1595. In zee ziet men de zeven schepen, waaruit deze expeditie bestond: twee uit Amsterdam, twee uit Enkhuizen, twee uit Zeeland en één uit Rotterdam. Vier en vijftig man van het scheepsvolk, gaan bij de ‘Traenbay’ aan land op verkenning uit. Ten zuiden van de Straat Nassau ziet men de Hollanders in onderhandeling met Samojeden. De cijfers in de ‘Traenbay’ en het Fretum (Straat) Nassow duiden de gedane loodingen aan, in vademen; de ankers toonen de verschillende plaatsen, waar men geankerd heeft.




illustratie
De eerste tochten naar Oost-Indië.
Bovenstaande afbeelding is een weergave van de titelprent voor het journaal (voorkomende in ‘Begin en de voortgang van de Oost-Indische Compagnie’) van de eerste reis naar Oost-Indië, onder leiding van Cornelis de Houtman in 1595 ondernomen, en stelt voor het uitzeilen der vier schepen, uitgezonden door de Amsterdamsche ‘Compagnie van verre’. De schepen Mauritius en Hollandia waren ongeveer 200 last groot, Amstelredam 100, en het Duyfken (een ‘pinasken’) slechts 15 last. De bemanning telde 249 koppen. Houtman was ‘commies’ op de Mauritius.
(Uit den Platenatlas. Uitgave S.L. van Looy, Amsterdam.)


[pagina 6]
[p. 6]

der Zuid-Amerikalijn heeft overgenomen; de Stoomvaartmaatschappij Nederland; de Rotterdamsche Lloyd; de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (pl. m. 70 schepen); de Java-China-Japanlijn, die ondanks de moeilijkste omstandigheden den strijd heeft volgehouden en pas bij de Nederlandsche Scheepsbouwmaatschappij een nieuw schip heeft besteld van 8000 ton; de Java-Bengalen-Lijn (ingesteld door Mij. Nederland en Rotterdamsche Lloyd); de vloot der Nieuwe Afrikaansene Handelsvennootschap, die op de Congokolonie vaart; de Koninklijke Nederlandsche Stoombootmaatschappij, die vooral Oost-, Middellandsche en Zwarte zee bevaart; de Hollandsche Stoombootmaatschappij (Amsterdam - Engeland); de Maatschappij Zeeland en tal van andere.

De uitvoer van boter, kaas, vee, vleesch, paarden, schapen, varkens getuigen van den bloeienden staat van zuivelbereiding en veeteelt. Onze boter heeft door verbeterde bereiding en scherp toezicht het oude vertrouwen herwonnen en bedingt in het buitenland hooge prijzen.

Belangrijk is de vooruitgang van den handel in tuinbouwproducten en bloembollen. In 1908 ruim 15 millioen K.G. bloembollen ter waarde van 12 millioen gulden. Boskoop en Aalsmeer zenden bloemen, heesters en boomen bij millioenen naar alle landen van Europa en naar Amerika. Onze handel in koloniale producten is aanzienlijk: een uitvoer van 1½ millioen balen rijst; 1 millioen balen koffie, ook Braziliaansche; ¼ millioen pakken tabak; honderd duizend kisten Java-thee, enz.; Nederland maakte op de Londensche rubbertentoonstelling een uitnemend figuur.

Onze visscherij, onze handel in geraffineerde suiker, kunstboter, aardappelmeel, cacao, kaarsen enz. enz. verkeeren in bloeienden staat. Niet minder welvarend zijn onze textielnijverheid, scheepsbouw, machine- en brandkasten-industrie. Zij verhoogen den klank van den Nederlandschen naam in den vreemde.

Met schitterende cijfers bewijst de schrijver dezen vooruitgang en vertelt dan: ‘Een bekende Nederlandsche rijwielfabriek levert per jaar ongeveer 8000 rijwielen, meest naar het buitenland, o.a. aan Engelsche firma's, wier merken beroemd zijn. De kans is niet buitengesloten, dat het Nederlandsch fabrikaat na een retourtje over de Noordzee in handen komt van zoo'n bewondenaar van buitenlandsch goed.’

En dan: ‘Ik was onlangs in een fabriek, waar sigaretten en hulzen voor sigaretten gemaakt worden. Egyptische, Russische en Engelsche merken werden op de hulzen gedrukt, om toch maar vooral de Nederlandsche consumenten in den waan te brengen, dat ze geen Amsterdamsche, maar echte geïmporteerde Egyptische of Russische sigaretten rooken.’

Vervolgens verhaalt de heer Bruyn van den arbeid onzer ingenieurs en aannemers over heel de wereld.

De stad La Plata dankt haar aanzijn aan den ingenieur Waldorp. De havenwerken van Buenos Aires zijn gemaakt door Nederlandsche aannemers, dezelfde die ook de oorlogshaven Belgrano (bij Buenos Aires) maakten en de haven van Santa Fé aan de Parawa.

Ook de havenwerken van Rosario zijn door een Nederlandsche firma uitgevoerd. Verder is door Nederlanders aangenomen de bouw van een spoorweg in Argentinië, lang 550 K.M. (= Weltevreden over Poerwakarta naar Djogja). Beroemd zijn de Nederlandsche havenontwerpen voor Valparaiso. Ook in andere Zuid-Amerikaansche staten hebben Nederlandsche ingenieurs en aannemers gewerkt of zijn daar nog werkzaam.

De bekende opvijzeling van de stad Galveston (aan de Golf van Mexico) werd uitgevoerd door Nederlanders. In de staat Alabama verrijst de stad Juliana in een mijndistrict, bestuurd door Nederlanders en aan een spoorweg gebouwd door Nederlandsche ingenieurs en aannemers. In het belang der stad Tientsin is bij Takoe een ondiepte opgeruimd door Nederlandsche waterbouwkundigen. De verbetering der haven van Shanghai geschiedt onder Nederlandsche leiding door een combinatie van Nederlandsche aannemers. Aan het hoofd van het Irrigatie-departement in Siam stond jaren lang een Nederlandsch-Indisch ingenieur; in Perzië insgelijks. Nederlandsche baggerwerktuigen gaan naar Shanghai, Siberië, Bangkok, Suez, Hanoi, Dakar, Zuid-Amerika, Keulen, Bremen, Venetië, Genua, Kopenhagen, St. Petersburg, Cadix, Bilbao. Aan het hoofd der Torpedofabriek en Werf voor onderzeesche booten te Fiume staat een Nederlandsch zee-officier.

De Duitsche Telefunken Gesellschaft droeg het inrichten van stations in Engelsch-Indië op aan een Nederlander. De directeur-generaal van de maatschappij, die te Rome de uitsluitende concessie heeft voor de levering van kracht en licht door gas en electriciteit is een Nederlander. De Internationale Sleepdienst (moeilijke, gevaarvolle tochten!) wordt uitgeoefend door Nederlanders (b.v. een drijvend dok brengen van Engeland om Kaap Hoorn naar Callao in Peru; een ontredderde viermaster van Rio de Janeiro naar Hamburg). En dan de ‘Koninklijke’!

En Müller & Co's Algemeene Mijnbouwmaatschappij, die mijnen bezit in Zweden, Spanje en Algiers. Een andere Nederlandsche Maatschappij exploiteert koper en ijzermijnen in Algiers en weer een andere zal kopermijnen in Patagonië ontginnen. De bekende Groninger firma Scholten heeft aardappelmeelfabrieken opgericht in Pruisen, Rusland en Galicië.

Twentsche en Achterhoeksche nijveren hebben katoenfabrieken gebouwd over de Duitsche grenzen. Bensdorp & Co. hebben cacaofabrieken te Kleef en te Weenen. De Rotterdamsche margarineboterfabrikant Van den Bergh heeft ook een fabriek te Kleef, één in Denemarken en één in Zweden. De Delftsche Gist- en Spiritusfabriek heeft dergelijke bedrijven in Luik en in Brugge en de Delftsche Slaoliefabriek heeft er ook een te Bordeaux.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken