Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 15 (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 15
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.07 MB)

Scans (40.49 MB)

ebook (6.63 MB)

XML (1.80 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 15

(1911)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 73]
[p. 73]

Na dertien jaar.

Openingsrede van den Voorzitter op de Alg. Verg. van Groep Nederland.

Het A.N.V. heeft onlangs zijn koperen feest niet eens herdacht, laat staan gevierd. In zijn bezadigde bezigheid heeft het geen behoefte met de bruid te dansen. Toch mag het bij de opening van de 12e Algemeene Vergadering tot U, die zoo in zijn lot deelt, wel zeggen dat het niet zonder voldoening op zijn vervlogen jaren terugziet. Het Nederlandsche leven buiten Nederland en zijne koloniën scheen op het eind der 19e eeuw doodsch, behoudens enkele lichtende plekken, vooral Londen, maar ook Berlijn. Van Amerika wist men hier niets. Thans stroomen uit alle oorden der wereld naar ons kantoor geregeld de bewijzen van weldadig geloof in de kracht en de toekomst van onzen stam, en van groote bereidvaardigheid tot samenwerking, waar het onze gemeenschappelijke belangen in den vreemde geldt. En dat alles uit zich niet enkel in plaatselijke feesten op nationale dagen, waarvan men trouwens ver van het vaderland de strekking en den invloed niet moet onderschatten, het uit zich ook in plaatselijke vereenigingen van Nederlanders en in betrouwbare inlichtingen en onbaatzuchtigen steun ten behoeve van land- en stamgenooten. Er wordt soms beweerd door hen die aan hun niet lid zijn van het Verbond een schoonschijnenden glimp willen geven: het A.N.V. is niet praktisch. Wat stellen die zich dan voor? Dat wij zelf zaken gingen doen? Of ons in de praktische politiek begeven zooals de Dante-vereeniging en het All-Deutsch Verband? Misschien wordt bedoeld het oprichten en steunen op groote schaal van Nederlandsche scholen in het Buitenland zooals de Alliance Française de Fransche doet? Als dit de bedoeling is, dan staat niets hun toetreding in den weg; het Verbond doet dat reeds naar zijn beste vermogen. Het zou ook op dit terrein graag oneindig meer doen, maar het geld zit het in den weg, het geld van anderen namelijk. Wij moeten veel meer leden hebben; daar schuilt alsnog het kwaad, vooral leden in Nederland zelf. Want niet genoeg kan het Hoofdbestuur waardeeren dat onze Groep met de meeste offervaardigheid al haar baten afstaat aan de algemeene kas, schoon zij zelf toch zeer goed die bijdrage tot eigen behoefte zou kunnen besteden. Groep Nederland geeft het schoone voorbeeld van onbaatzuchtige medewerking in den bond der groepen, die den geheelen Nederlandschen stam omvat. Het is mij, als Voorzitter dier Groep, een behoefte daarvoor aan Uwe Afdeelingen, dames en heeren afgevaardigden, de groote waardeering te brengen van het Hoofdbestuur. Gij verheugt U met ons dat voornamelijk door Uwe medewerking, het Verbond doet wat het kan doen, wat het nooit zou kunnen nalaten zonder zichzelf te dooden. Vandaar ook dat de Algemeene Vergadering van onze Groep een welkome aanleiding geeft om het een en ander in het midden te brengen over het Verbond in zijn geheel.

In dit verband vermeld ik het heuchelijke feit dat met eenparige stemmen door onze volksvertegenwoordiging de post van f 10.000. - is toegestaan voor Nederlandsche scholen in het Buitenland. De gedachte zelfs aan de mogelijkheid van een dergelijk besluit kwam dertien jaren geleden niet op. Landgenooten buiten onze grenzen waren steeds als lucht geweest waar men door heen keek; hun Nederlanderschap was als een gunst, die hun bij de begrijpelijkste nalatigheid werd onthouden. Dat alles is veranderd; de wet op het Nederlanderschap is in gunstigen zin gewijzigd en, terwijl onder een vorig Ministerie in beginsel werd aanvaard de wenschelijkheid van steun aan Nederlandsch onderwijs in den vreemde door een bijdrage voor Smyrna, hebben wij, vertegenwoordigende het A.N.V., thans het voorrecht onzen huidigen Minister van Buitenlandsche Zaken, Jhr. Mr. R. de Marees van Swinderen, te huldigen als een der weinigen die in zijn waardigheid getoond hebben te begrijpen, wat een kracht voor Nederland tot nu toe is verwaarloosd geworden. Het A.N.V.

[pagina 74]
[p. 74]

mag openlijk zeggen dat het tot de gunstige verandering in de openbare meening te dezen opzichte ruimschoots heeft bijgedragen.

In het afgeloopen jaar heeft het Verbond den hoogsten prijs en een Eere-diploma behaald voor zijn aandeel in het Paviljoen Groot-Nederland op de Brusselsche Tentoonstelling. Maar niet de paarden die den haver hebben verdiend, hebben dien gekregen; niet de ijverige werkers van ons Paviljoen zijn bekroond geworden, maar ons Hoofdbestuur. Dit laat echter met groote bescheidenheid den mantel der eere afglijden op hunne schouders. De heeren Delpire en Kesler uit Brussel, Cox uit Antwerpen en Meert uit Gent, onze heeren Van Everdingen, Van Son en Rompel verdienen voor al hun belanglooze toewijding alsnog van deze vergadering den hartelijken dank. De kaart door den heer De Boer ontworpen en geteekend, is verdienstelijke pioniersarbeid, kostbaar eigendom thans van het Verbond. Verblijdend is dat onlangs het tijdschrift der Maatschappij van Nijverheid, toch wel bij uitstek de praktijk nastrevend, als een der grootste beteekenissen van de Brusselsche Tentoonstelling voor ons volk, den indruk heeft genoemd, door het A.N.V. op duizenden gemaakt, wier oogen het heeft geopend voor de uitgebreidheid van ons taalgebied en voor de beteekenis ook thans nog van den Nederlandschen stam. Daarbij kan ik wijzen op de zeer belangrijke uitgaaf der firma Sythoff, Nederland in den aanvang der 20e Eeuw, dat in ons land een zeer ruime verspreiding verdient, vooral niet in noemenswaarde schoolboekerijen mag ontbreken, maar ook ver over onze grenzen in haar Fransche vertaling een getrouw beeld zal geven, niet van Marker visschers of vaarten met molens, maar van wat Holland thans is, niet kwijnend, maar dapper zich werend, op gebied van handel en nijverheid, van scheepsbouw, van visscherij, van koloniën, van wetenschap en kunst. Tot dit boek heeft als U bekend is, ons Verbond den stoot gegeven.

Zooeven zei ik: wij kunnen toch geen zaken gaan doen voor eigen rekening! Natuurlijk niet. Maar wij bereiken toch langzamerhand iets wat van den beginne af ons voor oogen heeft gestaan: het Verbond wordt meer en meer een vraagbaak voor den handel. Aanhoudend komen verzoeken in om gebruik te mogen maken van onze adressenlijst van Nederlanders over de geheele wereld, en herhaaldelijk zijn onze vertegenwoordigers behulpzaam geweest bij het geven van inlichtingen en het aanknoopen van handelsbetrekkingen. Ook door bijzondere personen wordt voor een verblijf in den vreemde het Verbond geraadpleegd, over de zeden en gewoonten, de levensvoorwaarden, den gezondheidstoestand aldaar, waarvoor alweer onze vertegenwoordigers de gegevens verstrekken of reeds de gegevens op ons kantoor berusten. En indien ons gebleken is dat de Nederlandsche nijverheid op de wereldmarkt zich meten kan met de buitenlandsche, blijven wij nooit in gebreke daarop de aandacht te vestigen.

Reken weer derden jaar terug, toen er bijna geen wisselwerking was tusschen Nederlanders binnen en buiten onze grenzen. En nu? Er is bijna geen plekje op de aarde of ons Verbond kent het Nederlandsche leven dat daar wordt geleid en is op zijn beurt daar gekend. Zoozeer zelfs, dat landgenooten die jarenlang spoorloos verdwenen waren, naar wie het zoeken was als naar een speld in een voer hooi, door middel van ons Neerlandia zijn teruggevonden. En sprekend is het feit dat eerlang een Zelfstandige Afdeeling zal worden gevormd in Australië.

Van Vlaanderen en Zuid-Afrika spreek ik U niet. De strijdleuzen die daar weerklinken, vernemen wij hier slechts bij gerucht: Vervlaamsching van de Gentsche Hoogeschool en voor of tegen de wet-Hertzog. Daar gaan de golven hoog, bij ons is er slechts kabbeling op het taal-oppervlak; onze dagorde zal daarvan getuigen. Maar ook het kleine heeft zijn groote beteekenis en daarom kan ook deze Alg. Verg. haar verstrekkende gevolgen hebben.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken