Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 16 (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 16
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 16Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.95 MB)

Scans (36.97 MB)

XML (1.88 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 16

(1912)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

In 't Zicht.

In 't Zicht der Derde Vredesconferentie, het boek door Jhr. Mr. Dr. B. de Jong van Beek en Donk met zooveel belangelooze toewijding aan het Nederlandsche ontwikkelde publiek aangeboden, heeft reeds een gevolg gehad zooals er meer mogen komen, altijd door in ons land de aandacht en de belangstelling wekkende voor de na een of meer jaren in Den Haag te verwachten Derde Vredesconferentie. Er zijn er, wellicht die zich afvragen, wat die Conferentie met het A.N.V. te maken heeft, waar dit zich eigenlijk mee bemoeide toen het zijn zeer bescheiden deel in het verschijnen van dat boek heeft aangebracht. Die vraag kan slechts op misverstand berusten. Of is het voor de beoordeeling der plaats van ons land in de rij der volkeren onverschillig, dat dit een vereenigingspunt is geworden van groote geestelijke heerbanen? Dat in ons land, juist om zijn ongereptheid in staatkundig opzicht, om zijn bewonderd verleden en zijn geestelijke beteekenis in het heden, door vertegenwoordigers van alle beschaafde volken gemeenschappelijk gearbeid wordt aan stelselmatige verbetering in de internationale rechtsverhoudingen in oorlog en vrede? En dat daarbij de Nederlandsche vertegenwoordigers een hun land en volk eerende taak vervullen?

Indien dat alles den beschaafden Nederlander niet onverschillig mag zijn, dan is het de taak van het A.N.V. dezen daarop met nadruk te wijzen. Zeker, de arbeid die op de Conferenties plaats heeft, verblijve aan de geleerde kenners van internationaal recht. Maar zij werken ten aanzien, niet als Vondel zei: van gansch Euroop, maar van de gansche wereld. 't Is in den wijdsten kring ons aller belang, dat door hen wordt behandeld.

Het gevolg dan van ‘In 't Zicht’ is het artikel van Prof. Mr. J. de Louter in de Gids van Februari, getiteld De Toekomst van het Volkenrecht. Gevolg is misschien minder juist; juister zal zijn dat de verschijning van dit artikel door die van ‘In 't Zicht’ is verhaast geworden. Het feit dat in het boek van Mr. De Jong het bekende welsprekende pleidooi van Prof. Van Vollenhoven een groote plaats inneemt, en moest innemen, zonder dat evenwel daardoor het evenwicht der onpartijdigheid werd verstoord, heeft een betoog van andere strekking uitgelokt bij Prof. De Louter, die in de hoffelijkste waardeering van tegengestelde meening, met even groote liefde voor recht en menschelijkheid, zich oneens verklaart, op gronden der praktijk, met de poging om in Internationale Politie de oplossing te vinden van het uiterst teere vraagstuk der verplichte uitvoering van het Arbitragevonnis.

Hij acht daarentegen de verwachtingen gewettigd dat de belangen der onzijdige mogendheden voortdurend zullen toenemen in omvang engewicht, en eerlang zullen nopen tot gemeenschappelijk verzet tegen die gevolgen van den oorlog, die haar rechtstreeks of zijdelings benadeelen.

[pagina 51]
[p. 51]


illustratie

In een met veel smaak uitgevoerd boekje deelt de Nederlandsche Kamer van Koophandel te Londen het een en ander mede over de in April van dit jaar in Olympia te Londen te houden Holiandsche Tentoonstelling.

Aan deze beschrijving is het volgende ontleend:

 

‘Het voornaamste gedeelte waarop het oog van iederen bezoeker zal rusten, onmiddellijk bij zijn binnentreden door een der vier hoofdingangen, wordt ingenomen door een bloembollenveld, dat zich midden op het Tentoonstellingsterrein uitstrekt tegen den achterwand. Op dien achterwand wordt de voortzetting van dat bollenveld met kanalen, waterplassen, weiden en woningen geschilderd, zoodat aan het oog zich voordoet alsof het dorp gelegen is in een uitgestrekt Hollandsen landschap.

Om dit bollenveld groepeeren zich de tuinen en huisjes, die meer specifiek voor het tentoonstellen van voortbrengselen van Nederlandschen landbouw en nijverheid zijn bestemd.

Links bevinden zich de terreinen voor een Zuid-Hollandsche en een Friesche boerderij, die te zamen tot een hoeve vereenigd, met goedgunstige toestemming van Hare Majesteit Koningin Wilhelmina, den naam “Juliana Hoeve” zullen dragen ter eere van Haar Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana, wier geboortedag met den sluitingsdag onzer Tentoonstelling

[pagina 52]
[p. 52]

samenvalt. De inrichting der hoeve is in handen genomen door de Commissie voor de permanente deelname van Nederland aan de Grocerstentoonstellingen in Engeland.

In de Zuid-Hollandsche boerderij zal gedurende den tijd van de Tentoonstelling het boter- en kaas-maken aanschouwelijk worden voorgesteld, zoowel als het schouwen van Nederlandsche eieren. De voortbrengselen der Nederlandsche zuivelnijverheid zullen op de hoeve zelf te koop worden aangeboden.

Op den voorgrond bij den ingang bevinden zich de winkels waarin belanghebbenden zullen kunnen tentoonstellen. Deze zijn zoo gebouwd, dat tusschen hen in de Dorpsstraat ligt met leiboomen langs de huizen, die zoo karakteristiek het voorkomen weergeven van een Hollandsche Dorpsstraat.

In hun midden bevindt zich het stadhuis (weergave van het stadhuis te Woerden). Daarin zal de handelsinlichtingendienst worden gehuisvest, die vooral diensten zal verrichten in het aantrekkelijk voorstellen van hetgeen de vreemdeling in Nederland kan zien en bewonderen.

Daaraan sluit zich onmiddellijk aan de dokterswoning, die met behulp van de Maatschappij van Nijverheid en de Haagsche Academie van Beeldende Kunsten inwendig een aanschouwelijk beeld zal trachten te geven van wat Nederland aan natuurschoon en bezienswaardig bezit.

In den rechterhoek, nabij het blijvend restaurant, zal zich de Dorpsherberg bevinden, die - al moge zij niet inwendig verschaffen datgene waarop de bezoeker van een herberg gewoonlijk het meest gesteld is - toch een beeld zal geven van een Nederlandsche likeurstokerij en van het beste wat die kan leveren ten verbruik en ter export.’

 

Het boekje is verlucht door een aantal penteekeningen van den heer W.L. Bruckman, die de ontwerpen voor het Hollandsch dorp heeft gemaakt. Een tweetal dezer teekeningen, ons welwillend afgestaan door de Londensche K. v. K., zijn hier opgenomen.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken