Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 16 (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 16
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 16Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.95 MB)

Scans (36.97 MB)

XML (1.88 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 16

(1912)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Oost-Indië

Nederland's koloniale vooruitgang.

In The Financial Times van 7 Juni wordt melding gemaakt van een belangrijk rapport over Nederland's handel en scheepvaart gedurende 1910 en 1911, samengesteld door Graaf C.H. Bentinck, verbonden aan de Britsche legatie in Den Haag.

In dat rapport wordt gezegd, dat de scheepvaartmaatschappijen in het laatste jaar groote winsten hebben gemaakt, als een gevolg waarvan groote bedrijvigheid in den scheepsbouw heerschte, zoodat de binnenlandsche werven niet aan de aanvragen konden voldoen en de aanmaak van verscheidene schepen aan Britsche werven moest worden opgedragen. De twee voornaamste havens, die van Amsterdam en Rotterdam worden uitgebreid; de laatste die de belangrijkste voor de scheepvaart is, heeft vooral den doorvoerhandel voor Duitschland, terwijl Amsterdam's handel in hoofdzaak door de producten uit de Nederlandsche Koloniën bloeit. Die laatste handel is in de latere jaren zeer belangrijk toegenomen, zoodat Amsterdam een wereldmarkt van den eersten rang voor koloniale waren is geworden. De handel in copra nam sterk toe en ook de rubber-omzet vermeerderdeGa naar voetnoot1).

In het algemeen maakten de ondernemingen in Oost-Indië, waarin Europeesch kapitaal betrokken is, in 1911 zeer goede zaken; de rietsuiker-prijzen waren hoog, door de schaarsche oogst aan bietsuiker in Europa; in koffie werden ook goede zaken gemaakt; en hoewel de rietsuiker, die vroeger meer naar Nederland ging om geraffineerd te worden, thans vooral naar het verre oosten en naar Amerika wordt uitgevoerdGa naar voetnoot2), gaven de zoo even genoemde hooge prijzen toch aanzienlijke inkomsten aan een zeker deel van Neêrland's ingezetenen, wat weder van gunstigen invloed was op de algemeene welvaart.

Een van de belangrijkste deelen van het rapport is dat, hetwelk over de thee-industrie op Java handelt. Aangetoond wordt dat aan de steeds toenemende vraag naar goede, gewone, zwarte thee door Britsch-Indië en Ceylon niet meer voldaan kan worden, en dat Java nu langzamerhand in die behoefte gaat voorzien. Uit kort geleden gekend gemaakte statistieken blijkt dat de uitvoer van Java-thee, die in 1890 nog slechts 3.800.000 kilo's bedreeg, in 1910 tot 18.500.000 en in 1911 tot 22.000.000 kilo's steeg. Londen en Amsterdam zijn de voornaamste markten voor die thee, terwijl de uitvoer naar Australië thans evenzeer stijgende is.

In Oost-Sumatra, waar de landbouw-ondernemingen, ook met behulp van Britsch kapitaal aanzienlijk worden uitgebreid, neemt de welvaart toe.

Als een schaduwzijde wordt vermeld, dat de loonen, tengevolge van de uitbreiding der ondernemingen, gaandeweg hooger wordenGa naar voetnoot3).

Van Suriname wordt gezegd, dat de vooruitzichten daar minder hoopvol zijn, evenzeer als dit met de Britsch West-Indische koloniën, het geval is; de minder goede uitkomsten met de bananen-cultuur en in het algemeen de weinige bloei der landbouw-

[pagina 179]
[p. 179]

ondernemingen worden aangestiptGa naar voetnoot1). De kolonie kost nog altijd geld aan het moederland.

Op de bananen- en de cacao-cultuur wordt nog altijd de meeste hoop gevestigd, maar voor het gebrek aan werkkrachten is tot nu toe geen afdoende oplossing gevonden.

‘De Nederl. Oost-Indische koloniën nemen snel toe in voorspoed en belangrijkheid en schijnen voorbestemd een zeer voorname rol in de vervulling aan de behoeften aan tropische producten, in de toekomst te zullen vervullen.’

 

Aldus eindigt het overzicht in The Financial Times dat, naar het ons voorkomt, op zeer juiste gegevens uit het rapport van de Britsche legatie in Den Haag is samengesteld.

voetnoot1)
Hier had nog vermeld kunnen worden dat Amsterdam de wereldmarkt voor de tabak is.
voetnoot2)
Superieure suiker wordt ook veel naar Britsch-Indiƫ uitgevoerd.
voetnoot3)
Dit is geheel uit het oogpunt van een handelsman geredeneerd; voor de bevolking is die toeneming der loonen natuurlijk een oogenblikkelijk voordeel; hoewel die toch vooral ten goede komt aan de ingevoerde werkkrachten, Chineezen en Javanen buiten hun eigen land.
Red
voetnoot1)
De ziekte in de cacao-aanplantingen had hierbij kunnen genoemd worden.
Red.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken