Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 18 (1914)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 18
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 18Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 18

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.82 MB)

Scans (32.17 MB)

XML (1.52 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 18

(1914)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vlaanderen

De bestuurlijke scheiding.

Het is een teer punt het vraagstuk van de bestuurlijke scheiding van België. Toen den 9en Maart 1910 de sinds overleden Minister van Staat Dupont in vollen Senaat uitriep: ‘Vive la séparation administrative!’ werd daar van wege een gezaghebbenden Waalschen landgenoot een daad gepleegd, die niet onopgemerkt mocht worden voorbijgegaan en die, naar alle waarschijnlijkheid, nooit van een even gezaghebbenden vertegenwoordiger van Vlaanderen in een der beide Statenkamers had kunnen verwacht worden. Daarbij kwam dat Dupont niet alleen stond met zijn daad. Hij had volgelingen of hij kreeg er.

Dat alles bewees duidelijk dat er een zeker aantal Walen voor een bestuurlijke splitsing van België te vinden waren. En de reden daarvan was dat, volgens hen, de toestand voor de Walen in ons land onhoudbaar begon te worden, ten gevolge van den vooruitgang der Vlaamsche Beweging.

Iemand die de toestanden kent en objectief beoordeelt, zal daarbij eens hartelijk gelachen hebben en integendeel de vraag hebben gesteld hoe het komt dat de Vlamingen, die in hun eigen land nog steeds als stiefkinderen worden behandeld, niet veeleer den

[pagina 9]
[p. 9]

kreet van: ‘Leve de bestuurlijke scheiding!’ sedert lang hebben geslaakt.

Dat alles kan hier in het midden blijven. Maar een zaak staat vast: n.l. dat de Vlamingen, die redenen te over tot klagen hebben, zich tot nog toe noon zoo een uiting hebben laten ontvallen. Zij hebben integendeel meermalen, ondanks de scheuringsplannen van zekere Walen, openlijk gezegd en geschreven, dat zij de bestuurlijke scheiding met vroegen, al vreesden zij haar niet.

Wat is nu eigenlijk die bestuurlijke scheiding? Welke voor- of nadeelen zou zij voor Belgie kunnen hebben? En zou zij den Vlamingen baat bijbrengen? Dat waren de vragen die als van zelf oprezen. Ze te beantwoorden is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar het was wel eens belangwekkend om een wetenschappelijke, geschiedkundige uiteenzetting van het vraagstuk te hooren. En daartoe had de Antwerpsche Tak van het A.N.V. op zijn laatste algemeene vergadering van 23 November den bekenden Vlaamschgezinde, Mr. Alfons van Roy, van Gent, uitgenoodigd. De heer van Roy kweet zich van zijn opdracht op een uitstekende wijze. Zijn uiteenzetting was duidelijk en logisch, en zonder partij voor of tegen te kiezen, leverde hij een helder geschiedkundig overzicht van de zaak, dat op een nieuwe vergadering het voorwerp van een bespreking zal uitmaken, en dat belangwekkend genoeg is om het ook aan een wijderen kring te doen kennen.

Uitgaande van het begrip vaderlandsliefde, die van imperialistischen aard kan zijn, doch daarnaast zich ook kan uitstrekken tot het land, het volk, de taal en de overleveringen van dat land en volk, stelde hij dadelijk vast dat er in België een problematische liefde bestaat voor het groote vaderland België en daarnaast ook liefde voor het kleinere Wallonië of Vlaanderen; dat het niet mogelijk is het grootere vaderland te beminnen, wanneer men het kleinere niet lief heeft en dat die wederzijdsche liefde de Waalsche en de Vlaamsche Beweging heeft voortgebracht. De Walen van hun kant hebben voorrechten te behouden; de Vlamingen grieven te herstellen. Doch al blijft de grondslag dezelfde, de uiting is verschillend.

Is die dubbele strijd nu rechtvaardig? En het antwoord luidt bevestigend, waar het de Vlaamsche Beweging geldt.

En de Waalsche Beweging dan? Een Waal kan onrechtvaardig zijn ten opzichte van de Vlamingen; maar het Waalsche volk is niet onrechtvaardig, wanneer het zijn tot heden verkregen voorrechten wil behouden, en wanneer het dat op een eerlijke wijze doet.

Dat de Vlaamsche Beweging vroeger dan de Waalsche ontstaan is, bewijst voor de kracht, voor de weerbaarheid van het Vlaamsche volk; dat dit tot een botsing met de Walen aanleiding moest geven sprak van zelf. De Walen nu steunen op de Franskiljons in Vlaanderen, terwijl dezen wederkeerig op de Walen rekenen. Maar de bewuste Walen staan dichter bij de Vlaamschgezinden dan de Franskiljons. Destrée is b.v.b. meer een principieele vijand, omdat hij stambewustzijn bezit, dan Anseele die dat niet heeft, al zal deze wel voor een Vlaamsche wet stemmen. Advokaat Jennissen van Luik begrijpt den Vlaamschen strijd, en daarom verkeert hij in hetzelfde geval als Destrée.

De Walen hebben nu in een zeer eenvoudige formule uitdrukking gegeven aan hun verlangens, toen Dupont in den Senaat zijn: ‘Vive la séparation administrative!’ liet hooren. Maar op een standpunt van zuiver stambewustzijn weten zij zich nog niet te plaatsen. Tot nog toe zijn hun argumenten alleen van stambewusten, van anticlericalen aard, zij willen het Walenland onttrekken aan wat zij het clericalisme noemen. Maar men kan niet zeggen dat over het algemeen de Waalsche Beweging een Franschgezinde strekking heeft. Want als zij ‘Amitiés françaises’ stichten, dan hebben wij een ‘Algemeen Nederlandsch Verbond’, zoodat wij elkander niets te verwijten hebben.

Wie zijn onder de Walen de voorstanders van de bestuurlijke scheiding?

10. Advocaat Jennissen, wiens argumenten de volgende zijn: de Vlamingen zijn Germanophilen; de Vlamingen geven een katholieke meerderheid aan het land, wat niet met de Waalsche gedachte strookt; de Vlamingen overvleugelen Wallonië in zedelijk opzicht; de Walen betalen meer belastingen dan de Vlamingen, maar het meeste geld dat uit de Staatskas komt wordt aan Vlaanderen besteed. Men heeft den toestand gezond willen maken door tweetaligheid. Dat is mislukt. De eenheid van het land, die men door het Fransch heeft willen tot stand brengen, is eveneens mislukt; dat bekent Jennissen.

20. Na de wetgevende verkiezingen van 2 Juni 1912, toen de liberalen en socialisten gehoopt hadgen de regeering te kunnen omkrijgen, wat echter niet gebeurde, dagen nieuwe voorstanders van de bestuurlijke scheiding onder de Walen op. De volksvertegenwoordiger Buisset stelt in den Provincieraad van Henegouwen een wensch tot bestuurlijke scheiding voor, die wordt aangenomen. Hetzelfde gebeurt in den Provincieraad van Luik. Maar in de Provincieraden van Namen en Luxemburg komt die wensch er niet door. En hierbij dient te worden aangestipt, dat de Raden van de twee laatstgenoemde provincies in meerderheid katholiek, die van de eerste integendeel liberaal-socialistisch zijn.

Vervolgens had den 7en Juli 1912 het Waalsch Congres plaats. Eigenaardig was daar het optreden van De Miomandre, die er bewees dat niet alleen de Walen veel minder dan de Vlamingen aan belastingen in de Staatskas stortten, maar dat zij meer kregen. De verhouding was de volgende voor 1909: 42% voor de Vlamingen; 30% voor de Walen en 28% voor de Brabanders. Vlaanderen betaalt een bedrag meer dat gelijk staat met 41%. Doch, - deze cijfers gelden voor 1912, - de Vlamingen ontvingen uit de schatkist: fr. 67.000.000; de Walen: fr. 98.000.000 en de Brabanders: fr. 68.000.000, en dit ondanks groote werken, zooals die welke aan de Schelde en aan de spoorlijn Gent - St. Pieters - Brussel uitgevoerd werden. Door die mededeeling in de war gebracht, drukt het Congres dan ook een zeer onduidelijken wensch uit.

Toen kwamen de ‘Lettre au roi’ van Destrée en het antwoord van Meert.

Wat zal die bestuurlijke scheiding zijn volgens de opvatting der Wallonisten?

Een duidelijk programma hadden zij niet. Destrée zelf wist het niet, aangezien hij schreef: ‘La séparation sera donc avant tout ce que les circonstances la feront.’

André op hoogergenoemd Congres doet een logisch voorstel: aangezien er twee volkeren in België zijn, moet men ze ook volgens hun individualiteit ontwikkelen. Daarom is hij partijganger van decentralisatie en zou hij meer macht willen geven aan de Provincie- en Gemeenteraden. Die regionale beweging zal beiden ten goede komen.

Apotheker Delaite van Luik komt met een volledig programma voor den dag. De bestuurlijke scheiding zou moeten steunen op een herziening van de Grondwet. Hij verdeelt België in Waalsche en Vlaamsche gewesten, en daarenboven het tweetalige Brabant. Elk van die gewesten krijgt een landelijken aard. Lager-, middelbaar- en beroepsonderwijs worden ingericht door de provincies en gemeenten; maar het hooger onderwijs is Staatszaak. De officieele taal van Wallonië is het Fransch; de officieele taal van Vlaanderen is het Nederlandsch; Brabant is tweetalig.

Dat was ten minste een plan. Dat van Jennissen spreekt alleen van twee algemeene raden, niet van Brabant en hij laat de Kamers bestaan. Hier beheerscht dus het decentralisatie-principe, dat ook in

[pagina 10]
[p. 10]

het buitenland, zooals in Frankrijk, veld wint.

Uit dit alles kan men het besluit trekken, dat de zaak bij de Walen nog niet rijp is.

De indruk dien de kwestie heeft teweeggebracht is in staat om ons te verblijden. De officieele wereld was als van de hand Gods geslagen; de Franskiljons in Vlaanderen stonden verstomd. Van het begin af hebben de Vlamingen een duidelijke houding aangenomen; zij hebben tot de Walen gezegd: gaat Uw gang, het is goed. Maar de Franskiljons hebben uitstekend beseft, dat de bestuurlijke scheiding het einde van het Franskiljonisme in Vlaanderen was, omdat zij voelden dat dan de wisselwerking niet langer zou bestaan.

‘L'Antiflamingant’ richt een referendum in. Janson, Hanrez, De Mot, Devèze, Braun, van wien men zoo geestig gezegd heeft:

 
Vom deutschen Blute,
 
Wallon de naissance,
 
Flamand de coeur,
 
Et vive la France!

verklaren zich tegenstanders.

De beleedigingen die de Walen in den laatsten tijd den Vlamingen hebben aangedaan blijven onbesproken, maar worden niet vergeten. Ze zijn nog jong in den strijd. Doch met hun sterk stambewustzijn zullen zij geduchte tegenstanders worden.

Wat hebben de Vlamingen er van te leeren?

10. Dat de Wallonisanten geen grieven schijnen te hebben;

20. Dat er geen ‘âme belge’ bestaat;

30. Dat uit de Waalsche Beweging een heilige schrik voor de Vlamingen spreekt, en dat als de Walen eens de kracht der Vlamingen zullen gezien hebben, zullen zij ook meer eerbied voor hen krijgen.

Wat denken de Vlamingen nu over de bestuurlijke scheiding?

Hun gevoel is er geen van verzet; zij heeft integendeel eerder hun sympathie. Doch als er tegenstand is, dan is dat niet van principieelen, doch van practischen aard. Het denkbeeld is trouwens niet nieuw; het werd allereerst door de Flaminganten uiteengezet. In het verslag der Grievencommissie van 1856 wordt reeds iets dergelijks gevraagd. De scheiding zou den Vlamingen sympathiek zijn, omdat zij de dood zou wezen van het Franskiljonisme. Jennissen ziet dat wel in, maar om de Walen te redden offert hij de Franskiljons gaarne op. De opvatting van De Miomandre is echter anders. Volgens hem moet het Walenland eentalig, Vlaanderen tweetalig zijn. De Vlamingen behoeven de scheiding niet te vreezen. Verschillende gezaghebbende Vlaamsche bladen en Vlaamsche voormannen hebben het gezegd. In Zwitserland bestaat ze en daar is geen wrijving.

De politieke beweegredenen, door de Wallonisanten aangehaald, laten de Vlamingen onverschillig, die de nationale beweging op het voorplan stellen. De natuurlijke ontwikkelingsgang van den Vlaming zal aantoonen waar hij naar toe gaat, of hij een meer godsdienstige of meer rationalistische richting zal inslaan. Ook de geldelijke kant van de zaak laat hen onverschillig. ‘Moesten wij, om Vlamingen te zijn wat meer betalen, dan zouden wij dat met genoegen moeten doen!’ Maar het zal niet noodig wezen. En als de Vlamingen het herstel van hun grieven zullen verkregen hebben, dan zal pas de opbouwende rol van de Vlaamsche Beweging voor goed beginnen.

Advokaat van Roy, voegde er aan toe, dat zijn uiteenzetting geen pleidooi geweest was voor de bestuurlijke scheiding. Want men weet nog niet waar men heen gaat. Er heerschen nog veel verkeerde begrippen over de taalbeweging. Er is een zienswijze: waarvan het ‘In Vlaanderen Vlaamsch’ de uitdrukking is, die het gebruik van een taal in België beschouwt als een landsrecht en niet als een persoonlijk recht. De andere zienswijze is juist het tegenovergestelde.

Wanneer wij de laatste taalwetten in oogenschouw nemen, dan zou men geneigd zijn om te zeggen, dat de tweede zienswijze wordt aangenomen en die leidt tot tweetaligheid. Het principe van ‘landsrecht en geen persoonlijk recht’ is mooi, doch er dienen uitzonderingen te bestaan, gesteund op het burgerlijk, het menschelijk recht, b.v.b. wat de rechtspraak betreft. In het onderwijs zou het principe streng moeten gehandhaafd worden; ook in het leger had dit moeten gebeuren; doch men heeft het ongelukkiglijk niet verkregen. In het bestuur zou het ook taalrecht, landsrecht moeten zijn.

Het standpunt der Vlamingen staat dus vast. Willen de Walen de scheiding, den Vlamingen schaadt het niet. Dezen hebben beter werk te doen, grieven te herstellen; voort te werken aan de punten die op hun werkplan staan; zorgen dat het Vlaamsche volk weer een kultuurvolk wordt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken