Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 18 (1914)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 18
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 18Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 18

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.82 MB)

Scans (32.17 MB)

XML (1.52 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 18

(1914)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 25]
[p. 25]

Een dag die beklijft.

Zooals wanneer men Minden naderend, uit den trein in de wijde verte een spits ontwaart, hoog in de lucht - dat is het zwaard van den Hermann, op den

illustratie
Aan onze heldinnen en lieve kinderen. ‘Uw wil geschiede’.
Hoofdgroep van het Nationaal Monument, opgericht ter nagedachtenis aan de 26370 vrouwen en kinderen, die in de concentratiekampen zijn omgekomen, en aan de andere vrouwen en kinderen die elders ten gevolge van den oorlog 1899-1902 zijn bezweken. - Onthuld 16 Dec. 1913.


Grotenberg, in hetTeutoburgerwoud - zoo ziet men buiten Bloemfontein over het eentonige veld, aan den gezichtseinder, de vaste lijnen der naald van het Vrouwenmonument.

Beiden gedenkteekenen van een geheel volk; het eerste van zege op Romeinschen overheerscher, het laatste van eerbiedig rouwbetoon over door oorlogsbarbaarsheid onschuldig ter dood gedoemde vrouwen en kinderen.

De 16e December 1913, de dag der onthulling, is een onvergetelijke dag geweest in de geschiedenis niet alleen van het Zuid-Afrikaansche volk, maar van den geheelen Nederlandschen stam.

Nadat in de Nederlandsch Gereformeerde Kerk een patriarch, de bijna negentigjarige Dr. Andrew Murray, die nog heugenis heeft van de oude voortrekkers, een korte godsdienstoefening had geleid, zette de stoet zich uit Bloemfontein in beweging en vormde weldra in de uitgedroogde vlakte een lange slingerlijn, voortkronkelende naar het Monument, aan welks zijden tegen de hellingen van twee kopjes duizenden en duizenden in eerbiedigen ernst de nadering afwachten.

Voorop reed een sterk paardencommando, de Mausers op de rechterknie, oranjeslingers om den hoed, onder bevel van beroemde aanvoerders uit den oorlog: George Brand, den Vrijstaatschen Piet Fourie en Koen Brits, den held van Standerton. Dan een Engelsch muziekcorps, treurmarschen spelende; dan zes wagens, omhangen met de koninklijke rouwkleuren wit en paars, waarop in het wit met paarse sluiers, een honderdtal meisjes, leerlingen der Bloemfonteinsche Oranjeschool, President Steijn's stichting. Dan rijtuigen en daarachter weer een ‘perde-commando’, met de voorhoede een duizend ruiters sterk.

Halverwege den weg schoof zich een stoet van zeshonderd meisjes in den optocht, die uitdijde tot heel lange sliert, de grooten met paarse sluiers en kransen van oranjebloesem, de kleintjes met witte sluiers en oranjebloesem in het haar.

Zoolang de gang duurde van de stad tot de kopjes, waartusschen het Monument, doften van minuut

[pagina 26]
[p. 26]

tot minuut kanonschoten door de stille wijdte. Die bij de kanonnen het bevel had, was de man die bij Ladysmith de Long Tom bleef bedienen geheel alleen, toen al zijn Boeren dood om het stuk lagen, tot hij zelf neerzeeg en onder granaatvuur bleef liggen: Kolonel M. du Toit. In den avond gevonden en naar het hospitaal gevoerd, bleek hij dertigmaal te zijn gewond.

 

Tot den top waren de kopjes bezet; de meeste vrouwen in rouw. Luid gejuich rees op uit de massa, toen de auto stil hield, waarin President Steijn en mevrouw Steijn thans kwamen aangereden. Maar onmiddellijk doofde het tot klagende deernis, toen de forsche man die zonder wettig gezag heel het Afrikaansche volk door de hoogheid van zijn karakter beheerscht, uit den wagen werd geholpen en voortstrompelde, aan beide zijden ondersteund, tastende met zijne handen als een blinde ziener. Zóó ziek had men zich hem niet gedacht!

 

De perdekommando's links van het Monument, de sprekers rechts. Toen gebed. Daarop rees de President omhoog en sprak met klare, wijd door dringende stem en zei, dat zijn toespraak zou worden voorgelezen: zijn keel liet hem veel spreken niet toe.

 

Mevrouw Steijn onthulde het gedenkteeken, in naam van Miss Hobhouse. Toen stegen klepperend tweehonderd postduiven omhoog en snelden door de luchten om wijd en zijd aan Zuid-Afrika de mare te brengen, dat zichtbaar was geworden voor elkeen het gewrocht dat op schoone en zinrijke wijze de weemoedige hulde vertolkt, de fiere toch ook, van een geheel volk aan zijn dooden.

 

Toen trad, hij de eerste, naar voren onze Consul-Generaal te Pretoria, Mr. Van Ketwich Verschuur, en sprak met heldere stem:

‘In de droevige maar roemrijke dagen, waaraan dit schoone Monument de herinnering voor het nageslacht zal moeten levendig houden, is er geen staatshoofd geweest dat met grooter belangstelling, geen volk dat met méér sympathie en warmer meegevoel de lotgevallen van het Afrikaansche volk heeft gevolgd en zijn leed heeft meegeleden dan Koningin Wilhelmina der Nederlanden en het Nederlandsche volk. Ten bewijze dat die belangstelling niet is uitgedoofd, dat die sympathie ook thans nog gloeit in de harten van de Nederlandsche stamverwanten, heeft Hr. M.'s Regeering mij opgedragen aan den voet van dit beeld dezen krans te plaatsen. Moge zij ons het symbool zijn van den band, die allen samenbindt voor wie, ten noorden en ten zuiden van den evenaar, de Hollandsche taal - onze taal - lief en dierbaar is.’

Waarop namens den President dit antwoord werd voorgelezen:

‘Als 't mondstuk van gansch ons volk wil ik uw Regeering en 't Nederlandsche Volk hartelijk danken voor deze daad van toegenegenheid. Hadden wij 't niet reeds uit duizenden kostbare bewijzen ondervonden, dan zou deze krans ons weer getoond hebben dat onze stamverwanten in Nederland met ons medeleven en medegevoelen. Deze daad van uw Regeering en volk grijpt ons diep in 't hart en zal ongetwijfeld veel bijdragen om de banden van verwantschap nauwer aan te halen. 't Is goed dat die banden tusschen ons en 't Nederlandsche volk, waarvan velen met ons meegestreden hebben en allen in die donkere dagen mede geleden hebben, worden aangehaald, opdat wij met trotschheid ons herinneren dat wij afstammelingen zijn van 'n volk, dat op elk gebied heeft uitgeblonken en nu nog staat in de voorste rij van de cultuurvolken der wereld. Wil onzen eerbiedigen dank overbrengen aan uw Regeering en volk en ontvang ook gij onzen dank voor uw tegenwoordigheid en voor de woorden zooeven door u gesproken.’

Toen naderden met gebogen hoofd, zinnebeeld der smart, de zevenhonderd meisjes uit den stoet, en legden groote kransen neer of witte bloemen. En velen kwamen daarna met kransen en bloemen, die zich opstapelden tegen het Monument.

Generaal Botha voerde toen het woord en Generaal De Wet, bij wiens verschijning als een natuurgeluid gejubel steeg, onmiddellijk weer onderdrukt: men was gekomen ter eering der dooden niet ter eering der levenden. Zoo had de President het uitdrukkelijk gezegd. Toen Generaal De la Reij, die wilde vergeven om Gods wil, maar vergeten nooit. Daarop tal van andere sprekers, tot de perdekommando's aanreden tot den voet van het gedenkteeken en uit de Mausers, roemrijker gedachtenis, de eereschoten losten. Toen zwenkten zij en reden in gelid naar hun kampen terug. Uit meer dan twintigduizend kelen rees, met één geluid, het psalmgezang.

[pagina 27]
[p. 27]


illustratie
‘Voor Vrijheid, Volk en Vaderland’.




illustratie
‘Ik zal U niet begeven, ik zal U niet verlaten’.
Beeldhouwwerk op de zijstukken van het Gedenkteeken, door A. van Wouw.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken