Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 19 (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 19
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 19Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 19

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.40 MB)

Scans (34.67 MB)

XML (1.55 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 19

(1915)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vlaanderen

De taalrechten der Vlamingen in dezen tijd.

Van Tak Antwerpen is de volgende briefwisseling ingekomen:

Antwerpen, 9 Juli 1915.

 

Aan
Zijn Excellentie Vrijheer Von Bissing,
Generaaloverste van de Cavallerie,
Gouverneur van België,

Brussel.

Excellentie,

De Antwerpsche Tak van het Algemeen Nederlandsch Verbond neemt eerbiedig de vrijheid UEd. het volgende verzoek toe te sturen.

In het Reglement betreffende de wetten en gebruiken van den oorlog te land (2e Vredesconferentie, Den Haag 1907) vinden we onder artikel 43:

‘Wanneer het gezag van de wettelijke overheid feitelijk is overgegaan in de handen van dengene, die het gebied heeft bezet, neemt deze alle maatregelen, die in zijn vermogen staan, ten einde voor zooveel mogelijk de openbare orde en het openbaar leven te herstellen en te verzekeren en zulks, behoudens volstrekte verhindering, met eerbiediging van de in het land geldende wetten.’

De wet over het gebruik van de Nederlandsche Taal in Bestuurszaken van 22 Mei 1878 zegt onder Artikel I:

‘In de provinciën Antwerpen, West- en Oost-Vlaanderen, Limburg en in het arrondissement Leuven zullen de berichten en mededeelingen, welke de staatsambtenaren tot het publiek richten, hetzij in de Nederlandsche taal, hetzij in de Nederlandsche en in de Fransche taal opgesteld worden.’
‘De staatsambtenaren zullen met de gemeenten en bijzondere personen in het Nederlandsch briefwisselen, tenzij deze gemeenten of personen vragen dat de briefwisseling in 't Fransch geschiede of zelve die taal in de briefwisseling gebruikt hebben.’

Volgens dit artikel zouden dus alle berichten en mededeelingen aan het publiek in het Nederlandsch moeten geschieden. We laten hier eenige gevallen volgen, waarin die wet niet wordt toegepast, iets wat de Vlamingen nadeel kan berokkenen en hen ook krenkt in de gevoelens van gehechtheid aan hun taal:

 

1.In de meeste gevallen ontvangen de Vlaamsche Gemeentebesturen uitsluitend in het Duitsch gestelde stukken vanwege het Middenbestuur te Brussel;
[pagina 233]
[p. 233]
2.Het bestuur van de IJzeren Wegen gebruikt in alles enkel de Duitsche taal: opschriften, plakbrieven, bekendmakingen, reiskaartjes, enz.;
3.Vele passen zijn enkel in het Duitsch opgesteld. Hierin is te Antwerpen reeds verbetering gekomen, maar elders schijnt het Nederlandsch nog te ontbreken;
4.Wanneer de advocaten hun cliënten in de gevangenis willen bezoeken, worden zij ertoe verplicht ze in het bijzijn van een Duitsch ambtenaar te ondervragen in het Duitsch of in het Fransch. Het wordt hun niet toegelaten de landstaal, het Nederlandsch, te gebruiken;
5.Te verzenden telegrammen mogen in de meeste gevallen niet in het Nederlandsch opgesleld worden;
6.De in te vullen postmandaten zijn opgesteld in het Duitsch en in het Fransch en dus onverstaanbaar voor de meeste Vlamingen, die deze twee talen niet verstaan;
7.De ambtenaars die met het publiek in aanraking komen bedienen zich altijd van de Duitsche taal wat tot groote moeilijkheden aanleiding geeft. Daardoor ontstaat dikwerf misverstand.
8.De controolkaart voor de Burgerwacht is uitsluitend in het Duitsch opgesteld;
9.Alle stukken die in de vesting Antwerpen uitgaan van de Kommandantur, van de Intendantur en van de Zivil-Verwaltung zijn enkel in het Duitsch opgesteld.

 

Wij zijn dan ook zoo vrij, Excellentie, hierop Uwe aandacht in te roepen met het verzoek, de zaak welwillend te doen onderzoeken en, zoo mogelijk, aan de taalrechten van de Vlamingen voldoening te verschaffen.

Met de meeste hoogachting en den diepsten eerbied.

 

Namens het Algemeen Nederlandsch Verbond van Antwerpen:

De Voorzitters:

(get.) EMIEL WILDIERS.

(get.) FRANS VAN CUYCK.

 

De Secretarissen:

(get.) FRANS VAN LAAR.

(get.) AUGUST BORMS.

 

Op dit schrijven kwam een antwoord in, dat vertaald aldus luidt:

 

Politische Abteilung
bei dem
Generalgouverneur in
Belgien.

Innerpolitische Sektion.

Brussel, 3 Sept. 1915.

Aan
het Secretariaat van het Algemeen Nederlandsch Verbond,

Tak Antwerpen.

Zeer geachte Heeren,

Op uw vertoog van 9 Juli 1915 aangaande het gebruik van de Nederlandsche taal in de ambtelijke betrekkingen, heeft Zijn Excellentie de Heer Gouverneur Generaal last gegeven u het volgende mede te deelen:

Het is op grond van een bijzondere verordening, dat de Duitsche besturen aan Belgische besturen, gemeenten en inwoners in het Duitsch schrijven. Afgezien van principieele overwegingen, drong deze verordening zich uit praktische redenen op. Een regelmatig en snel verkeer op ambtelijk gebied zou onder de huidige omstandigheden, die het gevolg zijn van den oorlog, niet mogelijk zijn, indien aan alle Duitsche besturen de verplichting werd opgelegd zich van een andere taal voor dergelijke aangelegenheden te bedienen. Moest men over het algemeen het principe van het tweevoudig brievenstelsel, dus Duitsche brieven met vertalingen, doorvoeren, dan zouden de ambtelijke betrekkingen zoo bemoeilijkt en vertraagd worden, dat het publiek daar in het allerminst door zou gediend zijn.

Daarentegen spreekt het van zelf, dat de Belgische staatsbesturen zich voor hun schriftelijke betrekkingen met Duitsche besturen en in hun verder ambtelijk bedrijf van het Nederlandsch, zooals het door de wet bepaald is, kunnen en moeten bedienen. Eveneens hebben alle Vlaamsche gemeenten en inwoners het recht, voor hun briefwisseling met de Duitsche besturen, hun eigen taal te gebruiken. Ook mag iedereen verwachten, dat hij in zijn moedertaal aangehoord zal worden.

In de openbare bekendmakingen en dergelijke verordeningen van de Duitsche besturen wordt zooals u bekend is, ook de Nederlandsche taal naar recht en wet gebruikt.

Wat den tekst op postmandaten, enz. betreft, zoo was het tot nog toe uitsluitend gebruik van het Duitsch en het Fransch niet een achteruitzetting van de Nederlandsche taal, waarvan de schuld aan Duitschen kant lag, maar gebeurde dit in overeenstemming met de algemeene internationale overeenkomsten: het Nederlandsch was nog niet in deze overeenkomsten begrepen. Nochtans is ons postbestuur op het oogenblik bezig ook den tekst in het Nederlandsch op deze formulieren op te nemen.

Dat het gebruik van de Vlaaimsche plaatsnamen niet algemeen is bij de Duitsche besturen, spruit vooral uit de omstandigheid voort, dat de ambtelijke Belgische naamlijsten van plaatsen, kaarten, plans, enz. waarover men beschikt, bijna uitsluitend de Fransche schrijfwijze vermelden, ook voor de gemeenten, die in het Vlaamsche land gelegen zijn.

Op het oogenblik is een naamlijst van plaatsen in bewerking, waarop ook de Vlaamsche benamingen in goed Nederlandsche schrijfwijze vermeld worden.

Wat de opschriften, borden, enz. van het spoorwegbeheer aangaat, zijn onderhandelingen met dit bestuur gaande, om aan de rechtmatige eischen te voldoen, in zoover dit met een goeden dienst vereenigbaar is.

Ook werden andere klachten, welke in uw vertoog voorkomen, aan de betreffende besturen ter kennis gebracht, opdat zij er rekening mee kunnen houden.

Gij zult uit deze mededeelingen kunnen zien, dat de Heer Gouverneur Generaal volkomen bereid is, om aan het Vlaamsche volk gerechtigheid te laten wedervaren en de wetten van het land toe te passen, in zoover het in den huidigen oorlogstoestand mogelijk is.

Op bevel,

Dr. DIRR.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • F. van Cuyck

  • Frans van Laar

  • Emiel Wildiers

  • Pius Dirr

  • Aug. Borms


datums

  • 9 juli 1915