Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 19 (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 19
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 19Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 19

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.40 MB)

Scans (34.67 MB)

XML (1.55 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 19

(1915)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Een belasting op voornamen.

Wij hebben bezwaar tegen de belasting op voornamen, die onze minister van financiën wil invoeren. De minister zegt, dat overvloed van voornamen aan rijk en gemeenten geen geringen administratieven last bezorgen. Eén voornaam blijft vrij, maar voor elken voornaam meer, waarmee men zijn kind bij den burgerlijken stand laat inschrijven, betaalt men item zooveel. Het minste is f 2.50 per naam, en dat klimt met den welstand van de ouders op tot f 400.-per voornaam! Samen met een belasting op verdubbeling van eigennamen schat de minister de opbrengst op tenminste een half millioen. En dat zou alevel helpen, nu de schatkist zooveel noodig heeft.

Een van tweeën echter: vermindert deze belasting aanmerkelijk den administratieven last, dan heeft ze voor de schatkist geen belang; brengt ze daarentegen een goede som op, dan blijft de administratieve last.

Maar we laten verder geldelijke en administratieve overwegingen ter zijde, en geven kort onze bezwaren aan.

Deze wet zou, dat spreekt, een groote opruiming houden onder de voornamen, en dat zouden wij betreuren. Wij laten nog daar, dat er nieuwe last uit zou voortkomen, b.v. bij de post. De twee of meer voorletters zijn een duidelijke onderscheiding. Voert men er slechts een - en dat zou met deze wet de regel worden - dan zal dat, vooral bij veel voorkomende eigennamen - dikwijls verwarring geven. Dat bezwaar zou slechts voor een klein deel verminderen, wanneer het gebruik dan toenam om bij onderteekening, op adressen enz. den voornaam voluit te schrijven. En dat voluit schrijven, waarmede b.v. een Jan Smit zich van een Jacob Smit zou onderscheiden, zou een nieuwe last zijn, zij het dan niet voor departementen of secretarieën.

Maar er zullen zooveel Jan Smits en zooveel Jacob Smits zijn, dat er toch verwarring ontstaat en dan zal men meer gaan werken met achter den naam Hzn., of Pzn. te zetten. Weer nieuwe last! Of men zal gelijk een bekend geslacht der Smits Romeinsche cijfers gaan gebruiken: Piet Meyer I, Piet Meyer II enz. Of, zooals o.a. in Rotterdam een gebruik is, bijnamen gaan geven en die ook schrijven: Roode Jan Smit, Zwarte Jan Smit enz.

Maar, zooals wij zeiden, die last is ons eigenlijk bezwaar niet. Waarom wij hopen, dat deze wet niet tot stand zal komen, is vooreerst dat wij vreezen voor het behoud van een aantal mooie Nederlandsche voornamen. Wanneer er minder vraag naar is, wanneer ze moeilijker bij de pas geborenen ondergebracht kunnen worden, zullen er meer en meer in onbruik raken en teloor gaan.

Zegt men: integendeel, om verscheidenheid in de voornamen te krijgen en daardoor verwarring te voorkomen, zal men licht buiten de meest gebruikte kiezen, - dan antwoorden wij: dat zou alleen opgaan, indien men den voornaam voor een kind naar willekeur koos, maar dat is uitzondering; de regel is dat men het naar een nabestaande vernoemt.

[pagina 269]
[p. 269]

Een tweede bezwaar is, dat een aantrekkelijk gebruik, nog in sommige streken inheemsch en in tal van families ook elders voortbestaande, n.l. om kinderen en ook ouderen in den omgang met een dubbelen naam, al dan niet verkort, te noemen, er mee zou verdwijnen. Anna Marie of Annemie, Anneko, Annelize, Pietebet, Betteko, Pieteko, Pietemie, Hendrik Jan of Jan Hendrik, Dirk Jan of Jan Dirk enz., daar zou het op den duur uit mee zijn.

Een derde bezwaar: behalve den voornaam, waarmee het kind bestemd is genoemd te worden, geeft men het graag nog een of meer bij, om de namen van meer dan één geliefde verwante, vriend of vriendin, een man of vrouw uit de geschiedenis of van zijn tijdgenooten die men bewondert, aan het kind te verbinden. Dat is ook een aantrekkelijk gebruik, waaraan een eind zou komen.

Een afzonderlijk bezwaar zouden nog de Kathelleken onder onze landgenooten hebben. Zij geven hun kinderen er gaarne nog den naam of de namen van heiligen bij.

Nu zegt de minister wel: voor het genoegen uw kind meer dan één naam te geven moet gij dan ook wat over hebben. Maar de ervaring leert, dat een dergelijke onnoodige uitgave in de meeste gevallen vermeden wordt. Voor onbemiddelden is f 2.50 zoo goed als een belemmering. Maar neem zelfs iemand die van f 4000 tot f 6000 inkomen heeft: hem kost elke voornaam meer f 15. De vader denkt aan de doktersrekening en al wat de nieuwe wereldburger meer kost, en laat het bij den eenen voornaam.

Wij allen hebben natuurlijk te doen met den last, dien de ambtenaren ter secretarie en op de regeeringsbureaux met het inschrijven van meer dan één voornaam hebben - velen onzer hebben misschien ten onrechte gedacht, dat men daar over het geheel het werk wel af kan - maar wij voelen toch meer voor het behoud van namen en van de gebruiken, die daaromtrent onder ons volk bestaan. Er zou weer iets van de kleur van het volksleven afgaan, als de praktische maatregel, dien de minister voorstelt, er door ging. Gezwegen van het nieuwe onpraktische, dat er het gevolg van kan zijn, zooals wij zagen.

En dan hebben wij ten slotte nog bezwaar tegen de samenstelling, die de minister gebruikt: ‘voornamenbelasting’. Dat zou eerder voornaambelasting moeten luiden, en liefst nog: belasting op voornamen. Gelijk wij zeggen: minister van financiën en niet financiënminister, - behalve als we te veel Duitsche kranten hebben gelezen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken