Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 20 (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 20
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 20Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 20

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.89 MB)

Scans (27.39 MB)

XML (1.46 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 20

(1916)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De watersnood.

Nederland is weer door zijn aartsvijand besprongen. In Noord-Holland zijn de dijken doorgebroken en uitgestrekte stukken land, dorpen en steden staan onder water. Er zijn menschen bij verdronken, veel vee is er bij omgekomen, huizen zijn ingestort, de schade is nog niet te overzien.

En het is niet bij een overstrooming gebleven; op den eersten storm is een tweede gevolgd, met nieuwe doorbraak.

Met de Koningin en den Prins aan het hoofd heeft de heele natie haar deelneming getoond. Er is mild gegeven. Welkom waren bij de giften die uit het buitenland, vooral die van Belgen. In hun nood hadden wij geholpen. Nu hielpen zij, in hun nood, ook de onze lenigen.

Welkom vooral ook de ruime bijdragen uit onzen Oost. En toen ook daar een overstrooming groote verwoesting aanrichtte, gaven wij op onze beurt. Wij weten niet of er voldoende voor is gegeven. Maar zoo neen, dan mogen het ronduit zeggen wie weten wat er ginds noodig is, en ons volk zal de eereschuld zeker kwijten.

Goed deed het ons in de Hollandsche bladen van Zuid-Afrika te lezen, hoe men onder de stamgenooten in onzen rampspoed deelde.

Bij de overstroomingen in ons land drong zich deze gedachte bij ons op: Hebben wij ons lage land

[pagina 54]
[p. 54]

aan de zeeën wel zoo goed tegen watersnood beschermd, als wij gewoon zijn aan te nemen en het buitenland steeds in ons prijst? Tegen niet al te zware stormen, tegen niet al te hoog water zijn wij zeker beveiligd. Dat is gebleken. Maar als verschillende ongunstige omstandigheden samenwerken, als de wind zeer krachtig uit een kwaden hoek waait en dan naar een nog kwader omslaat, en als de zee heel hoog is, dan houden de dijken het niet. Dat is nu gebleken, en niet voor de eerste maal. Niet op één, maar op verschillende plaatsen was de waterkeering onvoldoende.

Moet dat nu niet veranderen? Dat kost natuurlijk millioenen, en een arbeid van vele jaren. Maar dat mag geen bezwaar zijn. Technisch zijn wij nu ook al weer zooveel verder dan de voorgeslachten, dat er wel middelen zijn om de dijken tegen een zoo zwaren storm en een zoo hoogen was van het water als we nu hebben gehad, bestand te maken. En tegen nog zwaarder storm en nog hooger waterstand ook. Ons dunkt, dat dit een spoedzaak is, die Regeering en Staten-Generaal met de voortvarendheid die hen in den aanvang van den oorlog heeft gekenmerkt, dienen aan te pakken en door te zetten. Dit is onze oorlog. Wij moeten er goed op gewapend zijn. en dat blijkt niet het geval te zijn.

Misschien is één middel om herhaling te voorkomen: een snel begin gemaakt met de uitvoering van het plan tot drooglegging van de Zuiderzee; en dan met dijken die zoo noodig sterker en hooger zijn dan eerst was ontworpen. Het zou althans één goed gevolg van dezen schrikkelijken watersnood zijn, als er nu eindelijk met dat plan haast werd gemaakt. Het is een pijnlijke gedachte, die mr. G. Vissering bij ons heeft gewekt: met te zeggen dat de schade, die de overstrooming heeft veroorzaakt, al meer bedraagt dan de drooglegging van de Zuiderzee kost.

Maar als het gevaar aan die kusten is bezworen, zijn wij er nog niet. Zijn duinen en dijken overal sterk genoeg tegen het geweld van de Noordzee? Wij weten het niet. Wel weten wij, dat lang niet overal de rivierdijken voldoende zijn. Moge de indruk van den grooten watersnood dien wij beleven niet voorbijgaan en de zaken, behalve een verbetering hier en daar, niet bij het oude blijven!

* * *

 

Nederlanders in het buitenland, gedenkt de slachtoffers van den watersnood.

Het Algem. Nederl. Verbond, Wijnstraat 81, Dordrecht, neemt gaarne bijdragen in ontvangst.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken