Neerlandia. Jaargang 20

Oost-Indië.

Nederl. Indië, Oud en Nieuw.

Het is een nieuw tijdschrift, dat we hierbij aankondigen, hoewel de naam velen bekend zal voorkomen.

Hij herinnert n.l. - en dat is ook het geval met

Bas-relief van Tjandi Sadjiwan (Afb. uit Nederl. Indië, Oud en Nieuw).

Bas-relief van Boro-Boedoer (Afb. uit Nederl. Indië, Oud en Nieuw).

geheel de kunstzinnige uiterlijke verzorging - aan het maandelijksch prentenboek, gewijd aan huisinrichting, bouw- en sierkunst, dat reeds eenige jaren onder leiding van den bekenden Amsterdamschen bouwmeester Ed. Cuypers verschijnt.

Het nieuwe tijdschrift is in zekeren zin daarvan een uitbreiding en staat onder redactie van de heeren Ed. Cuypers, M.J. Hulswit, Noto Soeroto en L.D. Petit Jr.

De oude en nieuwe kunst en kunstnijverheid in onze Oost omvat zulk een breed veld, dat er ongetwijfeld steeds stof genoeg zal zijn om de maandelijksche afleveringen met belangwekkenden inhoud te vullen.

Het is bovendien gewijd aan archeologie, land- en volkenkunde, handel en verkeer, cultures, mijnbouw en hygiène en een lijst van Nederlandsche en Indische

[p. 150]

medewerkers met goed klinkende namen op verschillend wetenschappelijk, letterkundig en kunstgebied, doet veel van den invloed van dit maandblad verwachten.

Uit de drie eerste afleveringen, die ons ter kennismaking werden gezonden, stippen we aan een artikel van den heer S. Kalff over Indische Landvoogdwoningen, beschouwingen over Javaansche muziek door Soorjo Poetro en Mr. J.G. Huijser, de Oudheden van Modjokerto, door Dr. N.J. Krom, een verhandeling over het Sirihstel in den loop der eeuwen van een der redacteuren. Soeroto vertelt onderhoudend van Hanengevechten op Java, de Batikkunst kreeg een beste beurt en zoo zouden we nog heel wat kunnen noemen dat de belangstelling van Europeaan en Inlander ten volle verdient.

Prachtige afbeeldingen sieren den tekst der meeste opstellen.

‘Nederlandsch Indië Oud en Nieuw’ wekt de verwachting, dat het zeer veel zal bijdragen tot verhooging der belangstelling van het moederland voor het schoone eilandenrijk aan den Evenaar.