Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 24 (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 24
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 24Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 24

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.94 MB)

Scans (21.15 MB)

XML (1.07 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 24

(1920)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Nederland.

De Nederlandsche vrouw en het Nationaal bewustzijn.

Bij de gedachtenwisseling, die den 21sten Juni volgde op een lezing, welke Kapt. Oudendijk over de Groot-Nederlandsche Beweging voor de Afdeeling 's-Gravenhage en omstreken had gehouden, merkte Dr. Van Weel op, dat de vrouw in het algemeen zoo weinig deel neemt aan den strijd ter opwekking van ons nationaal bewustzijn. Hij stelde de vraag, wat tegen die lauwheid kon worden gedaan. Volkomen met zijn klacht instemmende, herinneren wij aan de welsprekende redevoering, die Johanna Naber verleden jaar heeft gehouden op het Nationaal Congres voor de weerkracht van het Nederlandsche Volk, te Scheveningen ingericht door de vereenigingen Onze Vloot, Ons Leger en Volksweerbaarheid.

Enkele gedeelten mogen hier alsnog een plaats vinden en nut doen:

 

Indien de ontwikkeling van ons volk in al zijn lagen, gedurende de laatste jaren, een ontwikkeling, waarbij de vrouwenbeweging zeker niet een der minst belangrijke cultuurverschijnselen is geweest, - ons iets heeft geleerd, dan is het wel dit, dat de oude onderscheiding in belangen, die meer bepaald de vrouw gelden en in belangen, die meer bepaald den man raken, heeft afgedaan, en dat man en vrouw te zamen, ook in het openbare leven, moeten streven naar bevordering van algemeen menschelijke belangen. En het is juist in den dienst dier algemeen menschelijke belangen, waaraan thans ook de vrouw meer en meer hare beste krachten gaat geven, dat wordt versterkt, ook bij de vrouw, het nationaal bewustzijn. Wie zich wijdt aan den dienst van het algemeen, op welk bijzonder arbeidsveld ook, leert zijn volk kennen, wordt vertrouwd met zijne nooden, met zijne verlangens, gaat schatten de latente krachten, welke nog in 't Nederlandsche volk sluimeren, komt tot waardeering van zijnen schoonen aanleg, gaat droomen van onbegrensde mogelijkheden, die zich in de toekomst nog voor dit goede, krachtige volk zouden kunnen ontsluiten.

Want het is waarlijk niet enkel in het verleden, dat de deugden van het Nederlandsche volk, zijne veelzijdigheid van ontwikkeling, gedragen door eenen ontembaren vrijheidszin, rijke vruchten hebben gedragen. Zij doen dat in het heden nog. Nog altijd heeft onze kunst eenen goeden naam in het buitenland. Men luistert er naar onze zangers en zangeressen; men kroont er onze mannen van wetenschap met aandeel in de Nobelprij-

[pagina 105]
[p. 105]

zen; men eert er onzen handel, onze nijverheid. Wie onzer ooit het voorrecht had, internationale congressen te gaan bijwonen, gevoelde steeds met trots, dat de Hollandsche congresleden er welkome gasten waren; en wie buitenlanders mocht rondleiden in onze scholen, in onze musea, in onze philantropische stichtingen, in onze havensteden, - wie hun mocht verklaren onze staatsinrichting en nog veel meer, kon vaak met stille voldoening waarnemen de lichtelijk afgunstige bewondering, die veel van dit alles bij den vreemden bezoeker opwekte. Ook wij Nederlandsche vrouwen dragen er daarom roem op te behooren tot het Nederlandsche volk; en nu wij eindelijk ook voor de wet als leden van dat volk zijn erkend, zijn wij te fierder geworden in het bewustzijn van het vele uitnemende, dat ons volk steeds heeft gekenmerkt, willen ook wij vrouwen, dat ons land wat het in het verleden is geweest ook zal blijven in het heden en in de toekomst.

Zijn vrijheidszin, zijn kostelijkst bezit, heeft het nooit verloochend of prijsgegeven. In vrijheid is het gegroeid, in vrijheid zal het blijven wassen.

Het is niet genoeg, dat wij boven verdenking zijn, anderen lagen te leggen, - wij moeten voorkomen, dat ze ons worden gelegd. En wij kunnen dit, door niet alleen onze vriendschap begeerlijk te maken, maar ook onzen tegenweer te doen duchten. Mannen en vrouwen moeten daartoe samenwerken; moeten de jeugd maken gezond van lichaam, krachtig van wil, geoefend van spieren, bereid ook om zich te geven aan het algemeen belang, waar en wanneer de roepstem komt.

Zoo dit offers eischt, dan moeten wij die weten te brengen; ook wij vrouwen moeten dat.

Maar vergeten wij niet, dat het bij de versterking van Nederlands weerkracht, volstrekt niet enkel gaat om eenen strijd van geweld te keeren met geweld. Er is nog een andere soort van overweldiging dan gewapenderhand, de zoogen. pénétration pacifique, een gevaar, waaraan ons Nederlandsche volk in de eerste jaen dezer eeuw meer is blootgesteld geweest, dan wij toen bedachten. Hoe zijn toen onze kunst, onze wetenschap, ons onderwijs, onze armverzorging beinvloed door uitheemsche voorbeelden, beheerscht door buitenlandsche methodes. Ook daartegen moet Neerlands weerkracht worden gestaald door een krachtig nationaal bewustzijn, opdat dit ons als een stralende fakkel voorlichte bij de waardeering van wat er goed en schoon is in het streven van andere volken. Wij mogen ons door hun voorbeeld laten bezielen, wij mogen van hen leeren, wij mogen bij hen ter schole gaan, - maar hen slaafs navolgen mogen wij niet. Ons eigen volkskarakter moeten wij tot zijn eigenaardige ontwikkeling brengen en althans wij vrouwen kunnen veel daartoe bijbrengen door de kinderen van ons volk vertrouwd te maken met onze vaderlandsche geschiedenis, met de historie van ons Vorstenhuis; door hen te doen ontgloeien van geestdrift voor zelfopofferende daden, van eerbied en liefde voor onze taal, van begrip en waardeering van onze nationale kunst.

Daartoe mede te werken is voor ons, Nederlandsche vrouwen, een schoone taak en als een eereschuld, die wij onzerzijds zullen hebben af te doen, nu het Nederlandsche volk ons metterdaad als volksgenooten heeft erkend. Door te helpen versterken het nationaal bewustzijn willen wij dan ook het onze toebrengen om waar te maken de schoone woorden, welke prijken op Nederlands nationale monument bij uitnemendheid, op het Rijksmuseum te Amsterdam:

 

Van Hollands heerlijkheid in 't vroegst verleden
Schiet rijke straal bij straal door deze muren heen,
Geen nabuur, die ons ooit 't geschiedboek heeft ontstreen,
Dat van een glorie tuigt, ongeëvenaard tot heden.
Van deze kleine plek, dit oost- en westerslib,
Werd aan Europe en de aard weleer de wet gegeven.
Schijnt naast der vaadren zon ons licht een vonk, die stip
Op hun azuren grond trilt nog van gloed en leven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken