Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 25 (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 25
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 25Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 25

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.10 MB)

Scans (20.72 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 25

(1921)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 15]
[p. 15]

Een groot Nederlandsch - Vlaamsch belang.

 
De Vlaamsche tale is wonderzoet
 
Voor wie haar geen geweld aandoet.
 
 
 
Gezelle.

In het verslag van de laatste in 1920 gehouden Hoofdbestuursvergadering kan men lezen, dat in beginsel besloten is de uitgave voor te bereiden van een Nederlandsch woordenboek der Bestuurstaal ten gebruike van de Vlamingen.

Het is toch van algemeene bekendheid, dat het met de tweetaligheid in België ten opzichte van de stiefmoederlijk bedeelde Nederlandsche helft treurig gesteld is.

Ieder Nederlander, die er reeds lang voor den Wereldoorlog met oplettendheid de openbare opschriften bekeek, zal meermalen hebben opgemerkt, welke slechte en soms onzinnige Nederlandsche vertalingen door de daarvoor aangewezen ambtenaren waren geleverd en ook de Nederlandsche tekst op in de beide talen gedrukte officieele kennisgevingen liet zeer veel te wenschen over. Zelfs de overtuigde Vlamingen, die hun taal angstvallig zuiver meenen te houden ‘van vreemde smetten vrij’, gebruiken onbewust heel wat gallicismen en andere ismen.

Dr. W. de Vreese heeft zelfs een lijvig boek kunnen samenstellen over ‘Gallicismen in het Zuid-Nederlandsch.’

Schrijver dezes werd eens in Vlaanderen uitgenoodigd voor een ‘avondstond’ en hem werd hoffelijk een ‘voorbehoudene plaats’ aangewezen; daardoor juist had hij het gevoel toch op een ‘place réservé’ te zitten en een ‘soirée’ bij te wonen. Een Nederlander noemt dat een ‘besproken plaats’ voor een ‘kunstavond’.

Dit voorbeeld zou met vele te vermeerderen zijn.

De Vlaming Peremans heeft in ‘De Storm’ van 12 December zijn landgenooten te dien opzichte flink de waarheid gezegd.

Ziehier een gedeelte van zijn betoog:

Men denke niet, dat men nooit tegen de taal zondigt als men heel ijverig Franse woorden door Nederlandse vervangt. Die Nederlandse woorden moeten inderdaad goede Nederlandse woorden zijn, dat wil zeggen, ze moeten geen klakkelooze vertalingen zijn, ze moeten zich lenen tot samenstellingen en afleidingen en ze moeten overeenkomen met de geest van de Nederlandse taal. Maar daar trekken de meeste ondeskundige taalverrijkers zich niets van aan. Vooral niet in Vlaanderen.
Het is beschamend het Nederlands proza te lezen, dat in Vlaanderen dagelijks door volksvertegenwoordigers, geneesheren, ingenieurs, e.d. ondertekend wordt. Het zijn allemaal Nederlandse klanken maar het is geen Nederlands. Onmogelijke Nederlandse woordmaaksels en nog veel meer letterlik uit het Frans vertaalde zinswendingen overwoekeren hun taal en bederven het gevoel van de Vlamingen, die zo iets elke dag te lezen krijgen.

Nu is er zoo iets als een Taalwet-strijd in Vlaanderen aan den gang, die, hoe gesaboteerd ook door verfranschte hoogere standen en officieele personen, in 't eind toch de overwinning aan het verreweg talrijkste deel der Belgische bevolking moet brengen. Men kan die wet nog wat verminken, nog wat uitstellen en bij aanneming en uitvoering onrechtmatig toepassen, maar de volkswil, die zich onvermoeid blijft uiten in de volkstaal, zal blijven eischen, tot haar recht is gedaan, tot Vlaanderen kan leven in eigen taal en eigen zeden, tot het ook zijn eigen onderwijs van hoog tot laag heeft om het volk op te voeden door middel van de moederspraak, het te ontwikkelen en te beschaven en zijn volkskracht en volkstalenten dienstbaar te maken aan de welvaart van.... België.

Als een breed denkende regeering dit begrepen had, zou ze al lang de beide volksdeelen van het rijk door vrije ontwikkeling, ieder naar zijn aard, tot gemeenschappelijk heil van het land hebben doen samenwerken, in plaats

[pagina 16]
[p. 16]

van het eene grootste deel met zijn grootsch verleden te onderdrukken en als een volk van lageren rang te behandelen, om niet te spreken van mishandelen.

Maar blijven wij bij ons taalbetoog.

Met het oog op de onafwendbare hoogere en vrijere toekomst van het Vlaamsche volk is het noodzakelijk, dat er een populair wetenschappelijk woordenboek worde samengesteld, dat door alle Vlamingen, in welken tak van dienst zij ook werkzaam zijn, kan worden nageslagen en geraadpleegd om bij de vertalingen in het Nederlandsch, die meer en meer van hen zullen worden gevergd, steeds de juiste Nederlandsche woorden en uitdrukkingen te kunnen gebruiken, al zullen de sappige, pittige Vlaamsche nooit mogen verdwijnen. Maar daar zullen de echte Vlamingen en hun goede schrijvers en dichters wel voor zorgen.

De samenstelling van zulk een woorden- en uitdrukkingenboek zal natuurlijk de zorg van (al gereedstaande) zeer bevoegden vereischen en veel tijd vergen benevens den onmisbaren nervus rerum: geld.

En nu vertoont de schatkist van ons Verbond te zeer den bodem om er voor dit mooie groote Nederlandsch-Vlaamsche, dus Groot-Nederlandsche doel nog een greep in te doen.

En toch moet het thans reeds voorbereid. Dus is stichting van een, laten we het noemen Vlaamsch Woordenboek-fonds dringend noodzakelijk. Noodig is voorloopig f 5000.

Ieder, die het groote nut ervan voor de cultureele ontwikkeling van Vlaanderen inziet, taste in den buidel en drage tot de uitvoering van het goede, nuttige, noodige plan bij, zoowel Nederlanders als Vlamingen.

Het geldt hun beider belang.

Bijdragen worden gaarne ingewacht aan het Hoofdkantoor te Dordrecht en zullen in Neerlandia verantwoord worden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken