Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 25 (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 25
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 25Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 25

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.10 MB)

Scans (20.72 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 25

(1921)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Nationalisme in de kunst.

Het Bulletin van de Mij. voor Beeldende Kunsten bevat onder dit opschrift een beschouwing van den directeur, den heer N. van Harpen, waaraan het volgende is ontleend:

 

Het schijnt een beslist Nederlandsche bewering te zijn, dat de kunst internationaal is. Een bewering, die moeilijk te bewijzen valt, tenzij uit de houding, die ons volk tegenover de internationale kunst aanneemt.

Op muzikaal gebied is zij wel het sterkst in toepassing gebracht; op tooneelgebied begint zij te wankelen sedert de Auteurswet werd ingevoerd en de tooneelgezelschappen er een eer in zijn beginnen te stellen oorspronkelijke stukken op te voeren.

Op het terrein der schilderkunst heeft men vooral tijdens den oorlog potsierlijke staaltjes van internationalisme kunnen zien.

Wij schrijven dit niet om de liefhebbers afkeerig te maken; alleen om aan te toonen hoeveel snobisme er ten opzichte van buitenlandsche kunst heerscht, en hoever men nog af is van het o.i. eenige juiste standpunt, dat de kunst niet internationaal is, doch dat de waardeering internationaal behoort te zijn. Deze stelling valt o.i. gemakkelijker en daarom des te overtuigender te bewijzen, dan de eerstgenoemde, hier te lande meest geldende. Niemand toch zal durven tegenspreken, dat Rembrandt noch een Duitscher, noch een Franschman, noch een Italiaan kon zijn. en dat zijn kunst een specifiek Hollandsche is. Wie in het buitenland Vondel kan lezen en verstaan, heeft getracht hem te vertalen. Doch zelfs in die vertalingen zal niemand zich omtrent de nationaliteit van onzen grooten dichter vergissen.

Voor de litteraire kunst ligt de nationale eisch opgesloten in het gezegde: ‘De taal is gansch het volk’ en wat de muziek betreft: ‘elk vogeltje zingt zooals het gebekt is’. Nu is het ten onzent altijd zóó geweest, dat men alleen lekker vond wat men vèr haalde. Zijn

[pagina 101]
[p. 101]

eigen Rembrandt heeft men over Duitschland (Dr. Bode) moeten leeren kennen.

De waardeering voor eigen litteratuur stijgt enorm met een overbrenging in een andere taal.

De eigen muziek zal niet tot het Nederlandsche volk doordringen voor en aleer het buitenland haar gaat meetellen. Daarvoor is noodig, dat ons volk zelf met haar eigen kunst vertrouwd raakt, en het buitenland bemerkt, dat wij ook een eigen toonkunst bezitten en weten te waardeeren.

Onze litteratuur begint langzamerhand tot het buitenland door te dringen. Hildebrandt, Multatuli, Heijermans, Van Eeden, Couperus e.a. zijn geen onbekenden meer in de wereldlitteratuur; vooral onze dramatische kunst begint zich ook in het buitenland baan te breken.

Maar met onze toonkunst staat het in dit opzicht treurig geschapen. Hoe kan het anders, waar wij zelf haar niet kennen, niet willen kennen, laat staan waardeeren.

Er is een Nederlandsche toonkunst in wording. Zij kan alleen door belangstelling van het publiek tot groei en rijpheid komen, doch ook door onverschilligheid in haar ontwikkeling zeer worden tegen gehouden.

De Maatschappij voor Beeldende Kunsten heeft met haar eerste concert onlangs het muzikale Amsterdam aan de pols gevoeld. Men weet het uit de dagbladen: die pols klopte zeer flauw.

Wij hebben met ons eerste Nederlandsche Toonkunstconcert een eere-saluut willen brengen aan Bernard Zweers, den man die het vaandel voor de Nederlandsche Toonkunst ontrold heeft en sedert jaren hooggehouden.

Onze dirigent, de heer Hubert Cuypers, denkt het daarbij niet te laten en zal zeer zeker de jongeren niet negeeren. Zijn en ons ideaal is: het Nederlandsche volk te bewijzen, dat er een Nederlandsche Toonkunst bestaat die recht op zijn belangstelling heeft.

⋆ ⋆ ⋆


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken