Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 28 (1924)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 28
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 28Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 28

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.37 MB)

Scans (23.78 MB)

ebook (4.31 MB)

XML (1.26 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 28

(1924)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 51]
[p. 51]

Dietsche kantteekeningen.

Misvatting.

De tiende Nederlandsche Jaarbeurs, van 11 tot 20 Maart te Utrecht gehouden, heeft een gunstigen indruk achtergelaten. De deelneming van binnen- en buitenlanders was grooter dan bij eenige vorige en het Jaarbeursgebouw bleek ondanks vroegere zwartgallige voorspellingen van twijfelmoedigen, niet te groot voor zijn doel.

Het A.N.V. heeft er zijdelings mee te maken gehad, doordat het zijn bemiddeling had aangeboden om het den uitgevers in Zuid-Afrika gemakkelijk te maken voor de eerste maal het Afrikaansche boek in Nederland ten toon te stellen. Het spreekt van zelf, dat het een eerste bescheiden poging was.

Maar nu hebben sommige verslaggevers deze inzending aangezien voor een deelneming van het A.N.V. aan de Nederl. Jaarbeurs. En op die misvatting doorgaande, schreven ze o.m.:

Wat het Algemeen Nederlandsch Verbond biedt, is beneden onze verwachtingen. Wel is waar is het een mooi doel de Afrikaansche Letterkunde meer bekendheid te geven, doch eerlijk gezegd, we hadden van het A.N.V. iets anders ter jaarbeurze willen zien. Haar inzending was bij Zuid-Afrika ondergebracht. Trouwens de nos. 181 en 182 zooals op de catalogus achter A.N.V. staat aangegeven, zijn op Vredenburg niet te vinden, terwijl buiten op de monsterkamer wel medegedeeld wordt, dat Zuid-Afrika daar is vertegenwoordigd, doch niet, dat het A.N.V. daar ook een bescheiden plaatsje heeft veroverd.

Wie zich nog de belangwekkende tentoonstelling in de kantoorlokalen van ons Hoofdkantoor te Dordrecht herinnert ter gelegenheid van ons zilveren jubileum in Mei 1923, zal begrijpen, dat als het A.N.V. rechtstreeks op de Jaarbeurs een afdeeling betreffende den Nederlandschen stam had willen inrichten, deze er heel anders zou hebben uitgezien.

Wellicht vindt het Hoofdbestuur in deze gebeurtenis aanleiding een volgende maal inderdaad uit te komen.

De honderdduizend.

Wij bedoelen hiermede geen loterijprijs; noch de ton van ons steunfonds, die reeds lang verdubbeld had moeten zijn; noch het honderdduizendste lid dat zou kunnen worden ingeschreven als alle goede Nederlanders en stamverwanten door aansluiting bij het A.N.V. medestreden in de Grootnederlandsche beweging.

Toch is het een belangrijke gebeurtenis, waarop wij de aandacht willen vestigen.

De vorige maand kon Het Laatste Nieuws te Brussel het bekende dagblad van Mr. Hoste, zijn honderdduizendsten inteekenaar inschrijven en sedert werd het vijfnullengetal nog overschreden. Ook het Brusselsche Nieuws van den Dag heeft een oplaag van meer dan 100.000.

Men denke er niet gering over, dat in een verbeulemanschte en vermuilezelde stad als Brussel, die in schijn Fransch, in wezen grootendeels Vlaamsch was en bleef, Nederlandsche dagbladen worden uitgegeven, die in meer dan honderdduizend stuks dagelijks in en buiten Vlaanderen worden verspreid; het beteekent dat vele honderdduizenden onzer stamgenooten dagelijks Nederlandsch lezen en al is de stof naar zuidelijker aard wat opzienbarender dan de ernstiger Nederlandsche dagbladpers pleegt te bieden, het Vlaamsche volksleven handhaaft, vertakt en versterkt zich er geestelijk meer door dan door de politiek en de twee- of veeldracht, die het Vlaamsche kamp zoo dikwijls machteloos maakt, tot genoegdoening van den gemeenschappelijken taalvijand.

De leider van het Brusselsche dagblad wijst in een hoofdartikel, waarin het heuglijk feit wordt vermeld, op den vooruitgang, waarin de Vlaamsche pers zich, ondanks de lastige tijdsomstandigheden, verheugen mag.

‘Waar is de tijd, toen de gezamenlijke oplaag van de Vlaamsche dagbladen eenige duizenden per dag bedroeg, en toen er voorspeld werd, dat de taal van de Vlamingen verschrompelen zou in België tot een dialekt zonder ziel en zonder beschaving?
Thans loopt de gezamenlijke oplaag van de Vlaamsche dagbladen in de honderdduizenden, en mag ‘Het Laatste Nieuws’ op een oplaag met zes cijfers bogen.
Wij gaan hier niet beweren, dat de Vlaamsche pers de uitslagen bereikt heeft, die zij nastreven moet, maar wel kunnen wij getuigen, dat men in de grootere verspreiding en de voortdurende verbetering van de Vlaamsche pers als een weerspiegeling vindt van de verruiming en de verhooging van het Vlaamsche volksleven.

Op de tentoonstellingen, die het A.N.V. gedurende zijn nu 25-jarig bestaan heeft gehouden in Vlaanderen, Nederland en Indië, heeft het altijd een krantenwand ingericht, waarop de Nederlandsche pers uit het Grootnederlandsch gebied een duidelijk beeld gaf van de groote verspreiding onzer taal over de wereld. De eenvoudigste beschouwer van dien krantenwand - welke blijvend in de gang van ons Hoofdkantoor is aangebracht - kwam tot de gevolgtrekking: Waar een Nederlandsch blad verschijnt, moeten Nederlandsche lezers zijn.’

De bedoelde wand toont in schilderachtige groepeering o.m. de koppen van 2 tot 300 Vlaamsche kranten, en als men dan bedenkt dat daartusschen heel bescheiden Het Laatste Nieuws gluurt met een oplaag thans van meer dan 100.000, dan is er reden om niet te wanhopen aan de levenskracht van het Vlaamsch.

Wellicht dat het getal ten slotte zal overwinnen, waar thans gebrek aan een eenheidsfront en het noodige zelfbewustzijn de Vlaamsche meerderheid schatplichtig maakt aan de Waalsche en Franskiljonsche minderheid.

Het Laatste Nieuws onze gelukwensch met de bereiking van dezen mijlpaal.

Uitwisseling.

 
Vlaandren's diep vernederd' oorden
 
Vragen daden maar geen woorden.

Hieraan dachten wij meermalen den voorbijen winter, die zoowel van Nederlandschen als van Vlaamschen kant daden heeft laten zien. Wij hebben daarbij in het bijzonder het oog op de uitwisseling van Nederlandsche en Vlaamsche tooneelkunst.

De dames De Boer-Van Rijk en Hopper en Verkade met zijn Haghespelers hebben in Antwerpen en Brussel de Nederlandsche tooneelkunst doen bewonderen, dank zij het streven der ‘Vereeniging voor goed Nederlandsch Tooneel’, de Vlaamsche stichting van Herman Teirlinck, die zelf door zijn letterkundige leergangen in de Nederlandsche Volksuniversiteiten en door zijn knappe tooneelwerken De Vertraagde Film en Ik Dien in Holland te doen opvoeren, bezig is een geestelijken band te smeden tusschen Noord- en Zuid-Nederland, die in aard en wezen cultureel bijeenhooren.

Het Lentefeest op 23 Maart te Antwerpen, waar Vlaamsche en Nederlandsche letterkundigen zoo broederlijk en zusterlijk bijeen waren om Styn Streuvels te huldigen, was mede een verheugend bewijs dier samenhoorigheid.

Als Nederland en Vlaanderen elkaar zoo blijven dienen, zullen ze elkaar tot een verhoogd gemeenschapsbegrip brengen, elkanders levenshouding versterken en den Nederlandschen stam doen groeien en bloeien.

Beschamend.

Op aanstichting van het ‘London Comtemporary Music Centre’ is in den Art Workers Guild te Londen de vorige maand een uitvoering gegeven van hedendaagsche Nederlandsche muziek, hoofdzakelijk vertolkt door Nederlandsche toonkunstenaars.

[pagina 52]
[p. 52]

Het programma bevatte o.m. werken van Diepenbrock, Sem. Dresden, Willem Pijper, Alex Voormolen en Henri Zagwijn.

De talrijke toehoorders toonden groote waardeering. beschamend voor de Nederlanders, die maar steeds beweren, dat men met Nederlandsche muziekprogramma's eigenlijk niet voor den dag kan komen.

Toch zijn er gunstige uitzonderingen. Zoo schreef de muziekverslaggever van de N.R. Ct. 6 Maart naar aanleiding van een uitvoering van Cornelis Doppers Zuiderzee-symphonie, dat deze Nederlandsche toondichter daarmee een bewonderenswaardig werk heeft geleverd, ‘een werk waaraan wij muzieklievende Nederlanders waarde toekennen moeten, omdat het stuk in zijn geheel datgene bezit, wat tot dusverre in bijna alle stukken van landgenooten ontbrak: een zuiver Hollandsch karakter. Nu hebben wij dus twee symphonieën waarvan dit gezegd kan worden: de eerste kwam bijna veertig jaar geleden verrassen: Aan mijn Vaderland, van Zweers, (die ter eere van des toondichters 70sten geboortedag in Mei in het Concertgebouw gespeeld zal worden), de tweede is van dezen tijd, Dopper's werk.’

Duitsche kijk op Nederland.

Hoe een scherp onzijdig opmerker den toestand in Nederland ziet, leeren ons de Hollandsche indrukken, die nu en dan in de Koelnische Zeitung worden opgenomen.

Wij halen uit enkele Maartnummers dit aan:

 

‘Het verkeer te water en te land neemt enorm toe in Holland en er wordt steeds meer gestreefd naar grootere snelheid bij het vervoer. Vrachtbooten met kleine motoren, spoorwegen, stoom- en electrische trams, autobussen, fietsen, auto's, helpen alle 't drukke verkeer te bevorderen. Het lucht- en radioverkeer nemen zeer toe. De draadlooze telegrafie onder Staatsmonopolie wordt ook door particulieren veel gebruikt.’

‘Tengevolge van woningnood en geringen bijbouw zijn de huren zeer gestegen en bedragen het dubbele van vóór den oorlog. Hierdoor staan de kosten van levensonderhoud nog 70% boven 1913. Toch heeft Holland krachtig deelgenomen aan de Leipziger Jaarbeurs. Hoewel vrijhandelsland, heeft men de schoenenindustrie van Brabant door een tijdelijk invoerverbod gesteund. Gedwongen door de Duitsche oorlogspolitiek heeft de gloeilampenindustrie (Philips te Eindhoven) zich zelfstandig weten te maken en voert men thans uit naar Frankrijk en Spanje. Het hoogovenbedrijf heeft zich op gezonde basis ontwikkeld. Werkspoor maakt lokomotieven en machines. De electrificatie gaat gestadig voort. Kolen-, cokes- en brikettenproductie is verdriedubbeld. De Rotterdamsche transitohandel heeft door het Ruhrconflict zwaar geleden. Toch ziet men overal een niet onderbroken ontwikkeling. De hulp, door de Nederlandsche liefdadigheid aan Duitschland verleend, mag nimmer vergeten worden.’

Nederland op z'n best.

Willem Mengelberg heeft in de wereldstad, waarvoor de Nederlanders driehonderd jaren geleden den grondslag hebben gelegd, weder nieuwe lauweren zien toevoegen aan de vele reeds in Amerika behaald.

Om ons mooie Wilhelmus in breeden kring groote bekendheid te verzekeren, had de wereldberoemde orkestleider als aanvangsnummer van een der programma's zijn eigen Preludium gekozen. Door radioinrichtingen werd het tot millioenen ooren gebracht, hetgeen ten gevolge had dat Mengelberg van heinde en ver talrijke brieven met opgetogen dankbetuigingen ontving.

Nederlands uitvoerende kunstenaars danken hem ook weder dat zij in de nieuwe wereld bekendheid verwierven - zoo de fluitist Joan Amans - of hun goeden naam konden bevestigen.

Wat zulke persoonlijkheden voor de eer van een land beteekenen, is eigenlijk niet te benaderen.

Curaçao.

Holland Expres van 1 Mrt. l.l. bevat een belangwekkende bijdrage over ‘de herleving van Curaçao.’ Nog voor den oorlog vestigde de Asiatic daar een bunkerstation voor stookolie, wat verscheidene stoomvaartlijnen Curaçao in haar vaarplan deed opnemen, en een jaar later, in 1914, koos de Koninklijke Curaçao uit voor de verwerking der olie uit de petroleumbronnen in Venezuela. In den oorlog is de raffinaderij gebouwd op aangekochte terreinen aan de overzijde van het Schottegat. In het geheel kan thans maandelijks 50 tot 60.000 ton verwerkt worden, terwijl men 90.000 ton bereiken wil. De aanvoer, in 1917 nog geen 10.000, was in 1922 ongeveer 300.000, en wordt voor 1923 niet veel onder de 500.000 ton geraamd.

Eene groote uitbreiding van het bedrijf is onderhanden, een nieuwe opslagruimte voor 1 millioen barrels is in aanbouw.

De C.P.M. heeft haar eigen olievloot, die veel bijdraagt tot de verlevendiging van het havenverkeer.

Lezingen over Nederland in Amerika.

Dr. Henry Beets, de bekende predikant te Grand Rapids, reeds vele jaren een warm vriend van het A.N.V., heeft het vorig jaar ons land bezocht.

Met versche indrukken van zijn geboorteland teruggekeerd, heeft hij die dienstbaar gemaakt aan de verspreiding van kennis van ons volk door in de Openbare Boekerij en Leeszaal te Grand Rapids een viertal lezingen met lichtbeelden te houden over:

De Geschiedenis en de kunst van Nederland.

De Friezen, de Groningers en hun buren.

De Zeeuwen en de Zuid-Hollanders.

De Noord-Hollanders en Amsterdam.

Een verzoek.

De invoering der rubriek Dietsche Kantteekeningen blijkt te worden gewaardeerd.

Wil zij op den duur nog aan belangrijkheid winnen, dan behoort zij uit alle oorden, waar Groot-Nederlanders leven, gevoed te worden.

Lezers van Neerlandia, waar ter wereld gij U ook bevindt, doet de redactie mededeeling van al wat er belangrijks in Uw omgeving met betrekking tot ons stamleven voorvalt. Ook afbeeldingen zijn welkom. Neerlandia zal er des te meer lezenswaard door worden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken