Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 29 (1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 29
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 29Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 29

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.66 MB)

Scans (26.06 MB)

ebook (4.45 MB)

XML (1.39 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 29

(1925)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het A.N.V. en de jongeren.

Het wordt tijd met allen ernst de vraag onder de oogen te zien, op welke wijze wij den toevoer van het jongere geslacht tot het Verbond kunnen bevorderen en de noodige maatregelen te nemen, om dien toevoer op afdoende wijze voor nu en later tot een feit te maken.

Dat het noodzakelijk is, spreekt van zelf. Het Verbond heeft geen toekomst, wanneer de gelederen niet regelmatig worden aangevuld met het opkomend geslacht. Wij hebben daarbij niet in de eerste plaats op het oog, dat het ledental op peil moet worden gehouden, maar denken vooral aan deze algemeene levensvoorwaarden voor elke instelling, dat de leiding geregeld den invloed ondergaat van jongeren, wier denkbeelden nog frisch en vrij zijn, nog niet vertroebeld door de aanhoudende inwerking van eene harde levenservaring en die bovendien nog den moed hebben hunne meening zonder omwegen te zeggen, een moed, dien zij danken aan hun jeugd en vooralsnog behouden hebben, omdat teleurstelling in de menschen hun nog werd bespaard.

De vraag, waarop het aankomt, is echter, op welke wijze de band moet worden gelegd.

Groep Nederland had Studenten- en Jongeliedenafdeelingen. De eerste zijn door een aaneenschakeling van misverstanden, welke zeker niet alleen aan de studenten te wijten zijn en ook wel gevolg van het luisteren naar slechte raadgevers, te niet gegaan. Van de laatste zijn nog slechts twee over, Den Haag en Rotterdam.

De eenvoudigste oplossing schijnt te trachten de studentenafdeelingen weer terug te krijgen en eene krachtige propaganda te voeren voor de oprichting van jongeliedenafdeelingen. Aangenomen dat deze oplossing de eenvoudigste en de juiste is, dan stuiten wij toch nog op het bezwaar, dat de studenten, die voor de Stambeweging voelen, inmiddels zich vereenigd hebben in een eigen bond. Het Hoofdbestuur van het A.N.V. onderhoudt met dien bond vriendschappelijke betrekkingen. Wellicht leidt dit op den duur tot nauwere aansluiting. In elk geval is er veel voor te zeggen, dat de studenten, 't zij dan in of buiten het A.N.V., ook in den strijd voor de Stambeweging in een eigen organisatie vereenigd zijn.

[pagina 2]
[p. 2]

Ten opzichte van hen, die niet tot de studenten behooren, staat de zaak eenigszins anders, omdat zij niet eene maatschappij op zich zelf vormen. Zij begeeren niet in de gewone afdeelingen van het Verbond te worden opgenomen, omdat zij niet ten onrechte vreezen, dan niet te kunnen werken, zooals zij meenen, dat noodig is om de belangstelling der jongeren te behouden. Zij zullen dan immers meestal verplicht zijn mede te loopen in het gareel der groote-menschenafdeelingen.

Op grond van de ervaring mag echter de vraag worden gesteld of zij, vereenigd in eigen afdeelingen, hun doel bereiken. Zij hebben zich te hoeden voor het naäpen van de werkwijze der gewone afdeelingen. Het doen optreden van sprekers bijv. die hunne voordracht even goed - of even slecht - in eene gewone afdeeling kunnen houden, moet vermeden worden.

De jongeliedenafdeeling mag niet een nabootsing zijn van de gewone. Haar bestuur mist de ervaring en het doorzicht der ouderen, zal zich derhalve licht laten verleiden tot de eene of andere onderneming of daad, die beter achterwege ware gebleven. De jongeliedenafdeelingen moeten dus baar eigen werkwijze volgen, passend bij den leeftijd harer leden. Houden zij zich hieraan, dan zijn jongeliedenafdeelingen op haar plaats. Maar dan ook alleen in de groote steden. Er is immers nog een practisch bezwaar tegen zulke afdeelingen. Het geldt hier jongelui, in den regel zonder eigen inkomsten, veelal ook in den opleidingstijd. De ouders hebben bezwaren tegen al dat vergaderen, terwijl dezen ook weer voor de jaarlijksche bijdrage worden aangesproken. Alleen in de grootste gemeenten kan men derhalve een voldoend aantal jongelui verwachten om eene afdeeling te vormen.

Hoe moet de zaak dan aangepakt worden?

Deze vraag komt hierop neer, dat onder de jongeren, studenten en anderen, een voortdurende propaganda moet worden gevoerd door de bestuurslichamen van het Verbond, met het doel hen vertrouwd te maken met de beweging, welke door het Verbond wordt geleid, hen te doordringen van de overtuiging, dat het Vaderland en onze Stam moeten worden hoog gehouden en ieder, daartoe, op hoe bescheiden wijze ook, in staat moet meewerken om de belangen van beide te bevorderen, zooals dat door het A.N.V. wordt opgevat. In de meeste plaatsen, waar inrichtingen van Hooger en Middelbaar onderwijs zijn, hebben de leerlingen der hoogere klassen zich vereenigd in eene club. Men zoeke aanraking met die clubs en trachte gedaan te krijgen, dat sprekers worden toegelaten, die onderwerpen behandelen, met het streven van het A.N.V. verband houdende en dat kunstavonden worden in elkaar gezet, waarvoor het A.N.V. menschen en materiaal levert. Men bevordere het doen vertoonen van rolprenten over de Nederlandsche Stamgebieden. De besturen der Groepen en der afdeelingen vinden hier een mooie en dankbare taak, mooi en dankbaar, omdat men aan de jeugd de leiding geeft, welke zij naar onze overtuiging noodig heeft, en tevens de belangen van het A.N.V. rechtstreeks bevordert, want wanneer de tijd daar is voor de jongeren om in de gelederen van het Verbond te treden, vindt men hen gereed, reeds vertrouwd met het Verbondswerk, en bezield met werklust om aan de belangen van het Verbond hun krachten te geven.

Het Dagelijksch Bestuur uit het Hoofdbestuur te Dordrecht is te allen tijde bereid aan de besturen der Groepen en Afdeelingen hulp en voorlichting te geven.

Men zal hebben opgemerkt, dat wij in dit opstel niet een bepaalde Groep op 't oog hebben. Het werkplan, dat wij hier ter overdenking - en naar wij vertrouwen ook ter uitvoering - voorleggen, behoort in elke Groep te worden toegepast, zij 't dan ook naar de in elke groep anders zich vertoonende omstandigheden.

Overal behoort men zijn volle aandacht te schenken aan het belangrijke vraagstuk, hoe men de belangstelling der jongeren kan opwekken en hen voor het Verbondswerk kan winnen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken