Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 30 (1926)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.90 MB)

Scans (27.32 MB)

ebook (4.72 MB)






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 30

(1926)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Land en Volk van Ned. Oost-indië.

De aardrijkskundige wandplaten van Nederlandsch Oost-Indië waren een zeer welkom geschenk voor de aankleeding van het kantoor van het Algemeen Nederlandsch Verbond. De heeren J. Koning en D. Wouters hebben in een achttal smaakvol bij P. Noordhoff te Groningen in 1924 uitgegeven, van keurige foto's voorziene boekjes een ‘Handleiding’ bij die platen geschreven met de bedoeling aan de leerlingen onzer lagere en middelbare scholen kennis van onzen Oost bij te brengen. Op zeer verscheiden gebied, zooals uit de titelsder boekjes blijkt:

I.Het pasarwezen op Java en de Buitenbezittingen (waarom niet ‘buitengewesten?’).
II.De Inlandsche landbouw.
III.De groote zeehavens.
IV.De suikerindustrie.
V.De Volksraad.
VI.Mooi Indië.
VII.In de sultanslanden.
VIII.Wajang-spelen.

De schrijvers en de teekenaar der platen hebben daarmee een verdienstelijk werk gedaan. Elke poging om Indië meer op de Nederlandsche scholen te brengen verdient toejuiching; wij moeten het als een schande voelen, dat het Indisch Onderwijs-Comité niet kon blijven bestaan.

Wanneer de schooljaren al in zoo'n ver verleden liggen, is het voor een leek op onderwijsgebied moeilijk om te beoordeelen, of het aan de leerlingen der lagere en middelbare scholen gebodene inderdaad binnen den kring van hun belangstelling en binnen hun bevatting ligt, of de onderwerpen, in verband met hetgeen overigens verwerkt moet worden, niet te uitvoerig zijn behandeld. In dat opzicht is mijn indruk, dat de schrijvers wel wat te veel in bizonderheden afdalen. Zeer zeker, op de lagere scholen zijn de boekjes eer geschikt voor den onderwijzer om ze te bestudeeren en de hoofdzaken, of het meest pakkende, er uit te vertellen, dan om ze den kinderen in handen te geven. Als leesboek voor de middelbare scholen kunnen ze zeer zeker goeden dienst bewijzen, al zal menigeen de ‘verhandeling’ over den Volksraad met de uitvoerige beschrijving van de zittingszaal, de opsomming van de namen der leden, en de inlassching van bijna het geheele tiende hoofdstuk van het Regeeringsreglement, wel wat droog vinden.

Zooals de schrijvers zeggen, werden de boekjes ‘samengesteld naar bestaande gegevens en persoonlijke indrukken’. Het persoonlijke kan aan de mededeelingen en beschrijvingen een te waardeeren levendigheid geven, - en dat is ook op vele plaatsen het geval -, maar de schrijver is wat heel erg ‘persoonlijk’, als hij in een handleiding, waaruit de jeugd ook leeren moet, dat in Indië menschen van verschillend ras elkaar begrijpend en waardeerend moeten samenwerken, van den Chinees de volgende, ook niet fraai gedachte en gestelde karakterbeschrijving geeft: ‘Hart heeft hij niet; hij is honderdmaal onverbiddelijker dan een Hollandsche pandjesbaas, zelfs

[p. 9]

tegen den meest loyalen student. Hij is een gedrochtelijke Oostersche Shylock, hij is Molière's l'Avare, een grippe sou sans scrupule, in een gele huid, met dikke vleezige vingers, waartusschen hij, scherp monsterend, de korrels mais en koffie van aangeboden met zorg geoogste of met nog meer zorg gestolen partijtjes glijden laat’.

En dan nog iets: Men kan veel houden van politiek (vooral na de behandeling in de Tweede Kamer van het gezantschap bij den Paus en het Belgisch Verdrag!), maar het blijft een zaak voor groote menschen, en een schoolboek is niet de plaats voor de verbreiding van koloniaal-politieke meeningen, hetzij dan die van Prof. Treub, door deze schrijvers met instemming aangehaald, hetzij die van anderen.

Als ik deze vlakjes voor een oogenblik vergeet, durf ik de platen en de ‘Handleiding’ een aanwinst noemen voor den nog altijd geringen voorraad hulpmiddelen voor het onderwijs over Indië op de moederlandsche scholen.

B.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken